Direct naar artikelinhoud

‘Laat ons armoede onwettig verklaren’

‘Allez, allez, vite!’ Pierre Wynants gedraagt zich in de kleine keuken van de KVS alsof hij nog steeds in de potten staat te roeren van zijn sterrenrestaurant Comme chez soi. De chef-kok op rust is een van de velen die mee de schouders zet onder Armwoede.

Op het groot slotfeest bereidt hij, samen met kookteams van armenorganisaties, een feestmaal. Vandaag wordt al eventjes geoefend. Staan op het menu: hapjes met rillette van sardine, waterzooi met vis, Brusselse gehaktballen met preistoemp en opgeklopte mascarpone en room met fruit en speculaas. “Ik heb bewust gekozen voor recepten met goedkope ingrediënten”, zegt Wynants. “Zo kunnen deze mensen ook na dit hele project aan de slag. Voor mij is dit een kennismaking met een compleet andere wereld. Ik heb altijd gekookt voor de elite. Laat me dat nu maar eens doen voor deze mensen.”

Schudden onderaan de boom

Niet dat Armwoede blijft steken in leukige projectjes als samen koken. De ambitie is groot. Zo schreef Guy Dermul, theatermaker bij de KVS en bezieler van het festival, alle Europese Parlementsleden aan en riep hen op om een motie te stemmen tegen armoede. Daarbij liet hij zich inspireren door de boude stelling van de Belgisch-Italiaanse politicoloog, econoom en andersglobalist Riccardo Petrella: “Laat ons de armoede onwettig verklaren zoals in de negentiende eeuw de slavernij onwettig is verklaard.” Dermul kreeg vier brieven terug. “Enkel Bart Staes van Groen! blijft mij mailen over de problematiek”, vertelt hij. “Misschien was mijn oproep een naïeve onderneming, maar ik vind dat je bij een project als dit niet ambitieus genoeg kan zijn. Elk jaar opnieuw vragen politici ons om meer tijd om het probleem van de armoede op te lossen, maar er is geen tijd meer. De toestand wordt schrijnender. Vroeger vormde de middenklasse een buffer tussen arm en rijk, maar die middenklasse kwijnt nu weg en verglijdt in armoede.”

Is het roepen in de woestijn? Gepreek voor de eigen (linkse) kerk? Dermul hoopt van niet. “De vijf tête-à-tête-debatten vormen de rode draad van Armwoede en daarvoor hebben we bewust mensen van verschillende disciplines en strekkingen uitgenodigd. Zo gaat Karel De Gucht in gesprek met Petrella. Zij zijn water en vuur, maar ik hoop dat ze tot een waarachtig debat komen. Dit is ook geen eenmalig project, maar moet een heuse werking binnen de KVS worden. We hebben een comité opgericht en daarin werken we intensief samen met organisaties als Samenlevingsopbouw Brussel, het inloopcentrum Chez Nous/Bij Ons en het dienstencentrum Het Anker. Met mijn oproep heb ik geprobeerd bovenaan de boom te schudden, maar meer nog geloof ik in onderaan de boom schudden, in actie ondernemen met de bestaande netwerken en expertise op het terrein.”

Caro Bridts van Samenlevingsopbouw Brussel, een opgeleide ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting, knikt heftig. “Ik ben het gekibbel in de politiek over armoede beu. Terwijl de hete aardappel van het ene bord op het andere belandt, sterven er mensen in de kou. Het is genoeg geweest.”

Bridts weet waarover ze spreekt. Ze groeide zelf op als ongewenst kind van arme ouders. “Niet de financiële, maar de psychologische armoede vond ik het ergst. Ik moest naar het beroepsonderwijs, terwijl ik zelf die keuze nooit gemaakt heb. Als je arm bent, beslissen mensen voor jou en op den duur word je dat willens nillens gewoon. Men gaat ervan uit dat je geen kennis hebt, alleen maar omdat je arm bent. Er is moed voor nodig om uit die vicieuze cirkel te breken. Armoede is een job van vierentwintig op vierentwintig. Terwijl je wroet en sleurt en vecht om ’s avonds toch maar eten op tafel te krijgen, moet je jezelf er bovenop zien te krijgen.”

Het diner is voorbij. Voorzichtig zijn de eerste gesprekken op gang gekomen, de eerste discussies gestart. Pierre Wynants staart in zijn leeggegeten bord. “Die saus mocht toch wat dikker”, zegt hij.