Direct naar artikelinhoud

Sp.a-voorzitter blijft zitten (want niemand wil hem opvolgen)

'Ik heb mijn mandaat op tafel gelegd. Niemand heeft het opgeraapt. Voor u zit nog altijd de voorzitter van de sp.a.' Het was een ontnuchterde Bruno Tobback die de pers toesprak na het partijbureau. Hij blijft zijn partij leiden, maar het moet anders. Minder einzelgänger, meer groepsspeler.

De Leuvenaar koos voor de vlucht vooruit op het partijbestuur gisterochtend. Bij wijze van inleiding bood hij zijn partijgenoten zijn voorzitterschap aan. Toen niemand bougeerde, kon hij met een iets geruster gemoed de vergadering voortzetten.

Hoewel, doordeweeks ging het er niet aan toe op de eerste verdieping van de Brusselse Agoragalerij. De voorzitter kreeg onomwonden te horen dat zijn stijl en aanpak niet deugen. Dat hij wat minder autoritair moet zijn en meer moet openstaan voor de mening van de kopstukken. "Verschillende aanwezigen durfden eindelijk hun gedacht te zeggen", luidt het bij een van hen. "Dat heeft de sfeer aanmerkelijk verbeterd."

Machtsstrijd

Tobbacks houding zondagavond, waar hij zich tevreden toonde met het resultaat, viel bij verschillende kopstukken niet in goede aarde. "Ik ben fier op Gent, blij met West-Vlaanderen, de rest had wat meer mogen zijn", zei Oost-Vlaams lijsttrekster Freya Van den Bossche. "Hier kun je niet gelukkig mee zijn", klonk het elders. "We moeten de West-Vlaamse werkwijze kopiëren."

Vervelend voor Tobback is dat in West-Vlaanderen de partij opmerkelijk vooruitging. In Vlaams-Brabant ging de Vlaamse lijst, met Tobback op de kop, 2,6 procent achteruit. En net aan de kust kozen ze voor een geheel eigen campagnestrategie, los van 'Brussel'. Een echte machtsstrijd brak er niet los, wel twijfelt niemand eraan dat het moreel gezag van Johan Vande Lanotte en John Crombez nog verder versterkt is.

Naast Vande Lanotte en Freya Van den Bossche gooiden onder meer Gents burgemeester Daniël Termont, Vlaams minister Ingrid Lieten en Bert Anciaux hun grieven op tafel. Een opgemerkte 'gast' was voormalig voorzitter Patrick Janssens. Hij riep de partij ramen en deuren open te gooien voor mensen van buitenaf. "We moeten openbreken", zei hij. Voortaan zou ook 'een bredere groep' het voortouw nemen. De Teletubbies in een hedendaagse versie, zeg maar.

"Bruno moet meer mensen naast zich op het podium dulden", zegt een van hen. "Die mensen moeten ook extra verantwoordelijkheden krijgen."

"Stabiel blijven is niks om tevreden mee te zijn", gaf Tobback toe na de vergadering, heel wat bescheidener dan een avond tevoren. "Het was een open en kritisch partijbureau. We zullen onszelf tegen het licht moeten houden." Wie de interne evaluatie moet doen en welke concrete veranderingen er op til zijn, daar wilde de Leuvenaar nog niet over uitweiden. "De ochtend na de verkiezingen mag je nooit zware beslissingen nemen."

Linkse beweging

Voorlopig maakt de partij geen keuze tussen oppositie of meerderheid. Sp.a wil meer de linkse onderstroom capteren en meer zijn dan een partij van enkel ministers. Toch is die herbronning geen synoniem voor een oppositiekuur. "Waarom ijveren voor een grote, linkse beweging als je niet mee kunt besturen?", ging hij verder. "Een oppositiekuur is geen wellness. In 2007 was ik uittredend minister. Ik heb toen als eerste gezegd dat we in de oppositie moesten. Vandaag heeft niemand dat gezegd."

Sp.a belandde toen federaal in de oppositie, zusterpartij PS zat in de regering. Geprangd tussen de Franstalige socialisten in de federale regering en de eigen ministers in de Vlaamse regering moest de sp.a voortdurend op twee benen hinken. Voor zo'n asymmetrische constructie bestaat er dan ook weinig animo. Een klassieke tripartite op beide niveaus lijkt wenselijker, zeker nu PS in Wallonië en in Brussel de grootste is.

De enige die al iets kwijt wou over toekomstige coalities, was Termont. Hij zei openlijk er geen voorstander van te zijn met N-VA in zee te gaan. "Als er andere combinaties mogelijk zijn, waarom niet? Samen met de PS zijn we de grootste politieke familie. Ik denk dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen op federaal niveau.