Direct naar artikelinhoud

Kind zijn tussen schimmel en muizenstront

‹ Hoeveel gezinnen in onbewoonbare flats wonen, vol ongedierte en loshangende stopcontacten, weet niemand precies. Maar voor de Vlaamse Wooninspectie is het dagelijkse kost.
‹ 'Als we alle Gentenaars die nu in een krot wonen een betere woning willen geven, moeten we een nieuw Gent bouwen.'

'Nooit kan ik mijn collega's thuis uitnodigen, want ik schaam mij te zeer. Een verjaardagsfeestje voor mijn dochter moet ik hier ook niet organiseren. Wij zijn het echt niet gewoon om zo te leven", zegt S. (24). De moeder van drie huurt een beschimmelde woning in de Brugse Poort, een multiculturele wijk die deel uitmaakt van de beruchte negentiende-eeuwse gordel van Gent.

Toen de vrouw hier vijf jaar geleden kwam wonen, was er van schimmel nog geen sprake. "Of toch niet dat ik kon zien. Drie jaar geleden is het begonnen", zegt ze.

Elif, het driejarige dochtertje van S. en haar man E. (31), heeft nooit iets anders gekend dan schimmel op de muren. Het meisje speelt vrolijk met haar pop, op een meter van een stopcontact dat los uit de muur hangt. De draden liggen bloot, maar vastschroeven heeft geen zin: het stopcontact bevindt zich op het pad van een scheur die van plafond tot vloer loopt. "Als het regent, komt het vocht zo naar binnen", vertelt E. "Wij zijn bang voor kortsluiting. Ook in de badkamer zitten er scheuren in de muren."

Terwijl de muur zwart van de schimmel is, zijn de wc, de wastafel en de douche wel zeer proper. "Ik maak heel vaak schoon, maar soms begin ik te huilen omdat het toch geen zin heeft. Als ik de uitwerpselen van de muizen wegdoe, ligt er de volgende morgen weer een hoop", zucht S. "Het houdt gewoon niet op."

Bed weggooien

U vond dat de winter veel te lang duurde? Voor het gezin kwam er werkelijk geen eind aan. Hun appartement, op de tweede verdieping, is niet geïsoleerd. Ze zijn bijna volledig omgeven door buitenmuren en het platte dak waaronder ze wonen, lekt. Het plafond in de slaapkamer ziet zwart en bruin van de schimmel. Hier regent het gewoon naar binnen, de emmer op de vloer is bijna vol. "We hebben ons bed moeten weggooien en slapen nu in de woonkamer", vertelt E.

De woning heeft dubbel glas, maar daar heb je weinig aan als de verwarming niet werkt. "Het was binnen even koud als buiten. Soms moesten we de oven aanzetten, met de klep open, om het toch een beetje warm te krijgen", zegt E. "Door de koude en de vochtigheid kwam er enkel meer schimmel. Nu het warm weer is, laten we de vensters de hele tijd openstaan, maar als je je in de winter niet kunt verwarmen, kun je je woning ook niet verluchten. Mijn dochter heeft maanden aan een stuk bronchitis gehad. Misschien houdt ze er wel astma aan over en wiens schuld is dat dan?"

Het bedje van Elif staat tegen de enige muur waar nog geen schimmel woekert. De twee oudste kinderen van S. komen hier alleen in het weekend en dan slapen ze in één bed in een piepklein kamertje. Ook hier is de schimmel aan zijn opmars begonnen.

De verhuurder van S. en E. is de vzw Woonfonds, een sociaal verhuurkantoor. Die huurt de woning zelf van een Turkse huiseigenaar. "Dit dossier is heel pijnlijk voor een organisatie met een sociale doelstelling", zegt Koen Hostyn, lid van de raad van bestuur van de vzw. "Het kan toch niet dat zoiets voorkomt bij een organisatie als de onze? Laten we hopen dat er niet nog tien zulke gevallen zijn."

Het sociaal verhuurkantoor heeft de eigenaar meermaals gevraagd om de woning in orde te brengen, wat leidde tot een procedure bij het vredegerecht. "In mei is het tot een verzoening gekomen, maar alles wijst erop dat daar geen vervolg aan gegeven wordt", zegt Hostyn. "De situatie blijft dus gewoon zoals ze is. We hebben de bewoners al eens een nieuwe woning aangeboden, maar dat hebben ze toen geweigerd."

Het gezin wordt gevolgd door een straathoekwerker. Ook de Precaire Puzzel, een koepelorganisatie die de levenskwaliteit in de Brugse Poort wil opkrikken, houdt het dossier in de gaten. Via hen krijg ik de uitnodiging om drie dagen in de woning van S. en E. te verblijven, terwijl zij elders onderdak genieten. Op de website van De Morgen verschijnt een verslag van onze ontmoeting, met foto's erbij. Die trekken de aandacht van de Vlaamse Wooninspectie, die de strijd aangaat met krotverhuur en huisjesmelkerij.

