Direct naar artikelinhoud

'Topsport is niet langer tweede keuze'

U doet meer dan supporteren voor onze jongens en meisjes op de Spelen. U betaalt ook: 22,5 miljoen euro aan Vlaams belastinggeld gaat naar topsport. De Morgen sprak met zij die het (mee) beheren: Paul Rowe, directeur topsport bij Bloso en Gert Vande Broek, chef sport van minister Philippe Muyters. 'Gaan we echt het idee creëren dat onze atleten overbetaald zijn?'

De ene is een directeur en de andere een chef, maar aan tafel in de 'Faculty Club' in Leuven is het wel gezellig. Paul Rowe (Bloso) en Gert Vande Broek (kabinet Muyters) studeerden samen, doceerden samen aan de KU Leuven en werken nu samen aan het Vlaamse topsportbeleid.

Het interview is niet bedoeld als verhoor, meer als een voorschot op de vragen die straks zullen komen na de Spelen van Londen. Waarom haalt België, Vlaanderen in dit geval, zo weinig medailles?

Nederland haalde in Peking 2008 zestien medailles, België twee. In Athene 2004 was het tweeëntwintig tegen drie. Waarom zij wel en wij niet?

Paul Rowe: "Nederlanders zijn het tweede grootste volk ter wereld, na de Tutsi's. Gemiddeld 8 centimeter groter dan de Vlaming. In veel sporten is dat een fenomenaal voordeel. Verder zijn we voor 99,7 procent genetisch gelijk aan de chimpansee. Maar de eenheid van dat volk, achter die Nederlandse vlag, dat is anders dan de Belgische identiteit."

Gert Vande Broek: "En er is de ondernemingszin van de Nederlanders, als veroveraars van de zeven wereldzeeën. Zin voor ondernemen, voor risico: dat ligt minder in de Vlaamse aard.

"Dat maakt het minder evident om in Vlaanderen een topsportbeleid uit te tekenen.

Rowe: "Vlamingen volgen het vaste traject: lagere school, middelbare school, universiteit, werken. Eerst een diploma, no matter what. Voor alle duidelijkheid: deze stelling geldt voor de Vlamingen die de Spelen niet gehaald hebben."

Is dat de reden dat succes in jeugdcompetities niet doorgetrokken wordt naar seniorencompetities: de belasting door het onderwijs?

Vande Broek: "Daar zat wel een waarheid in. De Vlaming met topsporttalent, die vroeger voor zekerheid koos, kan nu door flexibilisering van het hoger onderwijs wel met succes zijn studietraject plannen. Topsport is dan niet langer de tweede keuze."

Rowe: "Maar het is een fabeltje om te denken dat wij het enige land ter wereld zijn dat beter presteert bij de jeugdcompetities dan bij senioren. Er is een wetmatigheid die zegt dat je voor elke seniorkampioen vier jeugdkampioenen nodig hebt. We staren ons daar te veel blind op."

Over de combinatie school en sport: minister Muyters heeft het aanbod in de topsportscholen beperkt: de eerste graad werd uitgedoofd en de richting handbal helemaal geschrapt.

Vande Broek: "De focus in de berichtgeving is geweest: minister Muyters heeft die graden gesloten, die richtingen uitgedoofd. Sta mij toe dat te kaderen: de topsportscholen bestaan dertien jaar. En deze minister heeft het aangedurfd om de werking te evalueren. Niet enkel met het populistische idee: 'Wat is de output? Hoeveel atleten op de Spelen komen uit de topsportschool?' Een topsportschool heeft een ruimere impact op het klimaat binnen een sporttak. Bijvoorbeeld: expertisewinst bij trainers. Carl Maes is één van de beste trainers van het land, en hij is begonnen als tenniscoach van de VTV op de topsportschool in Wilrijk."

Rowe: "Even verduidelijken: het budget voor topsportscholen is nooit gezakt. Dat was 185.000 euro in 1998 en vandaag is dat 2,3 miljoen. Het is geen verhaal van minder."

Vande Broek: "Neen, het is een verhaal van responsabiliseren en optimaliseren. Bij uitstek in een kleine regio als Vlaanderen is dat noodzakelijk. Het gaat ook om het verbeteren van instroom- en uitstroomprojecten. In handbal viel je na de topsportschool terug op een trainingsweek van drie trainingen. Omdat er geen volwaardig topsporttraject nadien voorzien was. "

Rowe: "Dan komen goed opgeleide jongeren uit een topsportschool, maar geen topsporters. De doorgevoerde aanpassingen in het aanbod zijn voor handbal zeer ingrijpend geweest, maar verder is dat in harmonie met de sector gebeurd."

