Direct naar artikelinhoud

Van Electrabelbaas tot handelaar in fijne vleeswaren

'Poppeia' heet de delicatessenzaak die voormalige Electrabel-topvrouw Sophie Dutordoir (51) deze week opende in Overijse. Ze heeft er voorlopig geen last van vluchtende klanten, kritische politici of mokkende aandeelhouders. 'Ach, daar moet je tegen kunnen als CEO.' Maar nu hoeft dat niet meer. 'Ik wil in de anonimiteit verdwijnen.'

Ze wil eerst zelf nog iets vragen, voor de start van het interview. Meestal volgt dan het verzoek om het artikel al even te mogen zien voor publicatie. Soms vallen er ook enkele intimiderende woorden over welke onderwerpen beter niet worden aangesneden. Sophie Dutordoir heeft andere plannen. "Heb je al een cadeau voor Moederdag?", wil ze weten. "Ik heb anders mooie geschenkmanden, hier naast de toog."

De vraag ligt haar al lekker in de mond. Net zoals de vraag of de klant die 100 gram parmaham liever in dunne of in dikke plakjes wil. "Hier in Overijse en omstreken wordt de hesp nogal dik gesneden, dus ik bied aan om het ook anders te doen", glimlacht Dutordoir. Na het afdekken van de parma- en andere hammen lijkt ze eindelijk aanstalten te maken om te gaan zitten, maar ze kan het niet laten nog snel in haar toog te grijpen. Om vervolgens een salami moederlijk te omarmen met de woorden 'Schoon hé, die salami?'.

Dit is de vrouw die nog niet zo heel lang geleden de schoonheid bezong van koeltorens, die ze tijdens haar jarenlange carrière bij Electrabel was gaan appreciëren. Begin dit jaar hield ze het toch voor bekeken als topvrouw van het energiebedrijf. Meteen zwollen de geruchten aan. Zou Dutordoir de nieuwe CEO van Bpost worden? Zou ze dan toch de overstap naar de politiek wagen? Onder anderen Bart De Wever zou haar hebben benaderd om haar een plaatsje op de lijst aan te bieden, al wil Dutordoir dat niet bevestigen. "Ik kan alleen maar zeggen dat ik genoeg telefoontjes heb gekregen, van meerdere partijen, maar ik had geen zin om op hun voorstellen in te gaan."

Dutordoir zucht even. "Ik word nog rood als ik denk aan de telefoontjes die ik die eerste uren na de aankondiging van mijn ontslag heb gekregen. Een van de bekendste headhuntersbureaus in Vlaanderen belde me om te vragen of ik psychologische steun nodig had. Maar enfin, je moet toch maar durven. Ik was toen een pint aan het pakken met mijn man Martin. Ik heb geantwoord dat ze zelf hulp nodig hadden."

De headhunters wisten niet dat Dutordoir en psychologie niet goed samengaan. Ze wisten ook niet dat de voormalige topvrouw vorige zomer al besliste voluit te kiezen voor Poppeia, haar eigen zaak waar ze sinds vorige week Italiaanse delicatessen verkoopt. Hoewel niet iedereen in haar omgeving dat een goed idee vond. Haar zus en broers vonden dat Dutordoir hard genoeg had gewerkt. Ook haar zoon van twaalf vond het niet zo erg dat ze vanaf nu altijd thuis zou blijven. "Tot hij doorhad dat ik dan altijd kon controleren of hij zijn kousen opruimt."

Pizzakot

De hele familie draaide intussen bij. Dutordoirs zoon vertelde op de speelplaats trots dat zijn moeder een "pizzakot" zou openen. Bijna juist. Al weet niet iedereen zich een houding te geven nu Dutordoir haar leven als CEO opgaf voor dat van een kleine zelfstandige. "Bij sommige mensen lijkt het alsof ze niet meer tegen mij durven spreken. En als ik tijdens een zitting van een raad van bestuur aan mijn buurman vraag welke tapas hij graag eet, kijkt hij mij meestal vreemd aan. Ach, laat iedereen maar zijn eigen leven leiden."

Zelf wil ze het liefst in de anonimiteit verdwijnen, zegt Dutordoir een paar keer. Het is haar voorlopig niet gegund. Er kwam deze week een bus vol mensen die haar bezig wilden zien. Een paar bekende koppen ook. Alle lokale politici passeerden. Financiënminister Koen Geens, een streekgenoot ook. En Gérard Mestrallet, het hoofd van GDF Suez, het Franse moederbedrijf van Electrabel. "Hij vond het mooi. Al heeft hij niets gekocht. (lacht) Maar verder zag ik hier weinig mensen uit mijn vorige leven." Haar vorige leven: Dutordoir gebruikt de term meer dan eens. "Mijn leven lijkt nu niet meer op dat van een patron met tienduizend werknemers. Als ik bij Electrabel iets nodig had, kon ik altijd rekenen op een expert die me meteen kon helpen. Als ik nu advies wil, moet ik in de spiegel kijken. Maar dat is goed. Op een gegeven moment moet je toch leren om alles weer alleen te doen. En ik heb mijn man: hij helpt in de winkel en kan me dag en nacht raad geven."

