Direct naar artikelinhoud

Verdwalen in het spiegelpaleis van de kunst

Een duivelskunstenaar of een intellectuele speelvogel? Boek na boek zet de Spanjaard Enrique Vila-Matas met sprekend gemak dwaalsporen uit. In zijn vermakelijke roman over kunstenwalhalla Kassel en Documenta windt hij ons moeiteloos om de vinger.

Roman.

Is hij een erfgenaam van Jorge Luis Borges, een schoonzoon van Rabelais, een stiefbroer van Franz Kafka, een familielid van Herman Melville of een verre nazaat van Laurence Sterne? Enrique Vila-Matas (°1948) steekt ze allemaal in zijn binnenzak en roept in zijn vernuftige en speelse oeuvre de hele wereldliteratuur op het appel. De Spaanse veelweter propt in zijn onophoudelijke sliert romans en essays een container aan referenties.

Toch heb je zelden het gevoel dat hij bespaart op leesbaarheid. Stelselmatig voert Vila-Matas afsplitsingen van zichzelf op: zowat dertig keer figureert hij in zijn eigen boeken. Bovenal dist hij zijn wijsheden en hersenkronkels op met een verraderlijke lichtheid en een vermakelijke ondertoon.

Naast zijn status als belangrijk hedendaags Spaans schrijver wordt zijn proza vooral in Frankrijk volop naar waarde geschat. Misschien omdat Vila-Matas een soortgenoot mag heten van Georges Perec. Hij verzint fictieve literaire genootschappen, gaat de geschiedenis na van literaire zelfmoorden én is dol op intellectueel gepuzzel, in romans als Voorbeeldige zelfmoorden (1991), Bartleby & Co. (2000) en De waan van Montano (2002). Hij voert oude schrijvers op alsof ze nog springlevend zijn en voert er pittige conversaties mee, zoals in Historia abreviada de la literatura portátil (1985). Dat zorgt ervoor, zoals The New York Times ooit opmerkte, dat zijn werk 'an acquired taste' kan zijn: 'Leven en literatuur zijn een gedeeld avontuur. Eenmaal je de toegangscodes kent of de handdruk krijgt, hoor je bij de club van Vila-Matas.'

Neurotische overpeinzingen

Nu kunnen we in het Nederlands hernieuwd kennismaken met een roman van Enrique Vila-Matas nadat een aantal van zijn vorige vertalingen heilloos in de ramsj verdwenen. Nou ja, een roman. Het hybride In Kassel is niets wat het lijkt ontsnapt glibberig aan elke genre-indeling. De timing van de vertaling is alleszins voortreffelijk, nu de vijfjaarlijkse hoogmis van hedendaagse kunst Documenta 14 zopas van start is gegaan.

In de roman ontvangt de ouder wordende schrijver 'Enrique' op een dag een mysterieuze, telefonische uitnodiging - in feite een ingenieuze list - voor Documenta 13, met het verzoek er als writer in residence te fungeren. Hij hoeft niet meer te doen dan zich in september 2012 een week in het Chinese restaurant Dschingis Khan, in een buitenbuurt van Kassel, te verschansen. Zijn publiek schrijverschap zal vanzelf uitgroeien tot een zoveelste kunstinstallatie.

Enrique raakt in de aanloop behept met onzekerheden en twijfels over de hele onderneming. Temeer daar hij een behoorlijk schommelend gemoed heeft, met 'welbevinden in de ochtend en angst in de avond', waarvoor hij de pillen van dokter Collado moet nemen. Maar de lokroep van Kassel valt niet te weerstaan. De nieuwsgierigheid wint het van zijn angstvlagen. Eindelijk een ontsnapping uit de wereld van de literatuur en een unieke kans om de ontwikkelingen in de moderne kunst van nabij in te schatten.

Hoe zat het nu eigenlijk met die avant-garde? Op dit 'grote anticommerciële festival van de vernieuwing' moest je daarover toch klaarheid krijgen?

Eenmaal aangekomen dompelt Enrique zich met bijeengeraapt optimisme onder in het kunstencircus en dubt hij over 'de wereld als een absurde plek'. Want aan ernst heeft Vila-Matas een broertje dood, ondanks het opdringerige besef 'dat de wereld naar de filistijnen was en dat het niet meer goed zou komen'. Brengt dit artistiek walhalla verlossing? Spoedig prikt hij de proefballonnetjes en de pretenties van de moderne kunstscene op een goedmoedige, zij het nergens venijnige manier door. Maar er sluipt ook bewondering binnen voor al die conceptuele kunstenaarsijver, zeker als hij treffende parallellen met zijn eigen zoektocht en schrijfpraktijk ontdekt.

In lichtelijk neurotische overpeinzingen en cirkelredeneringen zet hij vervolgens zichzelf en zijn vermoeide, soms kreunende constitutie in zijn hemd. Regelmatig wordt zijn Kassel-visite geteisterd door volstrekt babylonische spraakverwarringen, waarna de misverstanden zich opstapelen als de lege borden in een restaurantkeuken.

Verfrissende hersenmassage

Natuurlijk voert Vila-Matas zijn identiteitspelletjes ten top, met 'Je est un autre' van Arthur Rimbaud als leidraad. Hij behoort ook tot het prototype van de schrijver-wandelaar à la Robert Walser en W.G. Sebald, zijn observaties steeds weer aftoetsend aan literaire voorgangers en uiterst gevoelig voor toevalligheden. Raymond Roussels Locus Solus koestert hij in Kassel als zijn 'unieke talisman'.

Het zou best kunnen dat niet iedereen de intellectuele stokpaardjes van Vila-Matas op prijs stelt. Enige wijdlopigheid kun je hem misschien aanwrijven. Vila-Matas beseft het, niet voor niets citeert hij Blaise Pascal: 'De enige reden waarom deze brief zo lang is, is dat ik geen tijd had om hem korter te maken'.

Maar wie vreest in een topzware, postmoderne krachtmeting te belanden, komt bedrogen uit. In Kassel is niets wat het lijkt is een literair spiegelpaleis, een echokamer, een solipsistisch bouwwerk waaraan je je overlevert als aan een verfrissende hersenmassage. Vila-Matas legt de literatuur op de rooster en neemt de kunst op de slof in deze 'avontuurlijke ideeënroman', zoals The New York Times het boek terecht omschrijft. Hij vierendeelt ze, fileert ze en bestudeert ze als een patholoog-anatoom. Maar hij draagt ze ook een warm hart toe en zet ze evengoed op een voetstuk.

Telkens komt er in deze associatieve roman een ironische wending die je verwart en weer een glimlach laat opborrelen. Vila-Matas' meanderende zinnen zijn als frêle slakkenhuisjes of prachtig gesculpteerde wulken. 'Je schrijft om de lezer te binden, om hem in bezit te nemen, hem te verleiden, te onderwerpen, om de geest van een ander binnen te dringen en daar te blijven zitten (...)', zo poneert Vila-Matas de essentie van zijn literair programma. Dat doet hij hier opnieuw, gesofisticeerd en amusant. Twijfel niet. Als je deze zomer naar Documenta afreist, heb je aan deze spitsvondige Catalaan de ideale compagnon.