Direct naar artikelinhoud

Frankrijk is zijn eigen vijand

Terechtkomen in een stampvolle metrowagon nadat je een uur op een overbevolkt perron hebt staan wachten tussen naar adem snakkende medereizigers die vechten voor een paar vierkante centimeter, het is de vinger op de Franse wonde

Pascal Bruckner over het onvermogen van zijn land om te veranderen

@5 INFO Opinie:Pascal Bruckner is schrijver en filosoof. Hij is een vertegenwoordiger van het Franse neoconservatisme.@4 DROP 2 OPINIE:Al vijftig jaar lang zijn in het Théâtre de la Huchette afwisselend twee stukken van Eugène Ionesco te zien, La Cantatrice Chauve en Les Chaises. Deze voorstellingen zijn een stuk van het Parijse cultuurlandschap geworden, net als de Eiffeltoren en de torens van de Notre-Dame. Een ander Frans successtuk speelde in de afgelopen maand november ook voor volle zalen: de jaarlijkse staking van het openbaar vervoer, kracht bijgezet door die van de ambtenaren, de studenten, de advocaten, de verkeersleiders en de zeevissers.

Het is een steeds terugkerend fenomeen in de Franse geschiedenis en je moet het ten minste eens in je leven meegemaakt hebben. Iedere buitenlander die in die dagen door de straten van Parijs doolde, hopeloos op zoek naar een bus of een taxi, tussen drommen haastige en chagrijnige passanten, zal deze combinatie van chaos en berusting niet snel vergeten.

Frankrijk doet het zichzelf aan. Het land toont zijn onvermogen om te veranderen. Het stort zich voor twee weken of langer in een psychodrama waar het groggy en uitgeput weer uit te voorschijn komt, en sleept zich dan voort naar de volgende crisis (er is al een stakingsaanzegging voor 20 december).

Net als een individu kan een land vastzitten in een dwangmatigheid die het belet te evolueren. Wat wij in Frankrijk hebben gezien is de terugkeer van een bekend symptoom. Typisch aan deze gebeurtenissen is hun voorspelbaarheid. Iedereen verwachtte de schok en iedereen kende zijn rol. Aan de ene kant stonden onpopulaire maar vastberaden stakers, en verdeelde en verzwakte vakbonden, aan de andere kant stond een president die een hoge borst opzette, maar die toegevingen en stommiteiten opstapelde. Zo presteerde hij het om - in naam van de transparantie - zijn salaris te verdrievoudigen op het moment dat hij van de Fransen offers vroeg.

Strategische stakingen kunnen het land lamleggen. Een paar mensen kunnen een heel land blokkeren. Ze gijzelen de openbare sector voor hun eigen profijt en beweren ondertussen dat ze zich inzetten voor het behoud ervan. Ze hadden de reizigers gratis kunnen laten rijden. Ze zouden er de sympathie van de Fransen mee hebben gewonnen. Helaas, het was weer een van die treurige stakingen waarin beroepsgroepen schermen met grote principes om zich vast te klampen aan kleine privileges.

Het is alsof Frankrijk is bevolkt door egoïsten die met elkaar in conflict zijn zonder enige bekommernis voor het algemeen belang. Maar dat ieder-voor-zich-principe verstoppen ze achter het masker van altruïsme. De stakers gijzelen je uit menslievendheid. "Fransen hebben twee passies", zei generaal De Gaulle, "gelijkheid en privileges." En het aanpassen van de openbare sector aan de privésector is nog slechts de eerste stap in een lange reeks noodzakelijke maatregelen die de vorige regeringen hebben uitgesteld.

Terechtkomen in een stampvolle metrowagon nadat je een uur op een overbevolkt perron hebt staan wachten tussen naar adem snakkende medereizigers die vechten voor een paar vierkante centimeter, het is de vinger op de Franse wonde: doordat het zich niet heeft aangepast is dit mooie land zijn eigen vijand geworden. Als we dan toch niet willen evolueren, laten we dan ten minste allemaal samen de dieperik ingaan en laten we deze nederlaag uitroepen tot een overwinning.

Vier structurele gebreken zijn de voorbije weken opnieuw duidelijk geworden. In de eerste plaats de confrontatiecultuur die eist dat er eerst oorlog wordt gevoerd en dan pas wordt gepraat. Ten tweede is er het ontbreken van iedere zin voor collectieve verantwoordelijkheid. Mijn landgenoten mogen stikken, als ik mijn zin maar krijg. Een derde reflex is het systematisch de hulp inroepen van de staat, alsof die alle conflicten kan oplossen en naar hartelust in de staatskas kan graaien om cadeaus rond te strooien. Een laatste uiting van de Franse ziekte is de besmetting van de taal. Tot nog toe was de macht liberaal en waren de vakbonden progressief. Dat was de Franse newspeak: het Franse dirigisme gebruikte de woordenschat van de vrije onderneming, de stakers die van het neobolsjewisme. Het nieuwe conservatisme was verwarrend omdat het tegengestelde werkelijkheden overlapte, met als resultaat een groeiend wantrouwen tegenover het politieke discours.

Zelfs extreem links, dat nog altijd droomt van de Grote Revolutie en om het even welke dictatuur steunt als die maar antikapitalistisch en anti-Amerikaans is, is nog slechts een vakbond van ontevreden criticasters. Het wil de bescherming van de staat voor iedereen, een leven lang. Zo stelde de talentrijke Olivier Besancenot, leider van de trotskistische Ligue Communiste Révolutionnaire, enkele jaren geleden voor een parti de la grève op te richten, een grote stakingspartij: een geniaal voorstel als je bedenkt dat iedere Fransman dan staker kon zijn nog voor hij zelfs was beginnen werken. Het is duidelijk dat Besancenot plannen heeft om Jean-Marie le Pen en Georges Marchais op te volgen als anti-establishmentkandidaat. Hij wil de ontevredenen achter zich verzamelen, de rijken en het groot kapitaal aan de schandpaal nagelen, en oplossingen voorstellen die even extreem als onuitvoerbaar zijn.

Terwijl onze Europese buren evolueren en hun dynamisme en vertrouwen terugvinden, blijven wij Fransen ter plaatse trappelen, alsof iedere opleving niet meer is dan de aankondiging van een nieuwe terugval.

Het conflict van november kan geïnterpreteerd worden op twee radicaal verschillende manieren. Voor de pessimisten hebben zeven maanden drukdoenerij van Sarkozy niets aan de Franse kwaal veranderd. Om de sociale vrede te herstellen heeft de regering zoveel toegevingen gedaan dat ze haar eigen hervorming helemaal heeft uitgehold. En daarvoor zal een hoge prijs betaald moeten worden.

Voor de optimisten daarentegen was de voorbije crisis een laatste gevecht van de vakbonden, die eindelijk bekeerd lijken tot het reformisme. De speciale regimes hebben hun tijd gehad, de president heeft niet op een krachtmeting aangestuurd en niemand willen vernederen. Hij heeft bewezen dat het mogelijk is om met overleg en vastberadenheid tot een positief resultaat te komen.

Het Franse volk heeft in ieder geval voor het eerst getoond dat het gruwde van deze staking. Dat bewijzen de talrijke werknemers van de SNCF en de RATP die bij hun huisarts medische hulp zochten nadat ze getraumatiseerd waren door beledigingen en agressie van de reizigers. Zal Frankrijk hervallen of is het herstel begonnen? We zullen het snel weten.

@5 INFO Opinie:Dit stuk verscheen gisteren in Le Soir