Waar voormalige bedrijfsleiders in het verleden al toegaven dat het niet eenvoudig is om ook de invloed op te geven die bij hun vorige leven hoorde, beweert Dutordoir dat ze daar geen last mee heeft. "Ik had nooit behoefte aan erkenning of macht. Het is gevaarlijk om je daar te veel aan vast te klampen. Ik heb gezien wat het wegvallen van status deed met collega's. Dat is vaak niet mooi, soms kun je het drama's noemen."

Onafhankelijkheid was altijd al iets waar ze veel waarde aan hechtte, vult Dutordoir aan. "Zei mijn moeder me toen ik dertien was dat ik mijn paarse kleedje moest uitdoen, dan deed ik er opzettelijk nog wat patchoeli op. Die zachte, vriendelijke rebellie, die heb ik nodig. Zeg me niet wat ik moet doen, ik word daar zot van."

Glazen klif

Daar schuilt mogelijk de reden van Dutordoirs breuk met Electrabel. Moederbedrijf GDF Suez wil de voorbije jaren almaar meer beslissingsmacht naar zich toe trekken. Waardoor Dutordoir de touwtjes zelf minder in handen kon houden. Al ontkent ze dat. "Ik heb bij Electrabel steeds kunnen doen wat ik wilde. Dat was niet altijd naar de zin van de aandeelhouders, maar ik kon hen altijd met argumenten overtuigen om mijn keuzes te volgen. Ze hebben me nooit iets opgedrongen. Ik weet dat er nog reorganisaties gepland zijn, maar wat het effect daarvan wordt? Het interesseert me niet meer. Ik kan alleen maar zeggen dat ik bij Electrabel alleen leuke momenten heb beleefd."

Hoewel het bedrijf er daarna kon terugwinnen, verloor Electrabel onder Dutordoirs bewind in 2012 nochtans een half miljoen klanten. Bovendien boekte het energiebedrijf dat jaar voor het eerst een verlies, van 106 miljoen euro. "Ik zeg niet dat het gemakkelijke momenten waren, hé. Zo'n klantenverlies doet pijn. Maar nadat ik in 2009 de leiding had genomen, volgden de moeilijke dossiers elkaar gewoon op."

Niet toevallig? Dutordoir wordt wel eens een slachtoffer van 'de glazen klif' genoemd. Zelf bekijkt ze het absoluut niet zo. "De wat? Glazen klif? Nooit van gehoord." De benaming wordt vaker gebruikt wanneer een vrouw naar de top wordt gekatapulteerd, net op een moment dat het niet goed gaat met een organisatie. Faalt ze, dan lijden haar mannelijke collega's geen gezichtsverlies, zo wil de theorie. Dutordoir lijkt niet onder de indruk. "Ik hou gewoon van complexe situaties, vind het interessant om te proberen daaruit te raken. Ik was mijn baan bij Electrabel daarom ook nog niet beu. Maar het was al dertig jaar mijn droom een eigen zaak te openen. Zodra je de vijftig voorbij bent, besef je dat je stilaan haast moet maken voor die droom."

Praatje maken

Mestrallet deed er volgens Dutordoir alles aan om haar te houden. "Echt alles, maar mijn besluit stond vast. Ik wilde dichter bij de mensen staan, elke dag met de man in de straat in contact komen. Niets kan mij nog van idee doen veranderen. Vandaag niet, morgen niet en overmorgen niet. Zo blij ben ik dat ik mensen kan ontvangen in Poppeia. Ik vraag hen soms letterlijk of ze willen dat ik hen met rust laat of dat ze een praatje willen maken. Kiezen ze dat laatste, dan laat ik hen hun verhaal vertellen. Ik wil dat iedereen zich welkom voelt."

Ook Johan Vande Lanotte? Als minister van Economie, Consumenten en Noordzee trok hij de voorbije jaren meer dan eens ten strijde tegen Electrabel. Iets waar Dutordoir op haar beurt kregelig van werd. "Ik ga niet akkoord met wat hij allemaal heeft verteld over Electrabel, maar hij is welkom", antwoordt ze. "We zijn trouwens altijd beleefd gebleven tegen elkaar. Ik blijf wel vinden dat hij Electrabel electoraal heeft misbruikt. Het heeft hem uiteindelijk niet veel stemmen opgeleverd."

Maar niet alleen Vande Lanotte had kritiek op Electrabel. "Zo gaat dat gewoon als je in zo'n grote onderneming en bovendien in een moeilijke sector werkt", vindt Dutordoir. "Klanten bekijken je dan terecht streng. Ik vond het erg voor de werknemers van Electrabel, maar persoonlijk heeft het me nooit geraakt. Als je het aandurft om het leiderschap van zo'n bedrijf op te nemen, moet je er alles bij nemen. Het goede, en het slechte. Dan moet je niet in een hoekje gaan wenen."

