Direct naar artikelinhoud

De diepe kloof tussen theorie en praktijk

"Nu kan het puin ruimen eindelijk beginnen", temperde de voorzitter donderdag de euforie. Van het handvol leden dat spontaan naar het lokaal was afgezakt. Alle miserie van de voorbije maanden leek ineens vergeten. "Het wordt weer als vroeger", werd gejubeld en sommigen speelden zelfs met de idee om al het werkloze geld op de beleggingsrekening ineens in te zetten. De beurzen hadden immers de hele dag gedanst op het verleidelijke ritme van stijgende koersen. Bovendien hadden we woensdag een pakketje KBC-aandelen gekocht en die een etmaal later met een winst van 15 procent weer van de hand gedaan. Een berekende gok, want we waren er nagenoeg zeker van dat de Europese leiders alles uit de kast zouden halen om de markten gerust te stellen. Dat doen ze immers altijd als mislukken niet langer een optie is en de Unie op sterven na dood lijkt. Dan worden de rangen uit bittere noodzaak gesloten en blijkt ineens wel te kunnen wat twee jaar lang onmogelijk bleek.

Maar de voorzitter predikte geduld. Hij eiste meer zekerheid en wees erop dat de indexen zich ondanks de forse stijging nog steeds op een verontrustend dieptepunt bevonden. Onze snelle winst werd, niet helemaal onterecht, als een toevalstreffer afgedaan en hij waarschuwde -"beter een beetje minder winst dan een groot verlies" - voor impulsaankopen. En hij heeft overschot van gelijk. Er is immers veel meer nodig dan een korte opstoot. Pas als Europa het rollen van de spierballen ook in daden weet om te zetten doen we weer mee. We werden namelijk iets te vaak door loze beloften en halfslachtige oplossingen misleid. Maar we zijn wel blij met het akkoord natuurlijk. Al blijft het angstig afwachten of met dit 'allesomvattende' plan niet vooral tijd werd gekocht. Daar is op zich niet mis mee. Op voorwaarde dan wel dat die nuttig wordt besteed en Europa niet weer op zijn lauweren gaat rusten. Dit is immers pas de eerste stap in een lang en louterend proces dat moet leiden naar een Unie waarvan alle leden ook op economisch en monetair vlak dezelfde taal spreken.

Er moet dus verder worden gewerkt. Niet, zoals Guy Verhofstadt terecht opmerkte, door één of twee keer per jaar de koppen bij elkaar te steken maar door voortdurend de vinger aan de pols te houden en de reactiesnelheid gevoelig op te drijven. Het zijn immers precies die chronische besluiteloosheid en gebrek aan daadkracht die ervoor hebben gezorgd dat de eenheidsmunt in woelige wateren terechtkwam. Griekenland kon zich met opgeleukte cijfers in de Unie bluffen en ook een aantal andere landen kregen veel te vlot een 'wildcard' zonder dat naar hun plaats op de ranglijst werd gekeken. De Unie blonk uit door onvoorzichtige laksheid en liet de boel de boel. Tot de begrotingsontsporingen ook de sterke landen, lees banken, dreigden te besmetten. Maar zelfs toen de ondergang dreigde, bleef men hardnekkig voor eigen deur vegen en liet men de toestand verzieken. We kunnen enkel maar hopen dat de Europese leiders zich nu niet wentelen in triomfalisme maar eindelijk lessen durven trekken uit hun mislukking. Misschien kan het helpen eens uit te tellen hoeveel miljarden minder ze hadden moeten garanderen als ze tijdig de hand aan de ploeg hadden geslagen en zich niet onnodig lang hadden laten gijzelen door de Grieken of de strapatsen van een schertsfiguur als Berlusconi.

Het plan oogt mooi op papier en staat vol goede voornemens. De verscherpte onderlinge controle en de hernieuwde solidariteit rond de eenheidsmunt klinken bemoedigend. De schuldherschikking geeft de Grieken weer enig perspectief. De bijkomende vuurkracht voor het noodfonds oogt geruststellend, net als de vooropgestelde herkapitalisatie van de banken. Maar het plan voor een 'nieuw Europa' zal pas zijn deugdelijkheid bewijzen als al die mooie theorie wordt omgezet in de praktijk. En dat kan alleen door een grondige mentaliteitsverandering die iedereen duidelijk maakt dat de Unie niet langer een reus op lemen voeten is maar stilaan een echte ploeg wordt waarin gedisciplineerde spelers bereid zijn voor elkaar door het vuur te gaan. Zo niet lijkt elk reddingsplan, hoeveel duizenden miljarden er ook worden ingepompt, op voorhand tot mislukken gedoemd. De markten zullen immers elk detail op zwakheden testen en als het kan genadeloos afstraffen.