Direct naar artikelinhoud

Risico op zelfdoding? Vraag het aan je lichaam

Waarom berooft de ene zichzelf van het leven en de andere niet? Volgens Belgisch-Amerikaans onderzoek is in het lichaam te zien wie meer risico loopt. 'Verwaarlozing in je jeugd verandert je fysieke systeem om stress op te vangen.'

Een gebrek aan serotonine. Een teveel aan cortisol. Een andere vorm van hersengebieden betrokken bij beslissingen nemen. Het blijken biologische kenmerken van een verhoogd risico om zich van het leven te beroven. Dat toont het onderzoek van Kees van Heeringen, hoofd van de Eenheid voor Zelfmoordonderzoek van de Universiteit Gent.

Samen met John Mann (Columbia University, New York) ging hij na of de hersenen en andere fysieke kenmerken van mensen met neiging tot zelfdoding anders zijn. En het antwoord is zeer duidelijk ja. "We weten nog altijd niet waarom sommige mensen die met tegenslag af te rekenen krijgen wél een einde aan hun leven maken en anderen niet", zegt Mann. "Maar meer en meer neurobiologisch onderzoek wijst erop dat het verschil in het lichaam te zien is."

Niet dat een of andere architecturale fout in je brein je tot zelfmoord voorbestemt. Mann: "We zijn niet ons brein. Zelfdoding is voor de helft genetisch bepaald en voor de andere helft door omgeving en ervaring, zoals professionele, relationele of financiële problemen, een moeilijke jeugd, ziekte. Er is niet één oorzaak. Zo plegen de meeste psychiatrische patiënten geen suïcide en berooft zeker niet iedereen met een zware depressie zich van het leven."

Kindertijd

Maar omdat een derde van de mensen die er een eind aan maken bij de eerste poging omkomt, hopen de onderzoekers de preventie te versterken door biologische verklikkers in kaart te brengen. Uit honderden recente onderzoeken filterde het duo een resem neurobiologische kenmerken. "Een van de belangrijkste is het cortisolgehalte", zegt Mann. Cortisol is een hormoon dat je aanmaakt bij stress. Bij depressieve mensen blijkt dat wie een verhoogd cortisolniveau heeft vier tot vijf keer vaker zelfmoordpogingen onderneemt dan wie depressief is maar geen verhoogd cortisolniveau heeft.

Mann: "Dat wijst op een fundamentele verandering in het stress-responssysteem. Vooral wie in de kindertijd is verwaarloosd of misbruikt, blijkt een zodanige verandering in dat stresssysteem te ondergaan dat je als volwassene veel meer kans hebt op zelfdoding. Hier zien we dus een fysiek resultaat van negatieve ervaringen." Ook het gehalte aan serotonine, een stof in de hersenen die invloed heeft op het gemoed, is opmerkelijk verschillend bij wie zelfmoordneigingen heeft. "Wie een verlaagd gehalte heeft, loopt vier tot vijf keer meer risico op zelfdoding", zegt Mann.

Hersenscans tonen verder dat depressieve suïcidale mensen heviger reageren op negatieve input, namelijk een afbeelding van een kwaad gezicht, dan depressieve personen die nooit suïcidaal zijn geweest. Ook nemen depressieve suïcidale mensen meer impulsieve en riskante beslissingen op basis van hun gevoel in vergelijking met wie depressief maar niet suïcidaal is. Mann: "Subtiele veranderingen in de betrokken hersengebieden zijn eveneens zichtbaar."

Omgekeerd idee

Kunnen we hiermee voortaan zelfmoord voorspellen? De onderzoekers suggereren om de biologische kentekens te gebruiken bij preventie. Wie veel zelfmoorden in de familie heeft of wie in een psychiatrische kliniek opgenomen wordt, zou kunnen worden gescreend. "Zo kunnen we preciezer uitmaken wie van de depressieve of psychisch zieke mensen zeer zeker een risico op zelfdoding lopen", zegt Mann.

Psychiater Dirk De Wachter plaatst daar wel twee bedenkingen bij. "Dit is knap werk. Wat mensen kwetsbaar maakt voor zelfdoding, onder andere door wat ze meemaken, vertaalt zich fysiek", zegt Dirk De Wachter. "Maar we moeten opletten dat dit niet gereduceerd wordt tot het omgekeerde idee, namelijk dat je voorbestemd bent om je leven te beëindigen omdat het in je hersenen zit. Dat zou mensen nog dieper duwen."

Ook vraagt hij zich af hoe de screening zou moeten gebeuren. "Mensen die suïcide willen plegen, zoeken vaak geen hulp. Wie aanklopt bij een hulpverlener is op goeie weg. Maar van al die vereenzaamde mensen die hun einde aan het plannen zijn kunnen we niet eens scans nemen."

Nood aan een gesprek? Bel de zelfmoordlijn 1813 of chat via zelfmoord1813.be

Of iemand wel of niet risico loopt op zelfmoord, is te zien aan:

- Het stress- responssysteem (de hypothalamus-hypofyse-bijnieras)

- Het cortisol- gehalte (een stress-hormoon)

- Het serotonine- gehalte (een neurotransmitter in de hersenen die inspeelt op het gemoed)

- Reacties op negatieve input (te zien op hersenscans, in de amygdala)

- Reacties op het nemen van riskante beslissingen (te zien op hersenscans)