Dodental dubbele aardbeving Iran loopt op tot boven de driehonderd
Het dodental als gevolg van de dubbele aardbeving die zaterdag in Iran plaatsvond is gestegen naar 306. Dat heeft de Iraanse minister van Gezondheidszorg Marzieh Vahid Dastjerdi gezegd. Zondag is de zoektocht naar overlevenden gestaakt.
Volgens Dastjerdi is het aantal slachtoffers gestegen, omdat enkele tientallen mensen in het ziekenhuis zijn overleden aan hun verwondingen. Onder de doden zijn 219 vrouwen en kinderen. Bij de aardbevingen raakten meer dan drieduizend mensen gewond.
Sinds de aardbeving is het bergachtige noordoosten van Iran herhaaldelijk opgeschrikt door tientallen naschokken. In het gebied, nabij de grens met Azerbeidzjan en Armenië, wonen zo'n driehonderdduizend mensen.
De stadjes Ahar, Haris en Varzaqan werden zwaar getroffen. Zeker twaalf dorpen werden volledig met de grond gelijk gemaakt, terwijl meer dan vierhonderd dorpen aanzienlijke schade opliepen.
Geen buitenlandse hulp
De Iraanse Rode Halvemaan liet intussen weten geen buitenlandse hulp nodig te hebben. Diverse landen en organisaties boden hulp aan, maar de Rode Halvemaan zei in staat te zijn alle steun die nodig is te geven aan de getroffen gebieden.
De hulporganisatie zet momenteel 860 vrijwilligers in. Deze zetten tenten op en delen voedsel en andere noodhulp uit.
Zo'n 16.000 mensen hebben de nacht doorgebracht in de open lucht, in noodopvangplaatsen en in tenten. De Rode Halve Maan heeft er al drieduizend opgezet in een sportstadion. De hulporganisatie is goed voorbereid om direct hulp te verlenen bij dit soort rampen. Er ligt een grote voorraad noodhulpgoederen klaar en er staan permanent reddingsteams ter beschikking.
Iran ligt op meerdere breuklijnen. Gemiddeld is er minstens een aardbeving per dag. De overgrote meerderheid van die bevingen is echter zo licht dat ze niet eens worden opgemerkt. Maar in 2003 kwamen 26.000 mensen om bij een beving die de stad Bam verwoestte.