Direct naar artikelinhoud

Swingende ode aan de eenvoud

Eén, maandag 22/4, 20u40

Soms klonk des nachts een bange kreet vol angst en pijn. Dat was van een die er niet lang meer zou zijn."

Jonas Van Thielen las voor uit het dagboek van Achiel Van Hollebeke. Een dokter die tussen de gruwelen aan het front nog de tijd had gevonden om een 'schoon vers' te schrijven. Terwijl hij, net als andere vergeten helden uit 'den Grooten Oorlog', met een herdenkingspaaltje werd geëerd, bedacht ik dat mooie televisie niet per se grote budgetten en/of lawaaierige toeters en bellen behoeft. Talent, gekoppeld aan een goed en sterk uitgewerkt idee, biedt dikwijls meer garantie op kwaliteit.

Hoe mooi eenvoud wel kan zijn wordt overtuigend aangetoond door drie vrienden die, enkel gewapend met rugzak en goed humeur, de frontlijn van WO I afstappen. Om de herinnering aan het bloedigste conflict uit de moderne geschiedenis levend te houden, trekken Arnout Hauben, Jonas Van Thielen en Mikhael Cops, gezanten van het jonge productiehuis 'de chinezen', van het Nieuwpoortse strand helemaal naar de slagvelden van het Turkse Gallipoli. Hauben, die op Weg naar Compostella al liet zien dat in elke toevallige passant een mooi verhaal kan schuilen, klampt ook nu iedereen aan die zijn pad kruist. Hij benadert zijn slachtoffers op de wijze van een chronisch nieuwsgierig Kuifje, vraagt hen het hemd van het lijf en slaagt erin hen veel meer te doen vertellen dan ze aanvankelijk van plan waren.

Na bizarre ontmoetingen met een stugge boer - "astrologie is de blauwdruk van je leven" - en een kleurrijke West-Vlaamse hotelier uit Burkina Faso tijdens de eerste etappe is het trio inmiddels in het Franse noorden beland, waar eindeloze gravenrijen stil getuigen van de slachting in de baai van de Somme. In Armentièrs liepen ze een vuilnisman tegen het lijf die wel nog de liedjes uit '14-'18 kon fluiten maar de toekomst niet echt hoopvol - "het kan zo weer oorlog worden" - tegemoet zag. Een 80-jarige Indische oud-militair -"old soldiers never die, they just fade away" - salueerde voor het imposante monument voor zijn gevallen landgenoten en Van Thielen haakte aan met het verhaal van de Nepalees Kulbir Thapa die een handvol strijdmakkers van een gewisse dood had gered.

We maakten kennis met Laurent. Als onhandelbare 17-jarige was hij 'om te kalmeren' door zijn moeder naar het vreemdelingenlegioen gestuurd. In Tsjaad had hij tegen Kadhafi gevochten en daar de horror - "er is toen iets dood gegaan in mijn buik" - leren kennen. Een Brit in een Jaguar kwam een bloemetje leggen op het graf van soldaat Palmer, een goedlachse oude dame toonde trots haar verzameling obussen en een gepensioneerde boer vertrouwde Hauben - "bij ons in Vlaanderen zijn kappers allemaal een beetje zo en zo" - toe dat zijn zoon-coiffeur zich - "in onze tijd bestond dat niet" - tot de herenliefde had bekeerd.

De drie kwajongens verschaften zich wederrechtelijke toegang tot een 'verboden' fort en aan het eind werd er, oorlog of niet, een flesje bubbels gekraakt. En dat was de heren van harte gegund. Want Ten oorlog is een steengoed programma. Een sympathieke, jongensachtige roadshow die beklijvende verhalen, historische 'wistjedatjes', ontroering en humor perfect weet te combineren tot een verslavende, nooit belerende, swingende geschiedenisles. Champagne!