Wanneer de inspecteurs van de Wooninspectie aankloppen, moeten de bewoners schriftelijk toestemming geven voor een controle, zodat de huiseigenaar de inspecteurs niet zomaar buiten kan gooien. Zo'n controle is geen kattenpis: de wooninspecteur treedt op als officier van de gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings. Het verslag van de inspectie wordt als proces-verbaal overgemaakt aan het parket. Zowel de verhuurder als de huisbaas kan strafrechtelijk worden vervolgd.

Het belangrijkste is echter de herstelvordering: een eigenaar moet zijn woning aanpassen tot er geen opmerkingen meer zijn. "Na ons bezoek beginnen de meeste eigenaars meteen met herstellingswerken", zegt Tom Vandromme, hoofdcoördinator van de Vlaamse Wooninspectie. "Alleen de meest hardleerse huisjesmelkers proberen alle rechtsmiddelen uit te putten, maar dat is slechts uitstel van executie. Aan de herstelvordering valt uiteindelijk niet te ontsnappen. Dat is ook het belangrijkste. Ons doel is niet zozeer huiseigenaars te beboeten, als wel ervoor te zorgen dat krotten omgebouwd worden tot degelijke woningen. De repressie dient vooral ter preventie."

Donderdag werd het jongste jaarverslag van de Vlaamse Wooninspectie gepresenteerd. Opvallend: in 2011 werden de eigenaren van 746 panden geverbaliseerd, in 2012 waren dat er maar 712. "Dat komt doordat er in het verleden zo veel herstelvorderingen waren. Doordat we veel tijd stoppen in de opvolging van die dossiers, is er iets minder tijd om de baan op te gaan", legt Vandromme uit. "Dat betekent wel dat er elk jaar meer woningen worden hersteld. Dat is een gunstige evolutie."

Krottengordel

Toch is het wrang dat de Wooninspectie pas sinds 2007 herstelvorderingen kan uitschrijven, terwijl veel krotwoningen al decennialang meedraaien. "In Gent is de negentiende-eeuwse gordel ontstaan toen de toenmalige textielbaronnen zeer snel zeer veel huizen lieten bouwen voor de arbeiders", legt woonsocioloog Pascal De Decker uit. "Dat waren toen al krotten en veel van die woningen staan er nu nog altijd."

Volgens De Decker, die tot vorige maand ook voorzitter was van de vzw Woonfonds, is er nooit een beleid geweest voor woningvernieuwing. "In Vlaanderen heeft men de huisvestingsbehoefte altijd opgelost door weg te trekken uit de stad. In Gent was er tot midden de jaren negentig geen stadsvernieuwingsproject, het was een grauwe stad. Nu is het stadscentrum opgekalefaterd, maar in de negentiende-eeuwse gordel zijn de krotten blijven staan."

Door de krapte op de private huurmarkt raken die krotten moeiteloos verhuurd. Voor de laagste inkomens is het dringen voor de minst slechte woning. "Het probleem van huurkrotten is redelijk verdoken en het is geen prioriteit voor het beleid", zegt Tim Everaert, woordvoerder van de Precaire Puzzel. "Er zijn geen cijfers over, maar het probleem is wel heel groot, horen wij van controleurs van de Wooninspectie."

"De mensen van de Wooninspectie leveren goed werk", zegt Hostyn. "Maar het blijft gerommel in de marge, druppels op een hete plaat. Dat is geen verwijt aan de Wooninspectie, maar de middelen die zij krijgen staan niet in verhouding tot de problematiek."

Everaert klaagt aan dat er ook vanuit de stad Gent onvoldoende opvolging is. "Echt kwetsbare bewoners worden te weinig geholpen. Als kwetsbare huurder ga je ook niet zomaar je huisbaas aanklagen, want wat is het alternatief? Als je huis afgekeurd wordt, dreig je op straat te belanden."

"Nochtans leveren veel gemeenten al lang grote inspanningen tegen het verhuren van krotten, maar ze hadden daar in het verleden niet altijd voldoende instrumenten toe. Nu zijn die er wel en beginnen gemeenten ze steeds meer te gebruiken", zegt minister van Wonen Freya Van den Bossche (sp.a). "Als gemeenten nu veel forser gaan optreden, hopen we dat andere gemeenten zien dat dat werkt."

Toch blijft herhuisvesting van de bewoners de achilleshiel in de strijd tegen krotverhuur, zo staat ook in het jaarverslag van de Wooninspectie. In principe kunnen burgemeesters de kosten van herhuisvesting verhalen op de krotverhuurder.

