Direct naar artikelinhoud

De economische lente is nu ook bij ons in het land

Het economisch klimaat straalt in de eurozone. En wat nog beter is: de verwachtingen voor de nabije toekomst zijn gunstig. Al mogen we ons ook niet laten verblinden door die lentezon.

Europa doet het economisch beter dan verwacht. Het oude vermoeide continent lijkt te zijn wakker geschud. Lukas Daalder, analist van Robeco Investment Solutions, spreekt over 'Comeback Kid Europe'. "Het beeld dat bij veel mensen bestaat, dat Europa gedoemd is om als gevolg van vergrijzing en bureaucratie een langzame economische dood te sterven, wordt momenteel niet door de cijfers ondersteund."

Die cijfers zijn inderdaad opbeurend, en wat meer, het zijn ook geen toevalstreffers. De verschillende analyses mogen dan wel enkele procentpunten van elkaar verschillen, ze wijzen wel allemaal in dezelfde - opwaartse - richting. Zowel de inschatting van de huidige situatie als de verwachting voor de nabije toekomst is sterk verbeterd, zo blijkt uit rapporten van het Duitse Institut fur Wirtschaftsforschung (Ifo) en het Britse bureau IHS Markit.

De Ifo-index, een stevige graadmeter voor het economische klimaat, staat op de hoogste stand in bijna tien jaar. En ook de IHS, dat de orderboekjes van de Europese bedrijven opvolgt, is in goede doen. Het gros van de Europese bedrijven ziet de toekomst dus hoopvol tegemoet. Ondanks brexit of andere (politieke) ongein.

Herstel in alle lidstaten

De jongste in het rijtje is Eurostat, het analysebureau van Europa. Ook zijn lenterapport bulkt van de mooie cijfers.

De Europese Commissie verwacht dat de economische groei in de eurozone dit jaar zal uitkomen op 1,7 procent. In 2018 zou de groei dan toenemen tot 1,8 procent. "De Europese economie is het vijfde jaar van herstel ingegaan", stelt de Commissie. "Het herstel bereikt nu alle EU-lidstaten. De tendens zal zich vermoedelijk dit en volgend jaar gestaag doorzetten."

Tegelijk met de prognoses van Eurostat kwamen de bollebozen van de Europese Centrale Bank (ECB) met hun maandelijks economisch bulletin. Ook daar vooral hoopvolle analyses. De economie is zich stevig en sneller aan het herpakken, klinkt het vrij vertaald. Dat laat zich niet alleen aflezen in de groei van het bruto nationaal product (bnp), maar ook de grafieken van de tewerkstelling en werkloosheid moeten dat bewijzen.

De werkzaamheidsgraad gaat er overal op vooruit, terwijl de werkloosheidsstatistieken logischerwijs de omgekeerde richting kiezen.

Al is er wel een breuklijn tussen het noorden en het zuiden. De werkloosheidsgraad in Zuid-Europa is nog steeds (te) hoog, waarschuwt de ECB.

Een andere donderwolk die de lentezon in de schaduw kan zetten, zijn de financiële markten. De beurzen zijn in alle stilte almaar aan het groeien, wat bij sommige analisten aanleiding is voor onrust. Frank Vranken, van privaatbankier Puilaetco Dewaay, vreest dat de markt een beetje zelfgenoegzaam is.

België mee in peloton

En waar staat België in die goednieuwsshow? Eerst het goede nieuws: ook in ons land zijn er diverse statistieken die een gunstig rapport vooropstellen. Volgens de eerder aangehaalde IFO-index zit ons land in het koppeloton voor economisch herstel. Samen met onder meer Nederland en Duitsland.

Daarmee bevestigt de industriële index een analyse van de Nationale Bank. Die ziet in haar driemaandelijkse peiling een stevige groei van de productiecapaciteit. De Belgische industriële bedrijven snorren als verwende katten, met een bezettingsgraad van hun mensen en middelen van boven de 80 procent.

En ook de Europese Commissie is in haar rapport van gisteren positief: de Commissie verwacht dat de Belgische economie dit jaar met 1,5 procent zal groeien en volgend jaar met 1,7 procent, tegenover 1,2 procent in 2016. Tegelijk zal dat zijn invloed hebben op de werkloosheidsgraad die verder zakt van 7,6 procent in 2017 naar 7,4 procent in 2018.

Zo optimistisch over de economie, zo pessimistisch is de Commissie over onze begrotingscijfers. Zonder bijsturingen zal de Belgische begroting eind dit jaar een tekort vertonen van 1,9 procent van het bbp. De regering-Michel mikt op een tekort van 1,7 procent. Met een begrotingstekort van 1,9 procent zit België een eind onder de toegestane drempel van 3 procent.

Maar Europa kijkt tegelijk ook naar de schuldafbouw. En die daalt maar mondjesmaat. Eind 2016 bedroeg onze overheidsschuld 105,9 procent van het bbp, tegen eind 2017 zou de schuld naar 105,6 procent dalen, tegen eind 2018 naar 105,1 procent.

Toch ziet het er niet naar uit dat Europa ons land hard op de vingers zal tikken. Al zal het op zijn rapport wel enkele aantekeningen mogen verwachten. Volgende week geeft de Commissie meer uitleg daarover.