Direct naar artikelinhoud

'We hebben industrie hard nodig'

De sluiting van Ford Genk brengt de industrie in Vlaan-deren een zware slag toe. Toch mogen we niet wanhopen, zegt professor Leo Sleuwaegen. 'De industrie heeft nog een toekomst in Vlaanderen.'

Terwijl Limburg zijn wonden likt na de aangekondigde sluiting van de autofabriek in Genk, wordt er nagedacht over hoe onze economie zich kan herstellen van deze mokerslag. Volgens Sleuwaegen (KUL/Vlerick Business School) is de marsrichting duidelijk. We moeten meer inzetten op technologie. "Voor technologiebedrijven die zich specialiseren en moderniseren, zal er altijd plaats zijn in Vlaanderen", zegt de 57-jarige expert in internationaal ondernemen. Daarnaast moet Vlaanderen vooral de voedingsindustrie meer koesteren.

Heeft het nieuws over de sluiting van Ford Genk u verrast?

Leo Sleuwaegen: "Het was verrassend om te horen dat de autofabrikant terugkwam op een eerder gemaakte belofte. Een maand geleden had de fabriek in Genk nog te horen gekregen dat ze drie nieuwe modellen mocht bouwen. Er is duidelijk sprake van paniekvoetbal bij de directie van Ford Europe, ingegeven door een verdere daling van de verkoopcijfers. Rustig afwachten totdat het beter zou gaan en de overcapaciteit in de sector zou wegkabbelen, was niet meer mogelijk."

Hoe zwaar is de klap voor ons land?

"Enorm zwaar. De autosector is een van de grootste exporteurs van ons land. Nu de binnenlandse economie het moeilijk heeft, zou de export de belangrijkste motor van de heropleving moeten zijn. Als je dan een grote speler verliest...

"De autosector kalft al jaren af. Tekenen van beterschap zijn er niet. Maar of ik een kruis maak over de auto-industrie? Dat durf ik niet te zeggen. In de jaren 70 dachten de Amerikanen ook dat hun industrie naar Japan zou verhuizen, maar dat is uiteindelijk niet gebeurd."

Bent u ongerust over Audi en Volvo?

"Ik verwacht op korte termijn geen negatieve beslissingen. Bij Audi in Vorst maken ze een model dat goed verkoopt. Bij Volvo in Gent mogen ze van geluk spreken dat het bedrijf is overgenomen door Geely. Dat Chinese bedrijf heeft de ambitie om een wereldspeler te worden. Het kan nu veel leren van de performante organisatie die Volvo in Gent heeft neergezet. Zolang het daarmee bezig is, is de toekomst van Volvo Gent verzekerd."

Bij Volvo verdwijnen er ondertussen wel 300 tijdelijke banen.

"De automobielsector is heel conjunctuurgevoelig. We zien dat door de crisis in Europa de overcapaciteit enorm is toegenomen. Volvo ontsnapt daar niet aan."

Had de overheid niet wat harder moeten lobbyen voor het behoud van de autofabrieken?

"Dat is niet zo makkelijk. Natuurlijk moet de overheid niet wachten tot dat er een sluiting wordt aangekondigd. Maar de mogelijkheden om in te grijpen zijn beperkt. De context is niet gunstig. Er is veel concurrentie bijgekomen vanuit Oost-Europa en Azië. We zien dat de automobielnijverheid haar fabrieken verhuist naar de groeimarkten."

Opmerkelijk, het geroemde systeem van technische werkloosheid heeft niet kunnen voorkomen dat Ford Genk dicht gaat.

"Dat systeem werkt alleen maar goed om mensen snel aan het werk te zetten als de vraag weerstijgt, maar als je geconfronteerd wordt met overcapaciteit is technische werkloosheid geen oplossing."

Heeft de hoge loonkost Ford Genk de das omgedaan?

"Als je ziet hoeveel robotten er in de fabriek staan, dan weet je dat loonkost niet het belangrijkste element is. Vergeleken met de fabrieken in Duitsland lag de loonkost in Genk zelfs lager."

Valt het personeel van Ford iets te verwijten?

"Zeker niet. Op het vlak van productiviteit presteert Genk zeer goed. De werknemers zijn zeer flexibel op het vlak van ploegenarbeid. Om hun job te behouden hebben ze loon ingeleverd. Het probleem van Ford Genk is dat de fabriek gelegen is een regio waar door de veroudering van de bevolking de vraag naar nieuwe wagens sneller daalt dan in andere regio's. Ford gelooft dat de Spaanse markt na de crisis sneller zal groeien dan de West-Europese en schuift daarom de nieuwe modellen die aan Genk beloofd waren door naar Spanje."

Kunnen we zonder industrie?

"De industrie is momenteel zeer belangrijk voor onze welvaart. Ze is goed voor 80 procent van de export en doet tal van diensten draaien. Je hebt industrie nodig om de economie te laten groeien. Met alleen maar diensten lukt dat niet."

Hoe vermijd je een verdere desindustrialisering?

"Er is sinds de olieschokken in de jaren 70 heel wat werkgelegenheid verloren gegaan in de industrie. Door de automatisering is de productie van onze industrie wel op peil gebleven. Vergeleken met andere landen hebben we nog relatief veel industrie, maar die wordt nu ook getroffen."

Kunnen we het tij keren?

"Bedrijven zoals UCB (farma) en Umicore (recyclage, katalysatoren...) zijn voorbeelden. Hun succes moeten we kopiëren. Daarnaast verdient vooral de voedingsindustrie meer steun. Dat is een sector met veel werkgelegenheid die draait op traditie en kennis van vele werknemers. Bedrijven zoals Duvel, Lotus, Alpro en Ter Beke worden vaak vergeten. Nochtans zijn het sterkhouders van onze economie."

Doen we dan voldoende om de economie er terug bovenop de helpen?

"Neen. We moeten meer inspelen op de groeimarkten om onze groei aan te zwengelen. Het Belgische aandeel in de export naar China, India, Brazilië en Rusland is te klein. We moeten ook meer inzetten op hoogtechnologische sectoren. België heeft achterstand opgelopen. We hebben te laat de nood van vernieuwing ingezien. Gelukkig dienen zich in de bio- en materiaaltechnologie bedrijven met groeikansen aan."

Ondanks al het slechte nieuws, heeft u toch nog goede hoop?

"Er is een positieve tendens. In vijf jaar tijd is het aandeel van hoogtechnologische goederen in de export gestegen naar 10 procent. Dat is positief. Maar daarmee los je het probleem van Ford Genk niet op. Het is een echt drama wat daar gebeurt. De top van Ford Europe heeft het fout aangepakt. Eerst drie modellen beloven en dan die belofte ongedaan maken, je zou van minder slecht in je vel zitten. Gelukkig zijn de Limburgers geen fatalisten. Ze weten dat ze werk moeten maken van een plan voor de toekomst."

Heeft het nog zin om subsidies aan grote multinationals te geven?

"Bedrijven hebben voor hun vestiging keuze te over. Het aanleveren van onderdelen voor hun productie kan tegenwoordig van overal. Multinationals hebben een wereldwijd netwerk van toeleveranciers. Het heeft nog weinig zin voor overheden om die grote bedrijven met subsidies te lokken of te verankeren. Die manier van werken werkt enkel een onproductief opbod van gunstmaatregelen in de hand. De Europese Unie is er nog niet ingeslaagd om die vorm van concurrentie aan banden te leggen. En grote bedrijven zoals Ford spelen daarop in. Het zou dom zijn om subsidies en andere fiscale voordelen te laten liggen."