"Maar vaak blijven gemeenten aarzelen omdat ze niet zeker zijn dat ze hun geld wel terugzien", erkent Van den Bossche. "Daarom loopt er nu een proefproject met achttien gemeenten waarbij de Vlaamse overheid de kosten voor de herhuisvesting draagt. Vlaanderen gaat het geld dan recupereren bij de verhuurder. De tweede drempel is waar je met de bewoners naartoe moet."

"Als we alle Gentenaars die nu in een krot wonen een betere woning willen geven, moeten we een nieuw Gent bouwen", zegt de wooninspecteur die bij S. en E. over de vloer gekomen is.

De Precaire Puzzel vraagt Van den Bossche daarom om veel meer sociale woningen bij te bouwen. "Als het aanbod sociale woningen omhoog gaat, zijn mensen niet meer verplicht om in slechte woningen te kruipen", argumenteert Everaert. "Zo lost het probleem zichzelf op." Om die eis kracht bij te zetten voert de organisatie vandaag actie onder de Gentse Stadshal: Agence Crotique.

Sien Winters van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven betwist echter dat een tekort aan sociale woningen de oorzaak is van de grote krotverhuur. "In een goed systeem biedt de vrije markt voldoende oplossingen. Het voornaamste probleem is dat de inkomens te laag zijn. Er zijn serieuze indicaties dat degelijk én betaalbaar wonen onmogelijk is voor de laagste inkomens", zegt Winters.

Oost-Europeanen

Daarnaast is er ook de factor origine. Tom Vandromme geeft het voorbeeld van een Nepalese man die 1.600 euro netto per maand verdient. Ook hij huisde noodgedwongen in een krotwoning. Op de reguliere huurmarkt vond hij nergens een woning: zijn Nederlands, zijn naam en zijn uiterlijk waren simpelweg te exotisch.

Een recente evolutie is dat krotten steeds vaker bewoond worden door Oost-Europeanen. Ook S. en E. passen in dat verhaal. Zij is veertien jaar geleden van Servië naar België verhuisd en heeft ondertussen de Belgische nationaliteit, hij kwam drie jaar geleden over van Macedonië. Allebei werken ze.

"Wij hebben geld voor meubels, maar durven ze hier niet te stellen, want dan staan ze toch maar te verrotten", zegt S. schamper. "We hebben zelf al vaak gezocht naar een andere woning, maar er is niets dat we kunnen betalen. We hebben geen vast contract en we willen niet het risico lopen dat we de huur niet meer kunnen betalen als ons contract afgelopen is."

"In mijn eigen land heb ik nooit ergens gewoond waar er schimmel aan de muren hing. En kijk waar ik hier in België beland ben", zegt E. hoofdschuddend. "Ik moet betalen om zogoed als dakloos te zijn. We hebben een alternatief nodig."

"Het is zeer moeilijk om goede alternatieven te vinden", weet Hostyn van vzw Woonfonds. "De organisatie is klein en er is heel weinig marge om iets te kunnen doen. Toch willen we onze verantwoordelijkheid niet ontlopen, er moet iets gebeuren."

Een sociaal verhuurkantoor zoals Woonfonds treedt op als tussenpersoon: de eigenaar krijgt zijn geld, de huurder wordt niet gediscrimineerd op basis van afkomst. "Alle overheden en partijen zeggen dat sociale verhuurkantoren een goed initiatief zijn, maar het is altijd met de rem op", zegt Pascal De Decker. "Subsidies doen de organisatie net niet verzuipen. Je zit constant op je tandvlees."

Twee dagen na de controle van de Wooninspectie nodigt het Woonfonds S. en E. uit om naar een ander appartement te gaan kijken, aan de overkant van de straat nog wel. Ze zijn hoopvol, maar het bezoek eindigt in ontgoocheling.

"We hebben die woning geweigerd", blaast S. furieus. "Er was geen verwarming - één gasbrandertje voor twéé verdiepingen. Weer was het dak niet geïsoleerd en de keuken was een puinhoop." De straathoekwerker die meegegaan is, toont foto's van muizenstront onder het linoleum.

"We zijn blij dat hij met ons meegegaan is, want anders was het weer alsof wij kieskeurig zijn", zegt S. "Ik heb één keer de fout gemaakt om in een slechte woning te trekken, geen tweede keer! Nu is het nog zomer, maar wat als we daar tegen de winter nog altijd zitten? Dan hebben we weer dezelfde problemen als nu. Het heeft geen zin om van het ene krot naar het andere te verhuizen. Dat zie ik niet zitten. Wij willen ook een fatsoenlijke woning."