Dat sommige bedrijfsleiders hun lange dagen en het dragen van grote verantwoordelijkheid gebruiken als argument om hun hoge loon te verantwoorden, is volgens Dutordoir niet correct. Hoewel ze als CEO van Electrabel zelf allesbehalve slecht boerde. "Ik werd goed betaald, maar mijn loon was niet te vergelijken met de weddes waar ik nu aan denk. Er worden lonen betaald die echt onaanvaardbaar zijn." Een bedrag wil Dutordoir er niet op plakken, ze wil niemand viseren. "En ik wil eerst weten wat mijn loon hier zal zijn", lacht ze.

Marlboro en parmaham

Er zijn nog wel wat appeltjes voor de dorst. Zo houdt Dutordoir nog altijd enkele bestuursmandaten. Ze zetelt in de raad van bestuur van Bpost en BNP Paribas Fortis. "Als het gaat om klantvriendelijkheid, kan de banksector trouwens nog heel wat lessen leren." Al is dat waarschijnlijk niet de reden waarom Dutordoir haar bestuursmandaten behoudt en zelfs uitbreidt. Wil ze niet gewoon een voet in het zakenleven houden? "Ik zit nog in het zakenleven, hé", corrigeert ze. Maar wat ze bijleert over het snijden van ham is mogelijk toch niet waar haar collega's in de raad van bestuur op zitten wachten? "Wat ik nog altijd kan, is de juiste vraag stellen op het juiste moment", verzekert Dutordoir. "Ik hoop dus dat de bedrijven me kozen voor mijn gezond verstand. Niets zo belangrijk als gezond boerenverstand. Na al die jaren moet ik trouwens niet meer dagenlang studeren om de essentie uit een paar slides of tabellen te halen. Nee, ik ruil nooit meer van job."

Ondernemen in Vlaanderen is al uitdagend genoeg. "Er zijn natuurlijk wel instanties die je vooruithelpen, maar voor je het weet, sturen die je naar vijf advocaten, elk gespecialiseerd in iets anders." Als ze je doorsturen, tenminste. Dutordoir dist maar een van de vele verhalen van de voorbije maanden op. De rest wil ze na de verkiezingen met politici delen, om hen te doen inzien wat er efficiënter kan.

"Drie mensen bemanden een van de instanties die ik moest aflopen. Ze keken even op, maar deden al snel weer verder met hun eigen zaken. Of iemand me wat uitleg kon geven, vroeg ik hen. 'Dat zal niet gaan, ik ben aan het studeren', antwoordde een van hen. Toen ik vroeg wanneer ik dan het best kon terugkomen, kreeg ik te horen dat dat zou afhangen van hoe lang ik hen nu nog zou storen. Echt onverantwoord dat mensen die een eigen zaak willen beginnen, zo worden behandeld. Een jonge ondernemer moet wel heel stevig in zijn schoenen staan."

Ook tijdens haar contacten met Belgische groothandelaars wist Dutordoir soms niet wat ze zag. "Bij de ene moest ik met een doekje voor de mond door een raam turen als ik een parmaham wilde zien. De andere vroeg gewoon of ik eens wilde proeven, nam daarop de ham tussen zijn vingers, waar ook al twee Marlboro's tussen zaten, en begon te snijden."

Telkens als de bel boven haar winkeldeur rinkelt, denkt Dutordoir nu toch al niet meer aan dat gezwoeg. "Als ik dat geluid hoor, word ik gewoon zo gelukkig." Een ding vindt ze wel triest: dat ze haar moeder niet meer van haar plannen kon vertellen voor ze overleed. "Mijn vader (die overleed toen Dutordoir tien was, JVH/SJS) zou gek zijn geworden als hij van die ideeën zou horen, maar mijn zus vertelde me dat mijn moeder ooit een charcuteriezaak wilde beginnen: 'Le gros Jules' in Gent. Ik heb getwijfeld om de naam te gebruiken, maar het werd Poppeia."

Dutordoir doet graag luchtig over die naam. "Hij is jeugdig, dynamisch, ondeugend", zegt ze eerst. Er zit toch meer achter. "In 1993 gingen Martin en ik los van elkaar kijken naar L'incoronazione di Poppea van Claudio Monteverdi. Na het zien van die opera hebben we ook los van elkaar beslist om ons leven te delen." Haar favoriete strofe uit de opera: 'Ben ik in jou verloren, ik vind mij in jou terug.' "Prachtig toch? Ik vind het mooi om nu samen in onze Poppeia te eindigen. Alleen vond ik de schrijfwijze van de opera niet mooi, dus heb ik er maar een extra i tussen gegooid. Dat ben ik dan."