Direct naar artikelinhoud

De grote spelers

Terwijl enkele organisaties een groei van meer dan 100 procent kunnen optekenen ten opzichte van dit jaar, zien andere hun subsidies volledig verdwijnen. Maar zowel de grote huizen als de kleine spelers moeten stevig inleveren op het geadviseerde bedrag. We verzamelden enkele reacties.

"Jonge kunstenaars zijn de dupe", "de grote gezelschappen blijven stijgen en krijgen enkele honderdduizenden euro's meer", klinkt het binnen de sector. Maar ook de grote spelers in het cultuurlandschap - denk aan: Rosas, Toneelhuis, de KVS, Kaaitheater of het Stuk in Leuven - hebben hun bedenkingen bij de beslissingen van Gatz.

"Met het verdwijnen van de Vaartkapoen en andere kleine spelers zal het Brusselse veld veranderen. Daar zijn wij als stadstheater ontgoocheld over, en wij leven met hen mee", vertelt Michaël De Cock, artistiek directeur van de KVS in Brussel. De Brusselse schouwburg had 2,98 miljoen aangevraagd en kreeg een advies van 2,95 miljoen: het definitieve bedrag komt uit op 2,443 miljoen. "Dat betekent dat wij onze begroting moeten herbekijken. De KVS heeft, net als andere organisaties in Brussel, een injectie nodig aan energie, artiesten en middelen om performant te zijn op internationaal vlak."

Pronken

Toneelhuis in Antwerpen is de grootste speler, met 3,185 miljoen euro. Ook dat is minder dan het geadviseerde bedrag, en minder dan wat het in 2013 kreeg aan steun. "Die achteruitgang zet zich al jaren door", vertelt zakelijk directeur Luk Van den bosch. "Je kunt niet verwachten dat wij gelukkig zijn."

De minister verkoopt het als een goede boodschap, maar dat is het niet, vindt Van den bosch. "Ik denk dat dit voor de sector een slechte zaak is. Na de besparing van 7,5 procent van twee jaar geleden had de minister beterschap beloofd in 2013, maar die belofte kan hij blijkbaar niet nakomen. Terwijl deze regering te pas en te onpas loopt te pronken met de uitstraling van onze kunstensector."

De geredde huizen

Dat de organisaties minder krijgen dan het geadviseerde bedrag, verklaart Gatz door een solidariteitsoefening: hij heeft een dikke 10 miljoen uitgetrokken om van de 56 organisaties die een artistiek 'voldoende' scoorden en bijgevolg geen subsidies kregen, "19 waardevolle organisaties" weer op te vissen. Het zijn prestigieuze namen als Wim Vandekeybus' dansgezelschap Ultima Vez, Sidi Larbi Cherkoaui's Eastman, de Zomer van Antwerpen en stadstheater NTGent. De meesten blijven status quo tegenover vorig jaar.

Toch reageert NTGent "zeer ontevreden". "Voor ons is dit nauwelijks een haalbare kaart", stelt zakelijk leider Kurt Melens. "We krijgen nu 174.000 euro minder dan in 2013. Laat het duidelijk zijn dat NTGent met de toegekende middelen de ingediende plannen niet kan realiseren." Melens gaat zich samen met artistiek directeur Johan Simons beraden over de toekomst, klinkt het.

Te klein potje

Nochtans had de Gentse schouwburg evengoed tegen een lege subsidiepot kunnen aankijken. "Het kan altijd veel slechter zijn. Maar wij zijn een professioneel gezelschap dat goede punten krijgt, en toch met bedragen moet werken die simpelweg niet haalbaar zijn. Dit is een stap in de richting van de deprofessionalisering van de cultuursector: je creëert een veld waarin iedereen ontevreden is. We verdelen een te klein potje aan te veel spelers."

De waardering voor het werk wordt door Gatz niet financieel beloond, besluit Melens. "Wat Gatz tegen de sector zegt, is: jullie zijn fantastisch, maar wees maar fantastisch met minder geld."