Direct naar artikelinhoud

De grootkapitalist in de christelijke arbeidersziel

Net zoals Faust zijn ziel verkocht aan de duivel, verkocht de christelijke werknemersbeweging ACW de hare aan de beurs. Voor de managers van de katholieke geldzuil stond de coöperatieve gedachte gelijk aan het uitbouwen van een internationale financiële groep. Zolang de jackpot rinkelde werden sentimenten ingeruild voor dividenden. Tot de geldstroom opdroogde.

De coöperatieve gedachte is helemaal niet kapot. Ze is beresterk." Dat benadrukte CD&V-vicepremier Steven Vanackere, het speerpunt van het ACW in de regering, begin deze week. "Alleen heeft men, door een alliantie aan te gaan met financiële instellingen, zijn broek gescheurd", klonk het.

Wie iets verder grasduint in de manier waarop de wizkids van de christelijke arbeidersbeweging de voorbije kwarteeuw handelden, kan niet anders dan opmerken dat allianties met de haute finance niet de voornaamste, maar de enige echte drijfveer waren. Nagenoeg alle andere coöperaties waar de arbeidersbeweging actief in was, werden verpatst. Naar buitenuit werd gesproken over verantwoord ondernemen en corporate social responsibility. Achter de schermen was 'meer en groter' het leidmotief van een nieuwe generatie financiële managers.

Het begin van de katholieke coöperaties, in de tweede helft van de 19de eeuw, is nochtans bescheiden en aarzelend. Het is pas na de Eerste Wereldoorlog dat de christelijke arbeidersbeweging systematisch haar coöperatieve vleugel begint uit te bouwen, vooral uit reactie op het succes van de socialistische tegenhangers. Het zakencijfer van de Gentse katholieke coöperatie Het Volk bedraagt op dat moment slechts een tiende van dat van de socialistische Vooruit.

In 1925 wordt de Spaarbank der Christelijke Werklieden opgericht. Onder het motto 'houd arbeidersgeld in eigen hand' wordt via een fijnmazig netwerk geld opgehaald bij de katholieke arbeiders. Dat komt terecht bij 28 gewestelijke coöperatieve holdings en wordt geïnvesteerd in de arbeidersspaarkas en andere bedrijven.

Dankzij een zeer voorzichtig beleggingsbeleid overleeft de Spaarbank probleemloos de crash van Wall Street in 1929. Na de hervorming van het financieel systeem wordt ze in de jaren dertig omgedoopt tot BAC Centrale Depositokas. De bank groeit gestaag, maar in het begin van de jaren zeventig duikt een existentiële vraag op: blijft BAC een simpele spaarkas met het risico dat ze marktaandeel verliest, of wordt ze een commerciële bank die meespeelt met de grote jongens? Het wordt de tweede optie.

Onder impuls van de flamboyante topman Hubert Detremmerie wordt de focus verlegd van coöperatief sparen naar corporate finance.

BAC investeert in enorme vastgoedprojecten zoals de bouw van het Europees Parlement. Er komt een poot uit voor vermogende cliënten en de bank opent vestigingen in Luxemburg en de Kaaimaneilanden. Detremmerie laat zelfs verstaan dat een beursgang van Bacob - zo heet de instelling ondertussen - niet uitgesloten is. De verdamping van de coöperatieve gedachte is ingezet.

Het proces wordt versneld als Detremmerie, na 33 jaar als directievoorzitter, begin 1995 de baan ruimt voor Dirk Bruneel. Terwijl de eerste met één been in de financiële sector stond en met het andere in de arbeidersbeweging, is zijn opvolger niet gepokt en gemazeld in het ACW. Hij is in de eerste plaats bankier.

Uitverkoop

Intussen is er een fundamentele koerswijziging gebeurd bij Groep C, zoals de financiële tak van het ACW dan heet. Daar heeft op het eind van de jaren tachtig Rik Branson zijn intrede gedaan. Branson, die van de Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv komt, moet aan de zijde van voorzitter André Vindevogel de ommekeer realiseren. "Daarbij blijven we trouw aan de coöperatieve gedachte, maar sluiten we de ogen niet voor de realiteit", stelt Vindevogel cryptisch.

