Direct naar artikelinhoud

Al zingend naar de top

De twaalfde man blaast vanaf zaterdag verzamelen voor een vers voetbalseizoen. De stembanden worden gesmeerd, de clubliederen opgefrist. Maar wat zingt hij precies, die voetbalsupporter, en meer: hoe klinkt de perfecte voetbalhymne?

Zolang de sport bestaat, wordt met overgave de eigen voetbalploeg bezongen, van het aardappelveld van Crossing Vissenaken tot het Barcelonese Camp Nou. Bombastische hymnes of 'olé-olé'-variaties in alle toonaarden maken deel uit van de canon. Op het eerste gezicht zit er weinig logica in dat geheel van voetbalsongs.

De kracht van een clublied schuilt volgens voetbaljournalist Raf Willems in de bredere fancultuur. Het perfecte voorbeeld voor het Belgisch voetbal is volgens hem KV Mechelen, dat het beste van de Britse supporterscultuur heeft overgenomen. Willems: "Bij de Malinwasupporters hangt een ongelooflijk positieve, licht weerbarstige sfeer. Sinds KV Mechelen in 2003 door de hulp van de fans werd gered, voelen die zich enorm betrokken bij de club. De supporters willen na elke match het laatste woord hebben (lacht). Dat maken ze telkens op een licht geschifte manier duidelijk. Of de ploeg nu wint of verliest, de fans blijven onvermoeibaar zingen. Je kan de KV-supporters vergelijken met de Ieren op het EK. Die verloren al hun groepswedstrijden, maar waren veruit het meest enthousiast. Diezelfde 'halvezolenmentaliteit' geldt ook voor de 'kakkers' (lacht). Ik ben geen uitgesproken fan van KV Mechelen op zich, maar wel groot supporter van zijn supporters."

Als de gemiddelde voetbalfan zich in de storm van een voetbalmatch staande wil houden, is een uitgebreide kennis van voetbalsongs een must. Elke club blijkt dan ook over een uitgebreid repertoire te beschikken. Op de websites van de meeste Belgische eersteklassers kan je clubliederen terugvinden, vaak tekst en geluidsfragmenten incluis. In Groot-Brittannië riep de Britse voetbalfan Michael Dennis zelfs een website in het leven waarop hij sinds 2006 voetbalhymnes van overal ter wereld verzamelt. Ondertussen inventariseerde Dennis meer dan 12.000 geluidsfragmenten uit meer dan veertig landen. Daarbij zit ook een hele rist wijsjes uit het Belgisch voetbal. Adaptaties van allerlei popnummers als 'I Follow You, FC Bruges', een cover van Lykke Li's monsterhit, staan er naast officiële clubliederen als het hoogdravende 'In Purple We Trust' van RSC Anderlecht.

Die laatste club deed exact een jaar geleden overigens een oproep opzijn fans om eigen verzen in te sturen die in een nieuw clublied konden worden gegoten. Het sappige 'Anderlecht Champion' van de Brusselse zanger Lange Jojo bleek niet meer te voldoen. Het resultaat werd een ietwat pathetische verzameling van vlakke eindrijmen ('together we fight/together in pride/we stand by your side'). Maar in feite is die tekst van geen belang. Vooral de bezieling van de supporter staat voorop wanneer die zijn ploeg naar de overwinning brult. De twaalfde man loopt vrijwel altijd over van enthousiasme, eerder dan van inventiviteit wat het zingen betreft.

De Club Bruggefans bijvoorbeeld nestelden zichzelf in de voetbalannalen door zich het oersimpele deuntje van 'Seven Nation Army' van The White Stripes toe te eigenen. Volgens een onderzoek van de Britse krant The Guardian waren zij het die het eenvoudige 'Oh-oh-oh-oh-oh-ooooh-oh' voor het eerst in een stadion inzetten. Na de match van Club Brugge tegen AC Milaan in 2003 werd het nummer via omwegen door supportersclubs overal in Europa overgenomen. Begin deze maand kozen de Club Bruggefans de krachtige riff zelfs opnieuw als goaltune. Na al die jaren blijkt het voor velen nog steeds het beste nummer om victorie bij te kraaien.

Maar waarom dat nummer wel en andere niet? Volgens Raf Willems spelen er verschillende factoren, maar blijkt een formule voor de perfecte supportershymne niet te bestaan. Willems: "Ik ken geen enkele wereld die zo chaotisch is als die van voetbalfans. Echt inschatten waarom een bepaald nummer wordt opgepikt, is dus onmogelijk. Wat wel opvalt is dat de kracht van een goed arsenaal clubsongs vaak schuilt in de mix tussen oude clubklassiekers en nieuwbakken songs. KV Mechelen is daar opnieuw de beste illustratie van. Bij het begin van elke thuismatch speelt er zich een heerlijk tafereel af. De officiële supportersharmonie - al fantastisch dat zoiets bestaat - verschijnt op de grasmat en trekt het stadion rond. De muzikanten houden halt voor de tribune en heffen het officiële clublied uit 1926 aan. Dat mag dan hopeloos verouderd zijn, alle fans zingen het uit volle borst mee. Datzelfde lied werd in 2010 door Tom Kestens en Patrick Riguelle in een nieuw jasje gestoken, samen met andere Malinwaklassiekers. De popsongs die daaruit voortkwamen werden onmiddellijk door de KV-fans aanvaard en worden nu elke match gezongen. Het is die afwisseling tussen klassiek en pop, in combinatie met een sterke band met de thuisstad, die de clubliederen zo sterk maakt. 'De vlaggen zullen wapp'ren, gezangen galmen luid. Ter ere onzer dapp'ren, toe Malinwa vooruit!' Die stoffige verzen op een modern melodietje: fantastisch toch?"