Direct naar artikelinhoud

'Begrotingsevenwicht in 2018: vergeet het'

'Stap af van begrotingsevenwicht in 2018. Het is niet meer haalbaar en ook contraproductief.' Tot die oproep komt de Leuvense econoom Wim Moesen, nu steeds duidelijker wordt dat de financiering van de taxshift wankel is.

Slaat de taxshift nu een gat van 1, 2, 3, 4, 5 of 6 miljard in de begroting? Na het welles-nietesspelletje tussen CD&V-Kamerlid Eric Van Rompuy, begrotingsminister Sophie Wilmès (MR) en financiënminister Johan Van Overtveldt (N-VA) kwam er de voorbije dagen uit intensief studiewerk van onverdachte experten al evenmin een eenduidig antwoord uit de bus. Volgens het Planbureau is er tegen 2021 bijna 5 miljard te kort, volgens de Nationale Bank gaat het om zo'n 1,6 miljard, terwijl het Rekenhof vaststelt dat er tegen het einde van de legislatuur nog zo'n 4,2 miljard moet worden gevonden.

Over een iets zijn alle bronnen het eens: om de doelstelling van een begrotingsevenwicht tegen 2018 te halen, zal Michel I nog een pak bijkomende besparingen of nieuwe inkomsten moeten aanboren. Professor emeritus Wim Moesen (KU Leuven) roept op om af te stappen van het strakke Europese keurslijf, iets wat de regering-Bourgeois dit jaar ook al deed. Moesen is de bedenker van de Moesen-norm, waarop N-VA haar economisch verkiezingsprogramma bouwde. Die norm schrijft de tijdelijke bevriezing van de overheidsuitgaven voor.

"Eigenlijk ben ik niet zo pessimistisch over de financiering van de taxshift", verrast de econoom. "Dat de indruk ontstaat dat er grote gaten in zitten, komt omdat een aantal inkomsten en besparingen niet worden meegeteld (er is onduidelijkheid over de inhoud en haalbaarheid ervan). Het gaat dan over de kaaimantaks, de karaattaks, de fiscale regularisatie, efficiëntiewinsten bij de overheid en sociale zekerheid, enzovoort. Maar dat er onduidelijkheid is, wil niet zeggen dat die niks gaan opbrengen. Niettemin moet de regering-Michel realistisch zijn. Begrotingsevenwicht in 2018 is bijna niet meer haalbaar in combinatie met de taxshift. En eigenlijk ook behoorlijk contraproductief in tijden waarin de economische groei beperkt blijft. Door het strakke Europese keurslijf hebben alle bestuursniveaus in België te zwaar bespaard op de verkeerde dingen, namelijk de publieke investeringen. Dat wreekt zich nu, als je kijkt naar de staat van wegen, het tekort aan rusthuizen, maar ook de staat van onze veiligheidsdiensten en justitie."

Grote belastinghervorming

Stapt Moesen daarmee af van zijn eigen norm? Nee, zweert hij. "We moeten blijven besparen, maar een begrotingstekort van 1,6 procent van het bbp tegen het einde van de legislatuur zal volstaan. Dat cijfer is niet toevallig gekozen. 1,6 procent is de som van alle publieke investeringen in België. Bij dat begrotingstekort leen je alleen voor je investeringen, in plaats van je vaste kosten. Dat is doenbaar, het is productief en de staatsschuld zal ermee dalen." Vraag is alleen of Europa zo'n afwijking zal toestaan? Ja, denkt Moesen. "Voor Europa moet het tekort vooral onder de 3 procent blijven. Dit jaar is België daar in geslaagd, en dat was de tweede keer in zeven jaar. Er is wel een belangrijke voorwaarde. De taxshift is een goeie aanzet, maar Europa blijft hameren op een echt grote belastinghervorming, waarbij er veel meer evenwicht komt tussen arbeid en vermogen."

Ook binnen de meerderheid begint het besef te groeien dat het streven naar begrotingsevenwicht in 2018 nog loodzware inspanningen vergt, bovenop de al gedane besparingen. "Je gelooft toch niet dat we dat nog gaan halen", aldus een hooggeplaatste stem tegenover Het Laatste Nieuws. Maar on the record zeggen voorlopig alle partijen van centrumrechts dat ze vasthouden aan het Europese traject. De eerste die de rol lost, vangt immers vaak de grootste klappen.