Direct naar artikelinhoud

Oorlog woedt in het hoofd van Obama

Of VS-president Barack Obama nu tot een strafaanval op Syrië beslist of niet, in beide gevallen dreigt hij een politieke prijs te moeten betalen.

"Ik ben niet tegen alle oorlogen. Ik ben tegen domme oorlogen", sprak Barack Obama op 2 oktober 2002 op een vredesmanifestatie in Chicago. Daar werd geprotesteerd tegen een VS-interventie in Irak. Op het ogenblik dat in het Congres gestemd werd over de Iraq War Resolution, die groen licht gaf voor de omstreden VS-invasie van Irak in maart 2003, was Obama nog geen senator. Toen hij dat wel werd en campagne voerde om in 2008 voor het eerst succesvol verkozen te worden als president liet hij geen gelegenheid onbenut om de drijfveren voor de Iraakse oorlog de grond in te boren, de gemanipuleerde bewijzen die de aanwezigheid van massavernietigingswapens moesten staven en de afwezigheid van een VN-mandaat voorop. Meer dan tien jaar later moet hij nu zelf zien te vermijden om in dezelfde val te trappen.

Zijn geplande korte campagne van luchtbombardementen om het Assadregime te straffen voor het gebruik van chemische wapens - zonder een definitief eindrapport van de VN-wapeninspecteurs af te wachten - is een gevaarlijke politieke gok. Als de interventie mislukt en tot meer sectair bloedvergieten zou leiden kan dat als een boemerang terugkeren in Obama's gezicht. Tegelijk staat hij voor schut als hij afzijdig blijft. Obama waarschuwde Assad immers "dat de verplaatsing of het gebruik van chemische wapens een rode lijn is die zijn calculus zou veranderen".

De president heeft zich in een moeilijke spreidstand gewerkt, beaamt ook Amerika-expert Bart Kerremans (KUL). "Obama zou zijn internationale geloofwaardigheid te grabbel gooien als hij nu niets doet. Door de rode lijn die hij zelf heeft uitgezet kan hij niet anders, ook al zal een korte interventie strategisch geen enkel verschil maken en heerst er in de VS oorlogsmoeheid."

Obama zal hiervoor wel een prijs betalen. Vooral als hij militaire actie zou ondernemen zonder goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad zou dat een enorme knauw zijn voor zijn pragmatisch imago. Kerremans: "Hij overschrijdt in dat geval zijn eigen juridische rode lijn, enkel handelen met dekking van de internationale gemeenschap."

Eigen belangen eerst

Toen Obama president werd sloeg hij nadrukkelijk een multilaterale koers in - weg van het unilaterale interventionisme waarmee de neoconservatieve regering van ex-president George W. Bush na 9/11 de moslimwereld en veel bondgenoten tegen zich in het harnas joeg. Obama begon prompt de terugtrekking van de VS uit Irak, smeedde opnieuw banden met een vervreemde publieke opinie in Europa en reikte tijdens zijn beroemde speech aan de Al Azar Universiteit in Caïro in juni 2009 de moslimwereld de hand. Daar sloeg hij ook een mea culpa voor de Irakinvasie. Tegelijk veroordeelde hij ook de autocratische Arabische leiders, zich goed bewust van de drang naar democratisering in de Arabische straat. De Arabische Lente, die sinds 2011 voor een golf van revoluties zorgt, bewees zijn gelijk.

Alleen, het oprechte geloof dat de intellectueel Obama uitdraagt in Amerikaanse en Europese 'soft power' als vliegwiel voor vreedzame change in het Midden-Oosten botst vandaag met de cynische praxis van een multipolaire wereld waarin internationale en regionale grootmachten hun nationale belangen ten alle prijze verdedigen. Kijk maar hoe Assad overleeft dankzij Rusland en Iran. Kijk maar hoe Obama zelf zich sinds de recente coup in Egypte in alle bochten wringt om de legertop te vriend te houden als geostrategische partner, en tegelijk hun recente bloedvergieten moet veroordelen. Nu moet hij zich beraden over een Amerikaanse beweging op het Syrische schaakbord, waar ook Moskou en Teheran hun volgende zet aan het plannen zijn.

Noodzakelijke oorlog

"Obama is normaal een erg voorzichtige speler. Hij is een zeer cerebrale president. De Harvardacademicus in hem gaf vorige week terecht de opmerking dat ze een juridische grondslag nodig hebben. Ik denk niet dat hij deze militaire stap lichtzinning zet. Hij zit echt te twijfelen, wat hem wel typeert als president", zegt Kerremans. "De Obama die voorbereidingen treft voor militaire interventie toont zijn andere kant. In de internationale school zat hij altijd al op het snijvlak van de liberaal-interventionisten en het realpolitieke denken. Obama is nooit echt een duif geweest. Obama verzette zich tegen de Irakoorlog omdat de Amerikaanse middelen op de verkeerde plaats zijn ingezet, ze moesten naar Afghanistan zijn gegaan. Irak vond hij een foute war of choice maar Afghanistan een war of necessity - een oorlog uit noodzaak."

Zijn denken vandaag vertoont veel meer gelijkenissen met president Bill Clinton, die tijdens de Kosovo-oorlog van 1999 buiten VN-verband om humanitaire redenen ingreep, dan de aanval op Irak onder Bush. "Ook nu mikt men op een korte oorlog zonder kleerscheuren. Net zoals in Kosovo past de huidige retoriek in de moralistische ondertoon die altijd in het Amerikaanse buitenlandbeleid aanwezig is, zoals Kerry maandag met Obama's dekking verklaarde 'niet enkel te spreken als buitenlandminister maar ook als vader'. Om dezelfde reden krijgt Obama nu ook steun van voorname Republikeinen zoals John McCain", zegt Kerremans. "De les van Irak en Kosovo is wel dat aanvallen zonder een VN-mandaat je nog lang worden nagedragen. Kijk maar hoe Colin Powells motivatie voor de Irakinvasie de geloofwaardigheid van de VS vandaag nog ondermijnt. Voor Obama is het dus van levensbelang dat ze een betrouwbare 'case' hebben voor interventie, bij voorkeur na een stemming in de Veiligheidsraad. Daar kan hij de bal in het kamp van de Russen leggen en krijgen zij mee de morele verantwoordelijkheid. Zoniet riskeert hij aanzienlijke collateral damage."