Groep C wordt in 1991 omgevormd tot Arco. De uitverkoop van de ACW-bedrijven start, maar niemand die erover valt. In de media wordt bericht over individuele verkopen, maar het globale plaatje wordt niet gegeven. Een van de weinigen die zich vragen zullen stellen bij de evolutie is Didier Verbruggen. Hij schrijft er een thesis over en herwerkt die in 2005 tot het boek De uitverkoop van het ACW.

Daarin gaat Verbruggen onder meer na hoe en waarom de onderdelen verkocht werden. Vanaf 1992 komt bureauticaverdeler Samko bijvoorbeeld gefaseerd in handen van het Nederlandse Ahrend. "We konden niet anders", klonk het bij Arco. Volgens Samko-directeur Frans D'Haeyer had de zuil het bedrijf makkelijk kunnen redden door een fout gelopen investeringsoperatie recht te trekken.

Een jaar eerder was Antoon Van Melkebeek, de directeur van de krant Het Volk en drukkerij Sofadi, aan de deur gezet door ACV-voorzitter Willy Peirens. Van Melkebeek zou niet in staat geweest zijn een nieuw concept voor de verlieslatende krant uit te werken. Klopt niet, aldus de ontslagen directeur. Peirens wilde zijn handen gewoon vrij hebben om Het Volk te verkopen. Het Arbeidshof van Brussel oordeelde later dat het ontslag onterecht was. Het kostte Sofadi 150.000 en de vakbondsvoorzitter persoonlijk 6.250 euro.

Het Volk wordt in 1994 verkocht aan de Vlaamse Uitgeversmaatschappij. Reisbureau Ultra Montes is dan net ondergebracht bij Belgian International Travel (BIT) en verhuist later naar reisgigant TUI. En een jaar later wordt marketingbureau Leeward en Windward omwille van schaalproblemen verpatst aan Trëma, dat in 2002 op de fles gaat. Drukkerij Sofadi is dan al verkocht, naar verluidt voor een kleine 20 miljoen euro. Voor de vakantiecentra Hengelhoef en Zon & Zee legt de federale overheid in totaal 33 miljoen euro op tafel. Vakantiecentrum Iepenburg in het Antwerpse Schoten verandert voor ongeveer 3 miljoen van eigenaar.

Zo verdwijnen de sporen van de katholieke zuil in het Belgische ondernemerslandschap nagenoeg volledig. Op de financiële poot na natuurlijk. Daar zit immers het grote geld. Tegelijk met de desinvesteringen gaat de ACW-bank op overnamepad. Bruneel neemt Paribas Bank België over voor ongeveer 1,1 miljard euro. Later volgt ook Paribas Nederland. Het geheel wordt omgedoopt tot Artesia.

De financiering voor de overname moet van Arco komen, dat daarvoor steeds meer aandeelhouders-coöperanten nodig heeft. In de Bacob-bankkantoren worden op het einde van de jaren negentig massaal Arco-coöperanten geronseld. In de topjaren 1997 en 1998 levert deze 'alternatieve beursgang' bijna een half miljard euro op. Investeerders krijgen te horen dat het om een veilige belegging gaat met een vast dividend. "U mag hier met gesloten ogen op intekenen", klinkt het in de Bacob-folders.

De bevriende politici hebben voor een gunstig fiscaal regime gezorgd. Bovendien is er een waaier aan coöperatieve voordelen, van gratis rechtshulp over kortingen op vakanties tot een voordelig abonnement op de bevriende VUM-kranten.

Lernout & Hauspie

Bacob en Paribas zijn, hoewel totaal verschillend van cultuur, geen onbekenden voor elkaar. Detremmerie is net als Paribas-topman baron Maurice Wollecamp een van de eerste believers in Lernout & Hauspie. Onder zijn impuls steunt Bacob L&H al in een vroege fase. Beide financiële instellingen pompen steeds meer kredieten in de Ieperse specialist van taaltechnologie. Op het hoogtepunt gaat het om 250 miljoen euro.

Een deel daarvan gaat naar het management van L&H, dat het geld in de beruchte language development companies pompt. Dat zijn vennootschappen die een kunstmatige omzet genereren. De band tussen de language development companiesen de L&H-bestuurders wordt verborgen gehouden. Na zijn vertrek als Bacob-directievoorzitter neemt Detremmerie slechts twee bestuursfuncties op. Een ervan is bij L&H. Hij zal er blijven tot aan het faillissement.

