Direct naar artikelinhoud

Jaar één na de aanslagen van Breivik

Noorwegen heeft de 77 slacht-offers in Oslo en op het eiland Utoya herdacht. Premier Jens Stoltenberg riep zijn landgenoten op het bloedbad verder met tolerantie te verwerken, en niet met haat.

De Noren hebben met gemeenschappelijke rouw, en trots op hun tolerantie en openheid, de eerste verjaardag van de moordpartij herdacht. Overal in het land legden mensen zondag kransen neer en woonden erediensten of herdenkingsplechtigheden bij voor de 77 slachtoffers van 22 juli 2011. Zij waren bij een dubbele aanslag van de radicaalrechtse islamhater Anders Behring Breivik om het leven gekomen.

De Noorse premier Jens Stoltenberg en koning Harald legden een krans neer aan het zwaarbeschadigde regeringsgebouw in Oslo. terzelfdertijd verzamelden zich op het kleine fjordeneiland Utoya overlevenden en nabestaanden van het bloedbad.

Op Utoya had Breivik 69 deelnemers van een sociaaldemocratisch jeugdkamp (AUF) gedood. Eerder waren acht mensen omgekomen in de regeringswijk van Oslo door een door hem geparkeerde bomauto. Het vonnis tegen Breivik zal op 24 augustus geveld worden.

Stoltenberg zei in een toespraak dat de dader vele mensen heeft omgebracht en onvoorstelbaar veel leed heeft veroorzaakt. Zijn eigenlijk doel schoot de dader echter voorbij. "Zijn bommen en kogels moesten Noorwegen veranderen. Het Noorse volk antwoordde echter met de normen en waarden waarvoor het bekend staat. De dader mislukte in zijn opzet, het volk heeft gewonnen", zei de premier. Hij riep zijn landgenoten op verder tolerantie en wederkerige genegenheid in plaats van haat te tonen. "Vandaag willen we elkaar eraan herinneren dat de liefde eeuwig duurt. Het goede en de vreugde laten zich niet wegvegen."

Bij de aansluitende herdenking op Utoya riep Stoltenberg op tot meer inzet tegen de haatstemmen op het internet. "Het internet wordt door pesterige aanvallen overspoeld. We hebben die van haatgevoelens vervulde uitlatingen te lang genegeerd. We kunnen en willen de ogen niet langer sluiten. De geschiedenis zal hard over ons oordelen indien we er niets tegen doen. Blijven we passief, zal haat uitgroeien tot geweld." Breivik had zijn haat tegen moslimmigranten en voorstanders van een multiculturele samenleving ook op het internet proberen te verspreiden.

Tijdens een herdenkingsmis in de Dom van Oslo zei AUF-voorzitter Eskil Pedersen: "Vandaag willen we gedenken en missen. Morgen begint een nieuwe dag. We moeten vooruit. Niet zonder bedroefdheid en leed". Pedersen kon voor het bloedbad op Utoya naar het vasteland vluchten.

Aan het begin van een slechts voor beperkt publiek toegankelijk maar rechtstreeks uitgezonden herdenkingsdienst op Utoya, zong de 22- jarige Renate Tarnes, die het bloedbad overleefde. Ze moest mee toekijken hoe Breivik haar levensgezel doodde.

Zondag mochten voor het eerst sinds de aanslag voetgangers de gesloten regeringswijk in de binnenstad van Oslo betreden. Pas deze zomer zal beslist worden of het torengebouw volledig afgebroken of gerenoveerd wordt. Bij een afbraak moet rekening gehouden met een tijd van tien jaar, vooraleer de nieuwbouw klaar is.