Direct naar artikelinhoud

Internering: niet alleen voor volwassenen

Jongeren die een ernstig misdrijf plegen maar lijden aan een complex psychiatrisch probleem, moeten geïnterneerd kunnen worden. Dat vindt de Hoge Raad van Justitie. 'Nu vallen ze door de mazen van het net.'

Stel: een man van dertig jaar pleegt op het moment dat hij een psychose doormaakt een overval met geweld. Zo iemand belandt niet noodzakelijk achter tralies. Een strafrechter kan oordelen dat hij niet in staat was zijn daden te controleren en de man interneren. Op die manier kan hij behandeld worden en blijft onze maatschappij toch beschermd. Maar wat als de man in kwestie geen 30 maar 15 jaar oud is?

"Veel jeugdrechters weten niet altijd wat ze met zulke jongeren moeten doen. In de psychiatrische ziekenhuizen zijn er te weinig gesloten plaatsen en in de gemeenschapsinstellingen ontbreekt de aangepaste behandeling. Het gevolg is dat ze nergens goed worden geholpen", zegt Christian Denoyelle.

Denoyelle was tien jaar jeugdrechter in Antwerpen en is nu voorzitter van de Hoge Raad voor Justitie. Het is die Raad die zich de afgelopen weken over het nieuwe Vlaamse jeugddelinquentierecht boog. In een voorontwerp, dat in juli door de regering werd goedgekeurd, wordt gesproken over een nieuwe "inrichting voor gesloten zorg". Kortom: een soort van internering voor minderjarigen.

De Hoge Raad noemt zich principieel voorstander. "Op voorwaarde dat de gesloten zorg voor deze groep ook in de praktijk volledig afgescheiden wordt van de volwassenen", zo klinkt het in een adviestekst die De Morgen kon inkijken. Daarin benadrukt de Raad ook dat "er voldoende middelen moeten worden uitgetrokken om te garanderen dat er werkelijk zorg op maat wordt geleverd".

Volgens Denoyelle is het een kleine groep die vandaag door de mazen van het net valt - hij heeft het over tientallen jongeren. Hij benadrukt wel hun kwetsbaarheid. "De Vlaamse en federale regering moeten dan ook goed nadenken over de begeleiding na hun internering."

Niet iedereen volgt de Vlaamse regering en de Hoge Raad. Professor criminologie Freya Vander Laenen (Universiteit Gent) vindt een vorm van internering voor minderjarigen allesbehalve een goede zaak. "Uit wat ik begrijp heeft men stukken overgenomen uit de interneringswet voor volwassenen. De pijnpunten die de implementatie van die wet met zich heeft meegebracht, kent intussen iedereen."

Vander Laenen wijst naar de verschillende veroordelingen van België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens omdat geïnterneerden hier te vaak zonder de nodige zorgen in de gevangenis belanden. "Er mogen dan wel verschillende centra (de Forensisch Psychiatrische Centra in Gent en Antwerpen, FVG) zijn opgericht, de problemen zijn nog niet weggewerkt."

Ze heeft het over een gebrek aan middelen, die maakt dat er nog steeds geïnterneerden zijn die niet adequaat worden bijgestaan. "Er raken ook maar een beperkt aantal mensen gereïntegreerd in de maatschappij." Vander Laenen snapt niet waarom een regering op dit systeem zou voortbouwen. "Er zijn al niet genoeg middelen voor jeugdhulp."

Onder experts is er ook grote bezorgdheid over het stigma die de gesloten zorg mee kan brengen. "De jongens en meisjes die hiervoor in aanmerking komen, hebben in onze maatschappij wellicht al het stempel 'psychiatrie' of 'jeugdrechtbank' gekregen. Velen vinden zoiets lastig om dragen. De vraag is of een internering hun toekomst niet nog moeilijker maakt", zegt Vander Laenen.

Nog andere adviezen

Hoewel hij het interneringsidee genegen is, zegt ook de voorzitter van de Hoge Raad dat de regering nog een aantal zaken moet uitklaren, voor de wet in januari 2019 van kracht wordt. Zo is nog onduidelijk hoe de evaluaties van de jongeren zullen gebeuren en hoe de nieuwe inrichting er precies uit zal zien. Christian Denoyelle: "Het mag geen klein broertje worden van de interneringsafdelingen voor volwassenen. Wij hebben een volwaardige instelling voor ogen."

Bevoegd minister Jo Vandeurzen (CD&V) kon gisteren niet voor verduidelijking zorgen. Hij laat enkel weten de tekst van de Hoge Raad te zullen doornemen. "Er volgen nog andere adviezen."