"Topsport is een jong gegeven. We hebben geen vijftig jaar ervaring. Ook Bloso evolueert, van een subsidiërende instantie naar een instelling die investeert en daarvoor resultaten verwacht. Dat is wat gebeurd is bij de topsportscholen. De boodschap voor de federaties: 'Wij investeren, maar we verwachten een output. De federaties weten nu: aan de geldkraan zit een hond die meer doet dan blaffen.'"

39 Vlaamse atleten hebben op dit moment een 'tewerkstellingscontract' bij Bloso. De kritiek daarop is dat de bezoldiging te hoog ligt. Dat een contract te weinig uitdaagt.

Rowe: "Die kritiek is gemakkelijk. Voor wie is een contract waarin staat dat je een achtste plaats moet halen op Spelen of WK weinig uitdagend? Elk Blosocontract heeft een beperkte duur: van een paar maanden tot twee jaar. En twee jaar geldt alleen voor de certitudes voor de Spelen. Zou er iemand redeneren: 'Eindelijk, ik ben ambtenaar. Ik ben er. Neen, toch?"

Nederland - opnieuw - betaalt zijn topsporters minder.

Rowe: "Het stipendium in Nederland ligt inderdaad lager."

Vande Broek: "Maar gaan we nu echt het idee creëren dat overheidsatleten overbetaald zijn? Dat is totaal fout, sorry."

"Onze topsporters worden echt niet rijk van topsport. Deze polemiek verdienen ze niet. Een afgestudeerde kinesist (Hans van Alphen, JPDV) krijgt een licentiaatswedde, maar met een uitgebouwde praktijk verdient hij wellicht meer en bouwt hij aan een stabiele toekomst. Laten we dat vooral respecteren en niet het idee voeden dat topsporters grootverdieners zijn. Natuurlijk dagen we voldoende uit: aan elk contract zit een stevige resultaatverbintenis."

Rowe: "Er is geopperd in een vorige legislatuur om een premiestelsel in te voegen. Op zich kan niemand daar tegen zijn. Maar, laten we niet flauw doen, dat zou een serieuze premie moeten zijn. Geen 500 euro voor een medaille. We hebben destijds een paar simulaties gemaakt: dat ging tot 2,5 procent van het Vlaamse topsportbudget, een half miljoen euro. De vraag is dan: welke maatregelen gaan we schrappen. Stages schrappen, trainers schrappen,... Dan komt van die kant terecht het verwijt: 'Ja maar jongens, dit is niet meer redelijk.' De conclusie is..."

Vande Broek: "Er is geen vet op de soep. Om dat te illustreren: Arjen Robben mist een strafschop en daardoor mist Anderlecht 15 miljoen voor Champions Leaguedeelname. Die 15 miljoen staat voor nagenoeg ons hele topsportbudget. Eén penalty."

Een krant schreef: Vlaamse sporters halen succes ondanks de structuren.

Rowe: "Bent u zelf met de auto naar hier gekomen? Ja? U heeft over een autostrade gereden die de overheid heeft gefinancierd. Wat ik bedoel: het is bon ton om te zeggen dat de overheid niks doet. In de bedrijfswereld hoor je dat verhaal ook. Maar de overheid biedt wel een onderwijssysteem aan - lager, middelbaar, universiteit/hogeschool - dat iedereen toelaat om zich egalitair en meritocratisch te ontplooien. Ik daag u uit om de lijst van de Vlaamse atleten te overlopen en na te gaan wie van hen zijn weg heeft gemaakt volledig buiten de werking van het topsportbeleid. Volgens mij zijn het er nul."

Vande Broek: "In zekere zin zijn alle atleten selfmade. Zij hebben de keuzes gemaakt, de opofferingen gedaan en de inspanningen geleverd."

Rowe: "Volledig mee akkoord. Maar even aanstippen dat omkadering geld kost. Om een idee te geven: voor iconen als Evi Van Acker en Tia Hellebaut betaalt de belastingbetaler jaarlijks 150.000 tot 200.000 euro. En dat betekent dus niet dat Hellebaut 200.000 euro krijgt. Dat gaat naar trainers, naar stages, naar wetenschappelijke begeleiding. Alles om in ideale omstandigheden aan topsport te kunnen doen."

