Direct naar artikelinhoud

Amnesty vraagt Iran gevangen opposanten vrij te laten

Een jaar na de betwiste presidentsverkiezing van 12 juni houdt de Iraanse regering nog steeds honderden manifestanten, die in protest op straat kwamen, gevangen. President Ahmedinejad heeft de Iraanse bevolking al gewaarschuwd dat de regering overmorgen geen nieuwe protesten zal dulden, op 12 juni. De mensenrechtenorganisatie Amnesty International beschuldigt de autoriteiten van het voeren van een campagne van terreur om de oppositie die ontstond na de herverkiezing van president Ahmedinejad aan banden te leggen. Amnesty spreekt in het rapport From protest to prison over foltering, politieke executies en de aanhouding van journalisten, studenten, activisten en geestelijken.

Na de protesten werden volgens Amnesty zo’n 5.000 leden en aanhangers van de oppositie gearresteerd. De meesten zijn sindsdien terug vrij, maar tientallen kregen gevangenisstraffen tot vijftien jaar. Hoeveel er nog opgesloten zitten en om wie het gaat, is nog steeds niet duidelijk. “Bedreigingen van familieleden, vooral moeders, dochters en echtgenotes zijn een manier om gevangenen onder druk te zetten om samen te werken met de ondervragers”, schrijft Amnesty.

De mensenrechtenorganisatie zegt dat de opsluiting van gewone burgers een alledaags fenomeen is geworden en dat het systeem van willekeurige arrestaties gewoon doorgaat. “Wij eisen de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen en vragen dat anderen worden berecht voor erkende criminele inbreuken”, aldus Amnesty in het rapport. “De Iraanse autoriteiten moeten deze campagne van terreur die de kleinste oppositie in de kiem wil smoren, stoppen.”