Direct naar artikelinhoud

Insecten krijg je dus ook kapot

Het aantal insecten is dramatisch gedaald, zo blijkt uit een grootschalig Duits onderzoek. Reden tot grote bezorgdheid, vinden biologen en ecologen.

Minder insecten op de autoruit, in de slaapkamer, in het gezicht bij het fietsen. Wat veel mensen al aanvoelden, blijkt waar: het insectenbestand is de afgelopen decennia dramatisch gedaald. Buitengewoon verontrustend, vinden biologen, want insecten vormen een van de pijlers waarop de levende natuur rust. Hoofdverdachte van het verval: de intensieve landbouw.

"Je zou zeggen: insecten, die krijg je niet kapot", zegt de Nederlandse hoogleraar ecologie Hans de Kroon (Radboud Universiteit). "Dat geeft al aan dat hier echt iets bijzonders aan de hand is. Dit zit helemaal niet goed." In Duitse natuurgebieden is de hoeveelheid insecten de afgelopen kwarteeuw met liefst 75 procent geslonken, zo maakte een onderzoeksteam onder leiding van De Kroon deze week bekend. Op het piekmoment in de zomer zijn er tegenwoordig zelfs ruim 80 procent insecten minder dan rond 1990. Het kan haast niet anders of de afname is representatief voor andere West-Europese landen, stellen de wetenschappers. Daar hebben landschap en natuur immers ruwweg dezelfde ontwikkelingen doorgemaakt.

27 jaar onderzoek

De neergang is zeer zorgwekkend, onderstrepen zowel de onderzoekers als de biologen die de cijfers inzagen. Insecten vervullen allerlei cruciale functies in de natuur: als dagelijkse hap voor vogels, amfibieën en zoogdieren, als bestuivers van gewassen, en als opruimploeg die organisch materiaal afbreekt en voedingsstoffen vrijmaakt. Zo zijn 80 procent van alle wilde planten en 60 procent van alle vogels voor hun voortbestaan afhankelijk van insecten.

"Het zou kunnen dat de achteruitgang die we al langer zien bij weidevogels en andere insectenetende vogels zoals de merel, mus en de spreeuw hiermee te maken heeft", zegt De Kroon.

Wat precies de reden is van de instorting, is een raadsel. Met klimaatverandering heeft de afname niets te maken, en ook zaken als veranderingen in begroeiing rondom de onderzochte gebieden verklaren het verval amper, stelt het team vast in vakblad PLOS ONE. "Een van onze theorieën is dat de insecten worden aangetrokken door landbouwgebieden, waar ze zich vervolgens niet goed kunnen handhaven", zegt De Kroon. "Zo vormt zo'n landbouwgebied een ecologische val."

Zo grondig als in Duitsland ging nog niemand te werk. Gedurende 27 jaar peilden onderzoekers verbonden aan het Entomologisch Genootschap in Krefeld op tientallen plekken de insectenstand met een gestandaardiseerde insectenfuik. "Indrukwekkend en zeer verontrustend", zegt hoogleraar entomologie Marcel Dicke (Wageningen Universiteit). "We maken ons snel druk als het aantal tijgers of leeuwen afneemt, maar dit zou ons veel meer zorgen moeten baren. Dit zijn wezens waarvan we afhankelijk zijn."

Het allerbelangrijkste, vindt De Kroon, is verder uitzoeken wat er precies achter het insectenverval schuilgaat en welke soorten de dupe zijn. "We zullen nog kritischer moeten kijken naar de effecten van insecticiden en de manier waarop we ons landschap inrichten."