Direct naar artikelinhoud

Kuifje in het land van de zwarte lijst

Hergé zou nooit een programma over zijn werk verboden hebben, zeker niet van de RTBF

Hugues Dayez legt uit waarom de RTBF een reportage over Kuifje niet mag uitzenden

Hugues Dayez is RTBF-journalist. Met zijn boek Tintin et les héritiers haalde hij zich de gram van Nick Rodwell en Moulinsart op de hals.

De rechtbank van eerste aanleg verbood afgelopen week de uitzending van bepaalde passages van de RTBF-reportage 'Tintin a-t-il vendu son âme au diable?' tot een rechter zich ten gronde uitspreekt. In de reportage wordt een verborgen camera gebruikt. De opnamen zouden bewijzen dat Moulinsart er een zwarte lijst van Hergé-experts op na houdt.

@4 DROP 2 OPINIE:

Er is onvermijdelijk één grote afwezige in de huidige ruzie tussen de RTBF en Nick Rodwell, de bestuurder van Moulinsart (DM 11/10): Hergé. Zonder ons aan seances en dansende tafels te wagen mogen we ons afvragen wat de vader van Kuifje zou denken van de manier waarop het imago van zijn held vandaag wordt gecontroleerd.

Even terug in het verleden. Hergé heeft altijd een hoogst respectvolle relatie met zijn publiek gehad, heel zijn loopbaan lang. Hij kreeg veel post, die hij zorgvuldig en goed georganiseerd behandelde, zodat geen enkele brief zonder antwoord bleef. Hij voelde zich niet echt op zijn gemak bij de media maar stond hoffelijk interviews toe, in een tijd toen hij een van de weinige striptekenaars was voor wie de internationale televisieketens belangstelling hadden. Hij was een gentleman met een grote eerbied voor de persvrijheid.

Toen hij in 1976 Kuifje en de Picaro's publiceerde, werd hij zwaar onder vuur genomen door de linkse pers in Frankrijk, die het een inspiratieloos album van een reactionaire tekenaar noemde. Een hele club intellectuelen heeft hem tijdens zijn leven uitgescholden voor aftandse boyscout en achtergebleven koloniaal. Leuk vond hij dat natuurlijk niet, maar hij heeft nooit getracht om ook maar een artikel te verbieden.

Alleen met vulgariteit had hij het moeilijk. Hij ging de strijd aan tegen de seksuele pastiche Kuifje in Zwitserland, omdat die zijn personages vervormde, en probeerde ook de distributie van in Turkije gemaakte piraatalbums van Kuifje tegen te houden, omdat ze van een erbarmelijke kwaliteit waren. Hij wist dat hij het boegbeeld van heel de Frans-Belgische strip was, maar toonde zich nooit arrogant, niet tegenover de pers, niet tegenover de lezers en niet tegenover zijn collega's van het beeldverhaal, die hij in het blad Kuifje verwelkomde.

Nick Rodwell, de echtgenoot van Fanny Remi, Hergés tweede vrouw, heeft de vader van Kuifje nooit gekend. Hij is via de afgeleide rechten in het wereldje van de jonge reporter beland, toen hij in de jaren tachtig commercieel agent van Kuifje in Groot-Brittannië werd. Het vervolg is bekend: de dynamische Rodwell klom hoger in de hiërarchie, werkte Hergés gewezen secretaris, Alain Baran, uit de Fondation Hergé en is nu zelf de tempelwachter, de man die beslist wie de beelden van Kuifje (niet) mag gebruiken voor commerciële producten, boeken of televisieprogramma's.

Sinds hij in 1990 aan de macht kwam, hebben verscheidene eminente kuifologen zijn autoritaire aanpak en zijn bekrompenheid van geest aan de kaak gesteld. Dat begon toen Pierre Sterckx, die Hergé over zijn verzameling hedendaagse kunst adviseerde, en Benoît Peeters, waarschijnlijk de beste biograaf van de vader van Kuifje, op een persconferentie tijdens het Festival van Angoulême hun beklag deden over het verstikkende beheer van het werk.

Later verkocht Stéphane Steeman, de bekende komiek en verzamelaar met wie Hergé erg hoog opliep, zijn indrukwekkende collectie aan Nick Rodwell, in de hoop dat ze snel in een Hergémuseum te zien zou zijn. Bij wijze van dank dwong Rodwell hem om de publicatie stop te zetten van Amis de Hergé, een onschuldig blaadje dat helemaal aan de meerdere eer en glorie van Kuifje gewijd was. En in 1999 besloot ikzelf om een stuk over heel die problematiek te publiceren in een boek dat Tintin et les héritiers heette. Ik vroeg Nick Rodwell uiteraard om een interview. Na lang verstoppertje spelen stelde zijn echtgenote Fanny voor dat ik mijn manuscript bij haar advocaat zou afgeven en dat er daarna misschien een interview zou komen. Een voorstel dat ik natuurlijk afwees.

In de loop der jaren zijn Sterckx, Peeters, Steeman en ikzelf, stuk voor stuk oprechte fans van Kuifje, in de ogen van Moulinsart echte pestlijders geworden. In plaats van een democratisch debat te aanvaarden en vooral te beseffen dat een auteur als Benoît Peeters een van de beste pleitbezorgers van het werk van Hergé blijft, heeft Nick Rodwell de dialoog altijd geweigerd. Nog erger, wij staan nu allemaal op een echte 'zwarte lijst'.

Iemand die een televisieprogramma over Kuifje wil maken, moet met Moulinsart onderhandelen om de beelden van Kuifje te mogen gebruiken. Dat is normaal, want Kuifje is privé-eigendom en wordt als dusdanig uitgebaat. Maar nog voor er onderhandeld kan worden, verbiedt het bedrijf van Nick Rodwell elke medewerking van de Kuifjeskenners van de beruchte zwarte lijst. Alleen de kenners die de zegen van Fanny en Nick hebben, worden aanvaard - en aanbevolen.

In deze context kan niemand natuurlijk nog een uitzending maken waarin zowel Rodwell als zijn tegenstanders aan het woord komen. De journalist staat dan voor een moeilijk dilemma: ofwel maakt hij een reportage met de goedkeuring van Moulinsart en wordt het verkapte reclame, ofwel probeert hij zijn werk te doen door de verschillende standpunten te tonen. Wat betekent dat hij elk interview met Rodwell and friends mag vergeten en het verwijt krijgt dat hij niet objectief is.

De ploeg van Questions à la Une, het bekende magazine van de RTBF, heeft geprobeerd dit dilemma op te lossen door Nick Rodwell (buiten zijn medeweten) te filmen om de reportage Heeft Kuifje zijn ziel aan de duivel verkocht? evenwichtig te maken. Maar ook om het bestaan van de beruchte 'zwarte lijst' van Moulinsart zwart op wit te bewijzen.

Als een van de mensen die in de reportage geïnterviewd worden, kan ik mij niet uitspreken over het eindresultaat en over de gewettigdheid van het gebruik van een verborgen camera. Ik ben een journalist en een liefhebber van Kuifje, geen jurist. Maar één ding weet ik: ondanks alle gebreken die men hem toeschrijft, zou Hergé nooit de uitzending van om het even welk programma over zijn werk verboden hebben, zeker niet van een zender, de RTBF, waarmee hij altijd in goede verstandhouding heeft samengewerkt.