Direct naar artikelinhoud

Miljardair van 28 koopt Rolling Stone

Het vermaarde poptijdschrift Rolling Stone komt voor bijna de helft in handen van Kuok Meng Ru. Deze 28-jarige, in Singapore gevestigde investeerder en muziekliefhebber wil zich 'de komende 50 jaar' over het lot van het iconische blad ontfermen.

Dat het blad, icoon van de Amerikaanse popcultuur en groot geworden in de jaren 60 en 70, nu deels in Aziatische handen komt, valt als een teken van mondiaal veranderende machtsverhoudingen in de media- en entertainmentindustrie te zien.

Het tweewekelijks verschijnende blad werd in 1967 aan de Amerikaanse westkust opgericht door Jann Wenner, destijds een aan de University of California gesjeesde student en nu nog altijd de uitgever. In de jaren 70 wist het blad een grote reputatie op te bouwen door, conform de tijdgeest, aandacht voor muziek met politiek te combineren. Grote namen van Rolling Stone in die jaren waren journalist Hunter Thompson, die in zijn politieke verhalen op onnavolgbare wijze feiten en fictie mengde ('gonzo-journalistiek' geheten), en fotograaf Anne Leibovitz. Met haar portretten van onder meer John Lennon en The Rolling Stones maakte ze zowel zichzelf als het blad wereldberoemd.

Verkrachting op campus

De inmiddels 70-jarige Wenner hoefde in de voorbije halve eeuw als uitgever nooit bemoeienis van een andere aandeelhouder toe te staan. Maar the times they are a changin; het internettijdperk heeft de oplage van het blad onder druk gezet. Die bedraagt nog altijd 1,4 miljoen maar vooral de losse verkoop is ingezakt. Bovendien kwam het blad in dit decennium tot twee keer toe zwaar onder vuur te liggen. In 2013 werd Rolling Stone ervan beschuldigd 'terrorisme te verheerlijken' door de aanslagpleger van de Boston Marathon, Dzjochar Tsarnaev, op de cover te zetten.

Nog veel ernstiger en schadelijker was de publicatie in 2014 van het verhaal 'Een verkrachting op de campus', waarin een vermeende groepsverkrachting aan de universiteit van Virginia uit de doeken werd gedaan. Daar bleek bar weinig van te kloppen en sinds de publicatie heeft Rolling Stone al driemaal excuses moeten afdrukken. Maar daarmee is het verhaal allerminst teneinde. Nog altijd wordt het blad bedreigd door schadeclaims die in de tientallen miljoenen dollars lopen. Die dreigende strop verklaart waarom Wenner zich nu gedwongen ziet een beroep te doen op Aziatisch kapitaal.

Hoeveel hem dat oplevert, is niet duidelijk - de Maleisiër Kuok Meng Ru praat liever over muziek dan over geld. De jonge zakenman benadrukt zijn liefde voor blueslegende B.B. King ('Ik heb het gevoel een persoonlijke relatie met hem te hebben') en verhaalt hoe zijn vader, een groot Eric Clapton-fan, hem liefde voor popmuziek bijbracht.

Die vader is om nog een andere reden belangrijk. Zakenman Kuok Khoon Hong bouwde in de afgelopen kwart eeuw vanuit het niets een palmolie-imperium op. Hij stuurde zijn zoon op tienjarige leeftijd naar een Britse kostschool en later naar Cambridge, waar Meng Ru een graad in de wiskunde behaalde. Als 24-jarige nam hij een distributeur van muziekapparatuur in Singapore over. Vorig jaar zette hij een volgende stap op weg naar een eigen imperium in de muziekwereld met de oprichting van BandLab, een start-up die muzikanten en hun fans wereldwijd in staat stelt samen te werken bij het maken en delen van muziek.

Als een huwelijk

Van het sterke merk Rolling Stone denkt Kuok ook online een succes te kunnen maken. Daarnaast wil hij het blad in Aziatische markten introduceren - van een einde aan de papieren editie is geen sprake, zo beklemtoont hij.

Zijn partner 'voor het leven' wordt de zoon van de oprichter, de 26-jarige Gus Wenner. Die gaat volgend jaar zijn vader opvolgen. "Een deelneming van 49 procent is als een huwelijk", meent Kuok. Beide twintigers willen zich "de komende vijftig jaar" over het lot van Rolling Stone ontfermen. (VK)