De ACW-top begint zich op het einde van de jaren negentig wel stilaan zorgen te maken. Vooral over de mogelijke impact van het L&H-dossier op Artesia, waar zowat al hun geld in zit. Het fusieaanzoek van Dexia in 2000 wordt dan ook gretig aangenomen. Een jaar later, net voor L&H op de fles gaat, is de deal beklonken.

Bij de presentatie van de halfjaarresultaten van Dexia in 2001 maakt topman Pierre Richard duidelijk wat de fusie voor de christelijke arbeidersbeweging betekent. "Het coöperatief en christelijk-sociaal karakter van Bacob en DVV zal plaats moeten ruimen voor een kapitalistisch karakter met nadruk op de creatie van aandeelhouderswaarde", klinkt het onomwonden. Niemand bij de christelijke arbeidersbeweging die daar graten in ziet.

De beweging mag dan al de grootste aandeelhouder van Dexia zijn, veel sociale accenten vallen er niet te bespeuren. Of het nu over bonussen gaat of over toplonen, in niets onderscheidt de bank zich van andere financiële instellingen. Zo stemmen de vertegenwoordigers van het ACW in de raad van bestuur zonder morren in met excessen zoals een extra pensioentje voor topman Richard. Als de Fransman in 2006 stopt als CEO - daarna wordt hij voorzitter van de raad van bestuur - ligt als beloning voor zijn visionaire strategie tot 2026 een jaarlijkse aanvullende pensioenuitkering van 583.000 euro te wachten. Die loopt vandaag nog steeds gewoon door. Nochtans bleek ondertussen dat het onder zijn leiding was dat Dexia uitgroeide tot een hefboomfonds, zoals Jean-Luc Dehaene verklaarde.

Bij Dexia Verzekeringen gebeuren er ook opmerkelijke zaken. Zo berichtte Knack vorig jaar over een directiecomité van mei 2011 waarin het topmanagement zich over twee anonieme brieven buigt. Daarin wordt gesproken over het buitenissige vastgoedpatrimonium van CEO Guy Roelandt en zijn geregelde reizen naar het belastingparadijs Barbados, waar Dexia Insurance herverzekeringscontracten met grote Canadese banken heeft lopen. Een nauwe medewerker van Roelandt blijkt via een Zwitsers filiaal een bonus van 900.000 euro te hebben gekregen. Een uitbetaling waar zelfs de Zwitserse fiscus vragen bij heeft. Een intern onderzoek dat snel wordt afgehandeld, brengt evenwel geen onregelmatigheden aan het licht. Roelandt werd vorig jaar, na 19 jaar als CEO, wel vervangen.

Hier en daar mort er wel een militant, maar kritische stemmen worden overstemd door het gerinkel van de geldmachine. En die draait op volle toeren. In 2007 verklaart een triomfantelijke Branson dat hij elke maand zakenbankiers over de vloer krijgt. "We luisteren uit beleefdheid, maar wijzen hen dan vriendelijk de deur. We zijn aandeelhouder van Dexia voor de lange termijn. Als Dexia's rendement op eigen vermogen eens een jaar 15 procent is en niet 20 procent, dan is dat voor ons geen drama." Rendementen van 15 procent komen niet zomaar uit de lucht gevallen. Terwijl de ACW-bestuurders erop zitten te kijken, worden onverantwoorde risico's genomen.

Stroom dividenden

Elke zweem van kritiek wordt in de kiem gesmoord door de cijfers. De koers van het Dexia-aandeel is geen hoogvlieger, maar de stroom dividenden vloeit rijkelijk. Niet alleen via de aandelen die ze in de groep heeft, maar ook via de winstbewijzen. Eind 2000 wordt de vennootschap Sociaal Engagement opgericht. Ironisch genoeg gaat het om een coöperatieve vennootschap. Sociaal Engagement krijgt twee dagen na zijn oprichting een paar honderdduizend winstbewijzen in de bank en verzekeraar als vergoeding voor het aanbrengen van klanten. Tussen 2003 en 2011 int het ACW op die manier 102 miljoen euro. Daarop wordt in totaal 58.000 euro betaald.

