Direct naar artikelinhoud

Hormonenmaffia infiltreert steeds meer in sportwereld

Brussel

Eigen berichtgeving

De ondervraging van enkele wielrenners in het gerechtelijk onderzoek naar veearts José Landuyt was al een teken aan de wand. Ook het recente jaarrapport van de 'Multidisciplinaire Hormonencel' wijst er nu op dat de hormonenhandel meer en meer uitdijt naar de sportwereld.

De Tijd bracht deze week de conclusies van het rapport van de hormonencel uit. In het verslag staat dat het aantal in 2002 uitgevoerde positieve hormonencontroles weliswaar gedaald is, maar dat daarom in België niet noodzakelijk minder illegale hormonen gebruikt worden dan vroeger. De controles zijn namelijk niet waterdicht en steeds vaker worden synthetische stoffen ingespoten die ook van nature in het lichaam van mens en dier voorkomen, wat de detectie bemoeilijkt.

De leden van de hormonencel stelden ook vast dat de hormonenmaffia meer en meer aanverwante markten aanboort, zoals de illegale handel in anabolica voor paarden, fraude in de vleessector en in de farmaceutica en ten slotte ook doping in de sportwereld. Volgens de speurders doen de dealers zo aan risicospreiding. De straffen op het bezit, toedienen en voorschrijven van doping in de veesector is de voorbije jaren immers almaar verzwaard.

Dat fraude met groeihormonen meer en meer in de sportwereld opduikt, is geen verrassing. "Groeihormonen zijn immers nog niet opspoorbaar", zegt Hans Cooman, coördinerend arts van de dienst Medisch Verantwoord Sporten van de Vlaamse Gemeenschap. De hormonencel wijst ook op de vindingrijkheid van de hormonenmaffia: "Als de laboratoria een nieuwe stof kunnen detecteren, schakelen de hormonenspuiters meteen over op een andere, niet herkenbare stof."

Ook op Vlaams overheidsniveau wordt de dopingstrijd in de sport intussen nauwer aan de hormonenzwendel gelinkt. "Vroeger hoorde doping onder de afdeling drugs van de federale politie, maar in 2003 is er een overdracht gebeurd naar de afdeling hormonen, omdat we vermoeden dat er meer banden met het milieu van de hormonenmaffia zijn", zegt Cooman. De samenwerking met de politie- en gerechtelijke diensten verloopt volgens Cooman vlot. "Wij controleren sporters en spelen die gegevens dan door naar de federale politie en de parketten, zodat zij netwerken kunnen opsporen."

Chris Goossens, clubarts van GBA en ex-lid van de opgedoekte Adviescommissie Doping van de Vlaamse Gemeenschap, zei in Het Nieuwsblad dat de Vlaamse regering nog te weinig doet om het dopinggebruik in te perken. Dat uit dopingtests 15 procent van de wielrenners positief blijkt, is volgens Goossens slechts het topje van de ijsberg. Cooman reageert: "Vorig jaar hebben we in Vlaanderen zowat 2.500 dopingcontroles uitgevoerd. Dat moet per inwoner zowat het hoogste aantal zijn in vergelijking met andere landen. Het wielrennen zit zeker met een dopingprobleem opgezadeld, vooral bij de eliterenners zonder contract. We hebben nu zowat 15 procent positieve controles tegenover 3 à 4 procent vorig jaar, dan kan men moeilijk verwijten dat onze dienst slecht werkt."

'Groeihormonen nog altijd niet opspoorbaar'