Direct naar artikelinhoud

Goed begonnen is half verloren

Met 'Sounds from Nowheresville' borduurt het Britse duo The Ting Tings lustig verder op de succesformule van hun debuutplaat. In Parijs bewees de ruw gepolijste powerpop live nog steeds een knaller te zijn, helaas enkel in de eerste twintig minuten.

Vier jaar lieten Katie White en Jules De Martino het publiek wachten op Sounds from Nowheresville. Het was bijna een dancealbum geworden, maar het duo besliste de opnames te wissen uit angst een te commerciële koers te varen. Qué? Was dat niet net hun sterkte, commerciële gitaarpop maken die onweerstaanbaar smaakte naar veel meer? Terwijl het debuut nog bestond uit een verzameling hitgevoelige singles, lijkt de opvolger meer een haastig bij elkaar geharkte verzameling invloeden voor de shufflegeneratie. Met op het eerste gehoor misschien een tikkeltje minder hitpotentieel, maar in La Cigale, een oud theater in Parijs uit 1887, bleken het wel die grillige nieuwe nummers te zijn die ons omver bliezen.

Springkonijn

White, met de wilde blonde haren in bedwang gehouden onder een truckerspet, en De Martino, met een zonnebril en kniekousen, kozen voor een overweldigend begin met 'Silence'. Wat begon met een stevige basdrum en een mantra van springkonijn White veranderde al gauw in een monster van een song waarbij De Martino de drums militaristisch aan flarden mepte. Hoewel ze maar met hun tweetjes het podium bezetten, klonk het geluid nooit mager of kaal, daar zorgden de sampler en loopmachine voor. Meteen daarna serveerde het duo 'Great DJ', dat pakken ruiger klonk dan op plaat. Als tweede nummer direct zo'n prijsbeest afschieten gewaagt van heel veel lef, maar draaide voor The Ting Tings even later uit op een jammerlijke inschattingsfout. De catchy gitaarrif van 'Hang It Up', die wel erg hard deed denken aan een nummer van Nirvana, en de koebel in 'Give It Back' konden onze fascinatie nog wekken, maar daarna haalde een gevoel van herhaling de bovenhand.

Daar had de duidelijk opgedeelde setlist ook zijn deel in. De eerste helft van het concert bestond hoofdzakelijk uit tracks van de nieuwe plaat, waarna The Ting Tings het rooiden met een greatesthitssessie van 'We Started Nothing' uit 2008. Alleen voelde het nooit als een succesronde. Het leek alsof White en De Martino al het kruit en speelplezier hadden verschoten tijdens de nieuwe nummers. 'Fruit Machine' kreeg een stiefmoederlijke behandeling en werd er zonder ook maar enige scherpe randjes doorgejaagd alsof het duo er zelf door verveeld was. Dat de groep een remixversie bracht van zoethoudertje 'Hands' kon ons wel nog bekoren, maar dat ze erna een weinig geïnspireerde versie van grootste hit 'That's Not My Name' probeerde af te doen als bisnummer deed ons niet twijfelen. Goed begonnen mag dan half gewonnen zijn, in Parijs gooiden The Ting Tings zelf de handdoek in de ring.