Direct naar artikelinhoud

20 procent industriebedrijven zorgen voor 80 procent van jobs

Hoewel Vlaanderen bekend staat als een regio van kmo's, is in heel wat industriële sectoren een beperkte club grote bedrijven goed voor het gros van de werkgelegenheid.

Dat blijkt komt uit een studie van het Steunpunt Onder-nemen en Regionale Economie (STORE), in opdracht van Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V).

"Een beperkt aantal ondernemingen zorgt voor het leeuwendeel van de tewerkstelling en toegevoegde waarde in de Vlaamse industrie. Het gaat hier vaak om een 20-80 verhouding, of 20 procent van de ondernemingen zijn verantwoordelijk voor 80 procentvan de tewerkstelling in de sector. Deze ondernemingen zijn ook de meest productieve van de sector. En vaak zijn deze Vlaamse en buitenlandse ondernemingen globale spelers", stelt de studie vast.

In de drankensector is 20 procent van de bedrijven zelfs goed voor 90 procent van de jobs, wellicht mede dankzij de dominantie van bierreus AB InBev. Zowel in de chemie als in de farma is de verhouding 20-80. In de tabakssector zijn 20 procent van de bedrijven goed voor 65 procent van de werkgelegenheid.

Een oefening naar de economische waarde die gecreëerd wordt geeft een gelijkaardig beeld. Minister-president Kris Peeters: "Dit lijkt misschien een bedreiging. Het verdwijnen van één of enkele van deze ondernemingen kan een grote impact op de jobs hebben. Ik zie het echter als een opportuniteit", zegt hij.

"Het toont onze specialisatie aan. Een gericht beleid voor 'lead plants', en een slimme specialisatiestrategie moeten ervoor zorgen dat we deze troeven nog meer kunnen uitspelen."

Uit de studie, die ter oriëntering dient voor het zogeheten Nieuw Industrieel Beleid (NIB), blijkt dat de sectoren chemie, voeding en metaal cruciaal zijn voor de Vlaamse economie, zowel qua tewerkstelling als qua toegevoegde waarde.