Direct naar artikelinhoud

Nederland in Zweden nu al met mes op de keel

Nederland begint in Zweden met een dubbel gevoel aan zijn kwalificatiecampagne. Met een statistisch verleden dat goede moed geeft, maar vooral een woelig heden dat zwaar doet twijfelen.

Puur op basis van de cijfers mag Oranje fluitend zijn campagne aanvatten. Sinds de beruchte 1-0-nederlaag tegen Ierland op 1 september 2001 speelde Nederland 32 WK-voorrondematchen. Liefst 29 duels werden gewonnen, 3 eindigden gelijk. Angstaanjagende statistieken, alleen zijn die ingehaald door de realiteit.

Exact een jaar geleden debuteerde Danny Blind als bondscoach. Met de recente thuisnederlaag in de oefenpartij tegen Griekenland (1-2) is op zijn rapport een dikke buis verschenen. Vijf van de in totaal elf interlands onder zijn leiding gingen immers verloren, een verliespercentage van 45,45 procent. Alleen een zekere Jaap van der Leck haalde tussen 1949 en 1954 een nog slechtere score.

De onrust die voorts rond Oranje hangt - het vertrek van assistenten Van Basten en Advocaat, het niet komen van Gullit en het opstappen van directeur Bert van Oostveen - maakt dat de druk alleen maar stijgt. Bovendien lijkt Oranje sowieso kwaliteit tekort te komen voor een WK-ticket. In een groep met naast Zweden ook nog Frankrijk, Bulgarije, Wit-Rusland en Luxemburg lijkt de kans zo reëel dat Nederland na het EK 2016 een tweede groot toernooi op rij gaat missen. Voor het eerst sinds de jaren 80 zou dat zijn: toen bleef het afwezig op het WK 1982, het EK 1984 en het WK 1986.

Intussen doen de internationals er alles aan om de schijn op te houden. "We hebben vaak genoeg druk gekend bij Oranje", zegt Wesley Sneijder. "Dan ging het niet altijd goed, maar meestal blijven de sterksten overeind. Laten we daar nu ook op hopen."