Direct naar artikelinhoud

Colombiaanse regering wil met Farc rond tafel gaan zitten

De Colombiaanse president Juan Manuel Santos wil 'verkennende gesprekken' voeren met de rebellen van de Farc. De marxistische guerrilla levert al een halve eeuw strijd tegen de Colombiaanse regering. Terwijl de humanitaire tol jaar na jaar zwaarder werd, leverden eerdere onderhandelingen niets op.

Komt er een eind aan een Colombiaanse 'Boerenkrijg' die al sinds 1964 aanhoudt? President Juan Manuel Santos blijft voorzichtig maar hij hoopt van wel. In een rechtstreekse televisietoespraak maandagavond kondigde hij "verkennende gesprekken" aan met de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia, kortweg Farc.

De destijds in het Andesgebergte ontstane rebellie van landloze boeren groeide uit tot de taaiste guerrilla van Latijns-Amerika. Haalde ze haar ideologische mosterd bij Marx en Lenin, dan hield ze zich financieel overeind met kidnapping en cocaïne.

War on drugs

Santos' mededeling maakt een eind aan wekenlange speculaties. Op Cuba, het eiland van de broers Fidel en Raúl Castro, zouden vertegenwoordigers van Santos' regering geheime gesprekken hebben gevoerd met guerrillero's. In detail treden deed Santos daarover niet, maar hij zei wel dat "eerstdaags de resultaten van die gespreksronde zullen worden bekendgemaakt".

Een volslagen verrassing is de aankondiging misschien niet, ze breekt wel resoluut met de doctrine die Bogotá sinds 2002 aanhield. Onder Santos' voorganger Álvaro Uribe, een loyale bondgenoot van toenmalig VS-president George W. Bush, werd de War on Terror ook naar Colombia uitgebreid, en versneden met de War on Drugs.

Van slabakkende onderhandelingen zoals die in de jaren negentig plaatsvonden, toen de Farc in de zuidelijke Caguán een 'veilige zone' zo groot als Zwitserland kreeg, was onder Uribe geen sprake meer. Hij zwoer bij een exclusief militaire oplossing en jaagde de Farc op als aangeschoten wild.

Met een gewapende groep aan de overkant van het politieke spectrum, de om haar massaslachtingen beruchte extreem rechtse, paramilitaire, AUC, negotieerde de harde Uribe intussen een ontwapening. In ruil kregen deze doodseskaders een (felomstreden, want als de facto amnestie beschouwde) kans tot maatschappelijke herinschakeling.

Uribes aanpak was succesvol, en daarom ook populair: de Farc werd naar de verste uithoeken van de jungle teruggedwongen, zijn communicatielijnen werden verstoord, veel guerrillero's kozen eieren voor hun geld en deserteerden richting regering. Een reeks indrukwekkende militaire operaties, waaronder de spectaculaire vrijlating van de ontvoerde politica Ingrid Betancourt in juli 2008, tastte de geloofwaardigheid van de rebellen verder aan.

Hun historische kopstukken verdwenen intussen een voor een van het toneel: Manuel Marulanda omdat hij oud en ziek was, zijn rechterhand Raúl Reyes toen de Colombiaanse luchtmacht zijn kamp op Ecuadoraans territorium bestookte, vervolgens ook Mono Jojoy en Alfonso Cano. In de publieke opinie nam de aversie tegen de guerrilla alleen maar verder toe.

Mensenrechtengroepen beschuldigden de Farc van de verplichte rekrutering van kindsoldaten, de groep zette landmijnen en gascylinders in, pleegde bomaanslagen en hield op zeker ogenblik tot 3.000 burgers, soldaten, politici en agenten vast in concentratiekampen in de jungle. Terwijl de Farc dit jaar officieel aan zijn kidnappraktijken heeft verzaakt, lijkt hij militair weer aan slagkracht te winnen.

Dat grimmige tableau maakt dat veel Colombianen, zeker ook oud-president Uribe, een broertje dood hebben aan een nieuwe gespreksronde. Maar ook Santos belooft harde principes te hanteren: "Wij zullen leren van de fouten uit het verleden zodat we ze niet herhalen; de onderhandelingen moeten tot het einde en niet tot de voortzetting van het conflict leiden", en, ten derde, "de militaire operaties zullen op het hele territorium doorgaan."

Zoals dat in het verleden het geval was, zullen ook bij de aangekondigde dialoog Cuba, Venezuela en Noorwegen als 'vrienden' optreden. Een eerste ontmoeting tussen delegaties van de Farc en de regering staat voor oktober gepland, in Oslo.

Afhankelijk van de bron heeft het conflict in Colombia de jongste halfeeuw 50.000 tot 200.000 levens gekost.