N-VA viseert kritische cultuurhuizen
Dehandschutter viseert in de eerste plaats de KVS, waar onlangs een avond werd georganiseerd tegen de splitsing van het land. Het is ongebruikelijk dat politici zich mengen in de programmatie van gesubsidieerde instellingen.
Bij Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) ligt een batterij schriftelijke vragen over de KVS van de hand van Vlaams Parlementslid Lieven Dehandschutter, woordvoerder voor cultuur van de N-VA. Onderwerp is de thema-avond Niet in onze naam van 21 januari, waar een grote groep kunstenaars zich uitsprak tegen de splitsing van het land. Dehandschutter wil weten wat “de kosten voor dit evenement waren en op welke wijze en door wie de KVS daarvoor vergoed werd”, hoeveel de zaalhuur betrof en hoeveel de persconferentie gekost heeft.
Propaganda-avond
Dehandschutter wil voorts weten “waarom de ticketverkoop via de KVS werd georganiseerd” en “op welke manier de KVS betrokken was bij het initiatief.” Ook zou de N-VA’er graag bevestigd zien dat de avond “geen enkele niet-gedekte externe kost” voor de KVS tot gevolg had. De vragen wijzen allemaal in dezelfde richting: de Vlaams-radicale partij wil onderzoeken of er Vlaams overheidsgeld besteed is aan een cultureel evenement met een politieke boodschap die haar niet welgevallig is.
“Vragen stellen is mijn plicht”, reageert Dehandschutter. “Ik neem aan dat de artistieke programmatie in vrijheid moet kunnen gebeuren. Wij merken dat er in bepaalde culturele instellingen systematisch een niet onbelangrijke strekking van de Vlamingen niet vertegenwoordigd wordt. Dat roept vragen op.” Artistiek leider Jan Goossens van de KVS weigert aan De Morgen elke commentaar “om een polemiek te vermijden”, maar zegt dat “alle vragen punt voor punt beantwoord zullen worden.”
Het is niet de eerste keer is dat de N-VA zich in Vlaams Parlement roert over kritische cultuurhuizen. Vorig jaar nam Dehandschutter de Soirée Belge van het Vlaams-Nederlandse debatcentrum Huis deBuren op de korrel. “Los van de vraag of het wel de taak is van een Vlaams-Nederlands Huis om een evenement over de ideaalbeelden van België te organiseren, kun je je afvragen of de manier waarop dit thema werd aangepakt niet anders kan”, zei Dehandschutter daarover. “Een dergelijk thema wordt beter objectief behandeld. De manier waarop dit werd aangekondigd, doet denken aan een pure propaganda-avond.” Ook toen stelde hij kritische vragen over de subsidies van deBuren en over de kwestie “of de organisatie van een Soirée Belge tot de gesubsidieerde taken van dit huis” behoort.
Het is ongebruikelijk dat politici zich mengen in de artistieke programmatie van gesubsidieerde instellingen. In 2005 vroeg het Vlaams Belang wel al om de intrekking van de subsidies voor de KVS, vandaag komen de kritische vragen vanuit de regeringsmeerderheid.
N-VA staat binnen die meerderheid evenwel alleen met haar houding. Bevoegd minister Schauvliege blokte de kritiek af met de vaststelling dat het “niet aan mij is om me uit te spreken over de inhoud zelf van die avond.” Namens sp.a reageert volksvertegenwoordigster Yamila Idrissi ‘geschokt’ op de N-VA-vragen. “De programmering van cultuurhuizen moet voorbehouden blijven aan de artistieke vrijheid van een culturele instelling, en niet aan ons, politici.”
“Het antwoord van minister Schauvliege stelt ons gerust”, zegt Dorian Van den Brempt, directeur bij deBuren. “Wij zijn een huis van debat en ontvangen Mark Eyskens met evenveel respect als Dyab Abou Jahjah. De N-VA laat zich weer kennen als een partij met bijzonder lange tenen. In Nederland zouden dergelijke vragen nooit gesteld worden in het parlement, zelfs niet door Geert Wilders.”