Direct naar artikelinhoud

'De baby gaf me de nodige energie om mijn kanker te overwinnen'

Zwangere vrouwen met kanker hoeven niet te vrezen om een chemokuur te ondergaan. Hun baby's groeien normaal op, zo blijkt uit Leuvens onderzoek. 'Het maakte niet uit wat ik moest doorstaan', vertelt mama Lesley Verley. 'Ik dacht alleen aan mijn kindje.'

"Ik wist niet dat ik zoveel strijdlust in me had", zegt Laetitia Stragier (31), mama van Zoë (2,5) en zwanger van haar tweede. "Het verlangen naar mijn dochter was zo sterk. Dat heeft me enorm vooruitgeholpen om mijn therapie te doorstaan. Niet in paniek raken, dacht ik bij mezelf, gewoon ondergaan."

Drie jaar geleden viel eerst het goeie nieuws: zwanger. Twee weken later kwam de man met de hamer: een tumor op de tong. Dertien uur lang lag Laetitia volledig verdoofd in het operatiekwartier. Wat volgde, waren drie maanden van chemo en bestraling. "Mijn grote bezorgdheid was de baby. Mijn familie en vrienden, daarentegen, dachten vooral aan mij. 'Redt ze dit wel?'"

De zorgeloze zwangerschap nu fleurt haar op. "De vorige keer wist ik soms niet of ik misselijk was door de chemo dan wel door het zwanger zijn. Al kwam de zwaarste klap pas na de bevalling. Ik was 70 procent van mijn tong kwijt. Spreken, slikken, eten, dat vergde een zware revalidatie. Zelfs nu ben ik nog altijd niet de Laetitia die ik vroeger was."

Zwanger zijn met kanker, het is een verhaal van vechtlust en vermoeidheid, stelt Frederic Amant, gynaecologisch oncoloog aan de KU Leuven. Hij voert sinds 2005 baanbrekend onderzoek naar kankertherapieën bij zwangere patiëntes. "De eerste keer ging ik met een klein hartje naar de verloskamer", moet hij toegeven. "Is de baby wel normaal?"

Moederkoek

Maar de onderzoeksresultaten zijn geruststellend. Een opvolgstudie van 119 kinderen (tot 18 jaar) bewijst dat de giftige chemococktail geen schadelijke invloed heeft op hun ontwikkeling en groei. "Premature baby's blijken op dat vlak veel meer belast. Daarom willen we af van het oude beleid om het kind sneller ter wereld te brengen en pas daarna de moeder te behandelen."

Vanaf de derde maand is chemo mogelijk, vertelt professor Amant. "Dan zijn de organen van de foetus helemaal ontwikkeld, het enige wat ze nog doen is groeien. Op dat moment raak je dus niet meer aan de fundamenten. Bovendien houdt de moederkoek de chemo perfect tegen. Slechts 5 procent van de medicijnen bereikt het kind. Dat lijkt vreemd, wetende dat er zoveel geneesmiddelen bestaan die niet geschikt worden geacht voor zwangere vrouwen. Wel, het is aan de farma-industrie om dat eens grondig uit te pluizen. Ik ben er zeker van dat een pak medicijnen wel geschikt zijn bij zwangerschap."

Hoe dichter het kwaad bij de foetus zit, zoals bij baarmoederhalskanker, hoe delicater de behandeling. Nadeel bij borstkanker is dan weer dat de tumor bij jonge vrouwen veel agressiever is dan bij oudere dames, weet Amant.

Het laatste overkwam Lesley Verley (36), trotse mama van Marnix (2,5). Tien weken lang was ze zwanger van euforie, daarna kwam de klap, twee dagen voor Kerst. "Ik had een knobbeltje opgemerkt, maar dacht dat het iets hormonaals was door de zwangerschap. Borstkanker was wel het laatste waar ik aan dacht, het zit ook helemaal niet in de familie."

Na het mes wachtte de chemo. "Zes sessies waren dat. Na de derde voelde ik me een wrak. Ik was doodop, kon steeds minder. Op den duur lag ik maar gewoon zwanger te wezen, niet in staat om nog een gesprek te volgen. Een wonder dat het een natuurlijke bevalling werd, want ik ging de verloskamer volledig uitgeput binnen."

Geen twee keer

Toch had ze het altijd geweten: dit komt goed. "Of dat is toch wat je jezelf voortdurend voorspiegelt", glimlacht ze. "Je probeert die angst weg te schuiven. Zonder mijn baby had ik wellicht minder energie gehad om dat hele proces te doorstaan. Mijn man zei altijd: 'Lesley, jij gaat voor.' Maar ik dacht altijd: 'Ik wil dit kind niet kwijt. Ik wil dat het komt, gezond en wel.' We hadden eerder al een kindje verloren na zeven maanden zwangerschap, omdat het niet levensvatbaar bleek. Voor deze baby wilde ik echt vechten, het maakte niet uit wat ik moest ondergaan. Geen twee keer."

De verwerking kwam pas achteraf. "Ineens begon het me te dagen: waar heb ik me toch door gesleurd? Maar ook die schrik om te hervallen. Die tweejaarlijkse controles geven me nog altijd de daver. Dat blijft toch in je hoofd spoken: als ik hem maar kan zien opgroeien. Je wilt er toch zijn als mama."