Direct naar artikelinhoud

Jeugd is bang en braaf

Ze voelen zich onveilig en hebben weinig vertrouwen in politici. Velen gaan amper uit. Toch toont onze jeugd zich in een grootschalig onderzoek best tevreden. 'Mainstreamjongeren zijn over het algemeen doodgewone, brave kinderen.' En dat is een probleem.

Eerst het goede nieuws. De Vlaamse jongeren voelen zich over het algemeen gelukkig. Zeven op de tien geven aan zichzelf "best oké" te vinden en acht op de tien menen dat ze over een aantal "goede kwaliteiten" beschikken, zo blijkt uit de monitor van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) die De Morgen kon inkijken. Niets aan de hand dus? Integendeel. Want onze jeugd toont zich in hetzelfde onderzoek angstig en onveilig.

Slechts weinig middelbare scholieren melden ooit het slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf. Alleen diefstal en lastiggevallen worden op straat komen relatief vaak voor. Fysiek geweld en bedreiging met een wapen zijn eerder zeldzaam. Toch is het onveiligheidsgevoel ten opzichte van vorige onderzoeken fors toegenomen. Zo denkt een grote meerderheid dat de straten de laatste jaren onveiliger zijn geworden. Ook gelooft bijna de helft dat de politie niet meer in staat is om ons te beschermen tegen criminelen.

Defaitisme troef, ook bij de visie van onze jeugd op de politiek. Bijna de helft is er niet in geïnteresseerd en een substantieel deel meent dat stemmen geen zin heeft. "De wereld voelt complexer aan", zegt pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool).

"Dat zorgt voor angst en daardoor staan de politie en de politici onder druk. De buitenwereld is groot en boos geworden." Dat ziet ook Tom Palmaerts, jeugdexpert bij Trendwolves. "Van hun ouders mochten ze als kleine kinderen alleen in de eigen tuin spelen en zeker niet erbuiten. Dan mogen we niet verbaasd zijn dat ze als tieners en twintigers angstig en wantrouwend in het leven staan."

Zelfgenoegzaam

Een leven dat zich bovendien afspeelt in een kleine, brave kring. Want wat doen onze jongeren het liefst? Sms'en of bellen, gevolgd door televisiekijken. Meer dan een vijfde gaat zelfs nooit op café. "Het optimisme van Generatie Y (jongeren geboren tussen de vroege jaren tachtig en begin jaren 2000, RA) heeft een serieuze klop gekregen", zegt Palmaerts. "Tijdens hun opvoeding krijgen deze jongeren te horen dat de wereld aan hun voeten zal liggen, maar ze komen terecht in een crisistijd vol onzekerheid. Dat leidt tot onmacht en zorgt ervoor dat ze zich terugplooien op hun eigen groep."

De grote vraag blijft evenwel: moet de maatschappij dit erg vinden? Onze jongeren zijn immers gelukkig, ook al voelen ze zich onveilig en hebben ze geen vertrouwen in de politiek. Psychiater Dirk De Wachter (KU Leuven): "Zeggen dat het meevalt, omdat ze aangeven dat ze toch wel gelukkig zijn, kan leiden tot zelfgenoegzaamheid en passiviteit.

"We moeten dit voldoende durven te problematiseren, weliswaar zonder te vervallen in cynisme, maar aanzetten tot reflectie en engagement. We zien immers een toegenomen individualisme. Dat is ook de paradox van de nieuwe media. Jongeren krijgen de hele wereld in hun huiskamer, maar komen daardoor wel niet meer uit datzelfde kamertje."

De 'verbraving', zoals Palmaerts het noemt, zet zich dan ook door. Al moeten we niet denken dat de levens van de ouders van de huidige jongeren zoveel spannender waren.

Ruwheid

"Mainstreamjongeren waren en zijn over het algemeen doodgewone, brave kinderen. We hebben hen te veel beschermd en doen dat nog steeds. Ze zitten in een veiligheidscocon en als ze de toekomst willen overleven, dan moeten ze zichzelf pijn doen en durven te falen. Een zekere ruwheid moet een plaats krijgen in onze opvoedingsmethodes en in ons onderwijs."