Dankzij de groei van Dexia is de marktwaarde van Arco gegroeid tot 5,5 miljard euro. De bankenpoot krijgt het jaar voor de financiële crisis losbarst, maar liefst 133 miljoen euro aan dividenden binnen. Het sprookje blijft echter niet duren. De hele financiële sector gaat aan het wankelen. Bij de crash van 1929 was de ACW-bank een van de weinige die zonder problemen standhielden. Bij die van 2008 is ze een van de eerste slachtoffers.

Premier Yves Leterme, een CD&V'er met een ACW-etiket, moet niet alleen Fortis, maar ook de bank van zijn eigen zuil redden. Hij zet de ACW-top zwaar onder druk om nieuw geld in Dexia te pompen. Die aarzelt, nagenoeg hun hele hebben en houden zit er al in. Hiervoor nog extra lenen houdt enorme risico's in. Maar Leterme wringt de beweging de arm om en ze gaan door de knieën. In ruil zullen de particuliere Arco-aandeelhouders wel een overheidswaarborg krijgen. Het ACW wil via de waarborg absoluut vermijden dat de coöperanten zich tegen hen keren. Vandaag dreigt de waarborg - die de belastingbetaler 1,5 miljard kan kosten - door de Raad van State op de helling te worden gezet.

In 2011 krijgt Dexia een nieuwe klap te verwerken en is het sprookje definitief voorbij. De Frans-Belgische groep wordt ontmanteld. De Belgische bank en verzekeraar worden genationaliseerd en herdoopt tot Belfius. Het ACW ziet zijn spaarpot in rook opgaan en moet Arco vereffenen. Al blijkt de beweging wel nog over winstbewijzen te beschikken. Ondanks het feit dat de overheid 100 procent eigenaar is moeten worden, heeft de beweging nog steeds recht op een deel van de winst. In januari van dit jaar bereiken het ACW en Belfius na lang onderhandelen een akkoord over de verkoop van de winstbewijzen. De deal levert de beweging in totaal 110 miljoen euro op.

In dienst van de mens

De zware aanval van de N-VA op de fiscale constructies van het ACW zaait twijfel in de rangen van de tienduizenden vrijwilligers. ACW-topman Patrick Develtere slaat terug met een persconferentie waarin hij, bijgestaan door fiscaal advocaat en hoogleraar Axel Haelterman, brandhout maakt van de N-VA-argumentatie. Er is nooit ten onrechte gebruikgemaakt van de fiscale aftrek voor Definitief Belaste Inkomsten (DBI), klinkt het.

Maar de technisch-fiscale discussie kan bezwaarlijk als de essentie van het debat worden omschreven. In maart 1997 herformuleerde het ACW, naar aanleiding van zijn 75-jarig jubileum, de twaalf fundamentele doelstellingen van de beweging. Een ervan is: economie in dienst stellen van mens en samenleving. "Wettelijke regelingen en sterke sociale bewegingen zorgen ervoor dat de vrije markt wordt gecorrigeerd", luidde het.

Wie het parcours van de voorbije decennia bekijkt, moet hard zoeken om te zien waar het ACW de economie ten dienste heeft gesteld van mens en samenleving, waar de sterkste sociale beweging van het land ervoor heeft gezorgd dat de vrije markt werd gecorrigeerd. In plaats van slachtoffer van de internationale financiële wereld, zoals vandaag wordt beweerd, was ze integraal deel van die wereld.

Ze hadden in de Aeropolis, het immense ACW-hoofdkwartier in Schaarbeek, misschien beter het boek van Verbruggen gelezen. "Net als het ACW is nu ook de coöperatie ontvleesd", schreef hij in tempore non suspecto. "De arconauten zijn ten hemel gevaren. Ze laveren van belegging naar belegging aan het financiële firmament. Ver onder hen krioelt het gewone werkvolk. 'Leden' heeft ze nog wel, zeker. Meer dan 900.000 particulieren bezitten een aandeel in een betere wereld. Ze krijgen op dat aandeel een stevige return. Maar is de coöperatie voor hen meer dan een leverancier van materiële voordelen? Is ze voor hen een dam tegen het geweld van de multinationals dat de wereld overspoelt?"