Direct naar artikelinhoud

'Bin Laden' van Birma is monnik

'Haat en boycot moslims, verbied huwelijken met moslims.' Birma's nieuwste superster is een haatzaaiende boeddhistische monnik, die zich de 'Bin Laden van Birma' laat noemen.

Nadat hij ritueel boete heeft gedaan voor zijn zonden, neemt de boeddhistische monnik annex superster Ashin Wirathu plaats voor een gezelschap van duizenden aanbidders in Taunggyi in Birma. Hij begint meteen te fulmineren tegen 'de vijand', waarmee hij de moslimminderheid in het land bedoelt.

"We kunnen vervuld zijn van vriendelijkheid en liefde", predikt de 46-jarige Wirathu, "maar we kunnen niet naast een dolle hond gaan slapen." Die dolle hond, dat zijn dus de moslims.

"Ik noem ze onruststokers", zegt de monnik over de moslims, na afloop van de ceremonie die twee uur heeft geduurd. "Want het zijn onruststokers." Een nogal radicale opvatting voor een boeddhist. Wirathu is dan ook een radicale boeddhist. "En ik ben er trots op", zegt de man die onlangs als 'het gezicht van de boeddhistische terreur' de voorpagina van het gezaghebbende Amerikaanse weekblad Time heeft gehaald. Even trots laat hij zichzelf de "Bin Laden van Birma" noemen.

Vergeet het beeld van een immer glimlachende dalai lama, van lieftallige boeddhisten die blootsvoets de wereldvrede propageren. In Birma trekken monniken hun zwaard. Ze belichamen de keerzijde van de nieuwe vrijheid in het land dat decennialang een militaire dictatuur was. Bij lynchpartijen door boeddhisten kwamen tot nu toe zeker 200 moslims om, 150.000 mensen werden uit hun huizen verdreven.

Ashin Wirathu ontkent iets te maken te hebben met de gruwelijkheden. Maar critici verwijten hem dat hij met zijn felle antimoslimpreken op zijn minst de grote inspirator is van het geweld.

Duizenden volgers

Wat vorig jaar begon als een stil protest aan de rafelranden van de nieuwe Birmese maatschappij is uitgegroeid tot een beweging waarbij duizenden zich hebben aangesloten. De boodschap: haat moslims, boycot goederen die door moslims zijn gemaakt, vermijd winkels waar moslims werken, voorkom dat moslims meer dan twee kinderen krijgen, verbied huwelijken tussen moslims en boeddhisten. Ze wordt verspreid op bijeenkomsten en via dvd's. Kloosters hebben zondagsscholen geopend, waar 60.000 kinderen de boodschap krijgen ingepeperd.

De ontwikkeling ondermijnt Birma's wankele schreden op weg naar de democratie en roept de vraag op of de regering wel bereid is boeddhisten te vervolgen in een land vol boeddhisten. De slachtpartijen zijn niet aan de aandacht van moslimlanden in de regio ontsnapt. Ze hebben bruut de indruk weggenomen dat Birma zo mooi geruisloos was getransformeerd van een militaire staat in een democratie.

Ashin Wirathu, de spirituele leider van de radicale boeddhisten, balanceert handig tussen de vrijheid van meningsuiting en opruiing. De man, die vorig jaar vrijkwam na een gevangenisstraf van acht jaar wegens haatzaaierij, maakt nu gretig gebruik van de gevierde teugels in een moeilijke periode van transitie.

Saffraanrevolutie

Het bloedbad in de stad Meiktila, waarbij in maart onder anderen een groep islamitische schoolkinderen werd vermoord? Dat was een 'teken van kracht', houdt Wirathu zijn volgelingen in Taunggyi voor. "Als we zwak zijn", zegt hij, "zullen de moslims ons land overnemen."

Negen van de tien Birmezen zijn boeddhist, net als ongeveer iedereen in het zakenleven, de regering, het leger en bij de politie. Van de 55 miljoen inwoners is 4 tot 8 procent moslim. Het boeddhisme lijkt dus stevig in zijn schoenen te staan in het land.

Wirathu denkt daar anders over. Zijn geloof wordt volgens hem belaagd door de moslims, die meer kinderen krijgen dan de boeddhisten. Bovendien kopen ze land op.

Wirathu's nationalistische spierballentaal heeft boeddhisten buiten Birma gealarmeerd. De dalai lama zei na de rellen in maart dat doden in naam van een religie 'ondenkbaar' was. Phra Paisal Viasalo, een prominente monnik uit Thailand, zegt dat het 'zij en wij'-gevoel van de radicalen in Birma in het boeddhisme geen thema mag zijn. "Maar mijn kritiek komt niet aan daar."

Volgens Paisal zijn de extremistische monniken in Birma internationaal tamelijk geïsoleerd. Ook in het land zelf groeit de kritiek. Sommige boeddhistische leiders van de vreedzame Saffraanrevolutie tegen het militaire regime zijn zwaar teleurgesteld in Wirathu. "Dit is niet wat we verwachtten toen we in 2007 riepen om vrede en verzoening", zegt een van hen.

Ashin Sanda Wara, het hoofd van een kloosterschool in Yangon, denkt dat ongeveer de helft van de monniken in Birma radicale neigingen vertoont. Hij vindt zichzelf gematigd, maar vertelt toch dat hij bang is voor de moslims "omdat hun aantal zo snel groeit".

Vreselijk gif

Wirathu speelt in op dit sentiment, dat wel wordt omschreven als 'demografische druk' afkomstig uit het buurland Bangladesh. In Birma is er grote minachting voor een groep staatloze moslims, de Rohingya, waarvan een deel uit Bangladesh is komen overwaaien. Schermutselingen tussen Rohingya en boeddhisten, vorig jaar in het westen van Birma, hebben de boeddhisten woedend gemaakt en lijken een rol te hebben gespeeld in het latere geweld. Wirathu heeft er inspiratie uit geput, zegt hij.

In het liedje dat Wirathu als soundtrack bij zijn optreden in Taunggyi laat horen, wordt gezongen over 'mensen die in ons land leven, ons water drinken en ondankbaar zijn'. Het refrein: "We zullen een muur bouwen, desnoods met onze botten." Moslims komen in het lied niet voor, maar Wirathu zegt dat het over hen gaat. Op pamfletten die hij laat uitdelen tijdens zijn ceremonies worden moslims gedemoniseerd: "Birma wordt bedreigd door een vreselijk gif dat sterk genoeg is om de hele samenleving uit te roeien."

Er wordt wel gespeculeerd dat Wirathu samenspant met andere radicale boeddhisten die zijn nationalistische aanhang willen mobiliseren voor de verkiezingen van 2015. Wirathu ontkent het. Ondertussen zijn wel op steeds meer auto's de stickers met '696' te zien, het symbool van Wirathu's beweging met de cijfers die de boeddhistische waarden symboliseren.

De regering legt de radicale leider vooralsnog geen strobreed in de weg. Integendeel: tijdens zijn strak gechoreografeerde bezoek aan Taunggyi wordt zijn auto begeleid door zestig motoren. Politieagenten zetten de kruispunten in de stad af, zodat Wirathu moeiteloos kan doorrijden naar het klooster waar hij wordt opgewacht door een uitzinnige menigte.

Twee uur voor dit spektakel zegt Tun Tun Naing, een moslim die spulletjes verkoopt op het centrale marktplein van Taunggyi, dat hij bang is. "We drukken onze kinderen op het hart alleen naar buiten te gaan als het echt niet anders kan."

© The New York Times