"Op de nominatieve lijst van Bloso staan ongeveer 1.700 topsporters (van geïdentificeerd talent tot elitesporter) die de Vlaamse overheid op één of andere manier ondersteunt. Daar tegenover staat een topsportbudget van dik 20 miljoen euro. Dat maakt een gemiddelde investering van 10.000 tot 12.000 euro per kop. Dat is toch al geld, neen?"

De kostprijs voor één olympische medaille wordt geschat op vijf miljoen. Vlaanderen, met een budget van 22,5 miljoen, moet vierenhalve medaille halen.

Vande Broek: "Zo mag je dat niet bekijken. Dan wordt het waanzin. We moeten focussen. Alleen atleten met een hoge waarschijnlijkheid op succes kunnen de optimale condities krijgen. Iemand zoals Tia Hellebaut, dat zou 'all inclusive' moeten zijn voor wat betreft programma en omkadering. Er moet niet alleen een grote succeskans bestaan, ook de toegevoegde waarde van elke investering met belastinggeld moeten kunnen aangetoond worden."

"Op dit moment loopt 'the global race for medals'. De Chinezen doen mee, de Brazilianen gaan erbij komen. De concurrentie neemt toe en het aantal medailles blijft gelijk. 302 medaille-events, dat gaan er in Rio niet meer zijn. Als we middelen gaan versnipperen, doen we helemaal niet meer mee."

Rowe: "Focussen is goed. Mensen uit productonwikkeling zeggen: zet middelen te verspreid in op research en development en je krijgt veel redelijk goeie producten. Zet veel geld in op specifieke research en je krijgt drie topproducten. Topsport gaat over topproducten. Elke topsporter is een hoogtechnologisch prototype."

Kan de kleine regio Vlaanderen zich niet richten op de niches? Sporten die wel olympisch zijn, maar waar de concurrentie kleiner is.

Rowe: "Ik heb ooit moeten solliciteren voor mijn job. De vraag was: 'waar zou jij geld inzetten?' Dan zeg ik: indien alleen het aantal medailles telt, op damesevents en niches. De helft van de vrouwelijke bevolking is om allerlei culturele en sociologische redenen uitgesloten van topsport."

Vande Broek: "Nog eens over de 'global medal race': iedereen wil medailles. Er zijn niches, maar ze worden schaars. Daarom wordt de vraag: bestaat er draagvlak voor die niches?"

Rowe: "Concreet: bobslee is een punt van discussie. Een fantastisch project, maar is er draagvlak voor meer dan een leuk televisieprogramma? Pikt de publieke opinie dat daar overheidsgeld naar toe gaat? Je zou het kunnen doen: sporten uitkiezen waarin rap iets te maken valt. En dan pakken we misschien zeven medailles in sporten waar de modale Vlaming nauwelijks van gehoord heeft. In Grieks-Romeins worstelen en skeleton bijvoorbeeld."

Vande Broek: "Australië heeft zo een paar medailles meegepikt. Het is een delicate discussie: zijn alle medailles even veel waard?"

Rowe: "Kijk naar gymnastiek. We hebben drie keer een allround gymnaste op de Spelen. Aagje in 2004, Gaëlle Mys in 2008 en nu opnieuw in Londen. Met een allroundfinale (top 24) in Athene en Peking als resultaat. Daar is nooit een vraag over gesteld. Niet in de krant, niet in het parlement. Van Aagje kun je zeggen dat haar prestatie voor de gymnastiekwereld haast de impact had van een medaille."

"Over een topachtplaats van een bobslee team komen wel vragen."

Tot slot: dit gaat over Vlaanderen, de regio die het best scoort inzake topsport. Maakt Wallonië een inhaalbeweging?

Vande Broek: "Ik denk het. We komen van Athene waar 46 van de 51 atleten Vlaams waren.

"In Londen zal het al eerder een zeventig/dertig verhouding zijn. Er is in deze legislatuur een samenwerkingsakkoord met de drie gemeenschappen en het BOIC afgesloten. De verstandhouding tussen de drie ministers van sport is overigens optimaal."

Rowe: "We hebben een heel mooi project met 'Be Gold' (52 atleten in London), waarbij de gemeenschappen en het BOIC sinds 2004 structureel samen werken. We proberen de lat ook even hoog te leggen. Het kan niet dat je bij ons voor tewerkstelling top acht in Europa moet zijn en in Wallonië top vijftig, of omgekeerd. Of dat de criteria voor EK en WK-deelname verschillend zijn. Daar werken we aan."