Direct naar artikelinhoud

Bob Pleysier: N-VA-filosofie over de migratie is me te kil

België, land zonder grens van N-VA-parlementsleden Theo Francken en Sarah Smeyers is eerder een pamflet dan een boek. Maar een pamflet dat ik met enige graagte - ik beken - heb gelezen. Dat is omdat het boek bol staat van kritiek op de PS. Gezien mijn ervaringen met die partij, schep ik daar enig genoegen in, wat mij niet siert.

Maar ook omdat ik de analyse van Francken en Smeyers over asiel, regularisatie en terugkeer (de drie thema's die ik min of meer ken) grotendeels correct vind en ik de acht aanbevelingen in grote lijnen kan onderschrijven. Ik verwijs naar mijn vroegere opiniestukken in De Morgen en De Standaard.

Ik heb ook hele passages met tegenzin gelezen. De N-VA-filosofie over de migratie is mij vreemd: de deur wagenwijd open voor de sterken, de slimmeriken, de snellen, de rijken, "welcome, glad to have you on board!" ... de deur op een kiertje voor de anderen "die van overal ter wereld om de verkeerde redenen in België toestromen" en "dreigen onze maatschappij te destabiliseren".

Het blijft een Vlaams en rechts discours dat weinig mededogen of solidariteit kent. En voor één keer is de N-VA niet tuk op regionalisering: asiel en gezinshereniging blijven beter federale bevoegdheden (weliswaar tot Europa overneemt) maar arbeids- en studiemigratie, die wil de N-VA wel. Cherry picking heet zoiets.

Liberale strovrouw

Ook het uitgebreide discours van de auteurs over de "topcriminelen" die geregulariseerd worden is erg populistisch. Maar eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat De Block er zelf om gevraagd had met haar 'strengere' richtlijn om regularisatie toe te laten voor mensen met een maximumstraf van zes maand (in plaats van 18 maand bij haar voorganger Wathelet). Dat had natuurlijk nul moeten zijn.

Wat dit boek openhartig illustreert is de historische blunder van de N-VA. De grootste politieke formatie in België weigerde regeringsverantwoordelijkheid en staat nu stampvoetend te klagen dat de PS, die het roer wel in handen nam, het N-VA-programma niet wil uitvoeren. Maggie De Block ('De Blokker' volgens de auteurs - humor is nooit de sterkste kant geweest van de N-VA) is de liberale strovrouw die op kousenvoeten het nog steeds PS-gelabelde regeerprogramma mag vorm geven. Het niet onverdienstelijke wetgevende werk dat de N-VA in de catacomben van 'lopende zaken' lanceerde geeft Francken en Smeyers enige troost en krediet. Maar ook zij moeten beseffen dat de goedkeuring van een lijstje 'veilige landen' eerder een Pyrrusoverwinning is.

Wat ze wellicht ook beseffen is dat de uitvoerende macht in dit land een veel grotere impact heeft dan de wetgevende. De Belgische asielcrisis was/is niet het gevolg van falende wetgeving, wel van het gebrek aan ministers, overheidsdiensten en ambtenaren die dat beleid willen, durven, mogen uitvoeren. Ik noem één recent voorbeeld: het open terugkeercentrum. Nagenoeg iedereen is overtuigd van de noodzaak van zo'n centrum. Het is al aangekondigd begin 2011 door staatssecretaris Wathelet, goedgekeurd in Ministerraad, goedgekeurd in de Kamer, opgenomen in regeerverklaring, ... en nu augustus 2012 nog altijd niet in zicht.

De staatssecretarissen Wathelet (CDH) en Courard (PS) hadden er duidelijk geen zin in en keken de andere kant op. Opvolgster De Block vindt geen locatie, want eerste keuze Sint-Pieters-Leeuw was bijna in haar achtertuin. Een de tweede keuze Holsbeek stuit nu - o ironie - op Theo Francken die daar het verzet aanvoert. Pijnlijk voor de N-VA.

Dan eisen de auteurs liever meer gesloten asielcentra. Het zure deel van de N-VA-aanhang zal dat graag lezen, maar opsluiting van deze mensen blijft in onze globaliserende samenleving een dure en heilloze onderneming.

Een dode mus

Ter compensatie zorgt Maggie de Block sinds maandag jongstleden (1 september) voor driehonderd terugkeerplaatsen in vier Fedasilcentra (op uw hoede, N-VA!), drie in Vlaanderen en slechts één in Wallonië. Die campagne startte zonder plan, zonder strategie, zonder enthousiasme en de samenwerkingsakkoorden met DVZ en politie liggen nog ongetekend in de kabinetsladen. Staatssecretaris De Block noch Fedasil durven er voorlopig over spreken in de media. Een dode mus dus.

Of de cijfers in het boek overal correct zijn heb ik onder tijdsdruk niet kunnen checken. Soms duidelijk niet: zo spreken de auteurs op p. 24-25 over de hotelopvang als "de moeder aller aanzuigeffecten" want die veroorzaakte in 2009 "een maandelijkse verdubbeling van het aantal asielaanvragen". In werkelijkheid verdubbelde dat maandcijfer niet eens over het hele jaar: van 998 in januari tot 1.744 in december, wat uiteraard een zorgwekkende stijging blijft.

Besluit: Het blijft een dapper initiatief van de twee hardwerkende N-VA-parlementairen om dit netelige dossier te ontleden en beleidsaanbevelingen te doen. Het zal het debat stevig voeden. Een uitnodiging voor andere partijen die, naar ik hoop, wat liefde en generositeit in dit boeiende debat zullen injecteren.