Direct naar artikelinhoud

Tien pijnpunten bij de metropolitie

De Brusselse metropolitie plant een personeelsstaking van 1 tot 14 december. Tien belangrijke redenen daartoe op een rij. Door Ann De Boeck

1. Nijpend personeelstekort

De Brusselse spoorwegpolitie beschikt over 251 manschappen, ofwel 24 minder dan wat de ministerraad in de nasleep van de moord op Joe Van Holsbeeck beloofde. Vervoersmaatschappij MIVB voegt daar 335 veiligheidsmensen aan toe, maar ook zij klagen over een tekort. Het team zou worden uitgebreid met 48 medewerkers.

2. Geen kandidaat-agenten

Agenten verkiezen nog steeds om dicht bij huis te werken, in plaats van in Brussel. Volgens de vakbonden is er tijdens de opleiding te weinig aandacht voor de spoorwegpolitie. "Studenten denken vaak dat ze in een ondergronds strafbataillon zullen terechtkomen." Bij de lokale politie verdient een gemiddeld inspecteur ook 300 euro meer (netto) dan bij de federale (metro)politie.

3. Uitstroom

Door het gebrek aan kandidaten wordt het korps aangevuld met groentjes recht van de politieschool. De onervaren agenten verlaten het korps al snel: van de elf net afgestudeerden bij de spoorwegpolitie zullen er op 1 januari 2012 nog maar twee overblijven. Dat komt onder meer door het onveiligheidsgevoel bij het korps. Ieder jaar belandt een kwart daarvan bij de dokter. De helft van de afwezigen is arbeidsongeschikt door een incident op het werk.

4. Astrid faalt

Het digitale communicatienetwerk van de Belgische hulpdiensten werkt enkel in bepaalde metrostations. Logisch, want in het contract voor Astrid wordt alleen de ontvangst 'tot aan de begane grond' verzekerd. De metrobrigade pleit voor de plaatsing van extra 'repeaters', ofwel antennes die de ondergrondse ontvangst kunnen verzekeren.

5.Beperkte slagkracht MIVB-personeel

De politionele bevoegdheden van het MIVB-personeel zijn beperkt tot oppervlakkig fouilleren, de identiteitskaart vragen en iemand dertig minuten staande houden, in afwachting van de metrobrigade. Brussels minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) pleit voor een uitbreiding van de bevoegdheden.

6. Verbod op overuren

Begin dit jaar kreeg de federale politie te horen dat ze 15 procent moet besparen op haar budget. Daardoor mogen nog maar 3 procent overuren worden geklopt. In combinatie met het personeelstekort is dat volgens het personeel onhoudbaar.

7. Achterstand met pv's

Pv's blijven soms maanden liggen. De algemene richtlijn, dat een pv na drie weken klaar moet zijn, wordt dus niet gehaald. Daardoor wordt opstellen van pv's steeds vaker overgelaten aan het MIVB-personeel, dat daarvoor een speciale opleiding kreeg. Volgens leden van de metropolitie is de kwaliteit van die pv's echter 'ondermaats'.

8. Software niet compatibel

Een vijfde van het metropersoneel, 23 agenten, werd getacheerd naar de brigade. Zij hebben geleerd om administratief werk te verrichten met ISLP, de software van de lokale politie. De metrobrigade werkt echter met FEEDIS, de software van de federale politie. Dat veroorzaakt problemen op de werkvloer.

9.Samenwerking federale en lokale politie

Wanneer de brigade steun nodig heeft bij de beheersing van een conflict, doet ze een beroep op politieploegen boven de grond. Die zijn opgedeeld in lokale politiezones. Het is soms niet duidelijk welke zone precies gecontacteerd moet worden, waardoor de communicatie stroef verloopt. De agenten zelf kennen het metronetwerk als hun broekzak, maar weten niet altijd in welke zone ze zich bevinden.

10. Locatie kazerne

De huidige kazerne van de Brusselse spoorwegpolitie is gevestigd in Etterbeek. Daardoor duurt de gemiddelde interventietijd volgens de brigade 20 tot 25 minuten langer dan wanneer de kazerne gevestigd zou zijn aan een metrostation in het centrum van de stad.