Direct naar artikelinhoud

'Wees maar niet bang, lieve kijkers'

Soms zegt één televisie-interview meer dan duizend woorden. Neem nu dat gesprek van Kathleen Cools met John Crombez, maandag in Terzake: het zette aan tot denken, maar vooral tot wanhoop. Wie redt de VRT-nieuwsdienst van de constructieve journalistiek?

Twee vragen, twee simpele vragen, meer had Kathleen Cools vorige maandag in Terzake niet nodig om twee boeiende tekortkomingen van de VRT-nieuwsdienst bloot te leggen. Ze waren allebei gericht aan sp.a-voorzitter John Crombez.

Het begon met de nogal bruuske openingsvraag. Na een item over de vluchtelingencrisis en de weinig verheffende onderhandelingen tussen Turkije en de Europese Unie, heette Cools haar studiogast welkom met de woorden: "Goedenavond mijnheer Crombez, wat denkt u als u dit allemaal ziet?" Op het eerste gezicht is dat een open vraag, waarachter zich oprechte journalistieke nieuwsgierigheid schuilhoudt. De aandachtige waarnemer weet dat het wellicht iets anders in elkaar zit. Het vermoeden is gewettigd dat Crombez zichzelf bij de redactie had aangeboden met de belofte van een straffe quote. Die leverde hij dan ook meteen, in zijn eerste antwoord: "Ik ben bang dat het Europa dat we vandaag kennen, in pakweg mei niet meer zal bestaan."

Het is een erg hinderlijk verschijnsel dat wel vaker opduikt in programma's van de VRT-nieuwsdienst: het getelefoneerde interview.

De openingsgast in De zevende dag is altijd iemand die zichzelf toegang tot de studio heeft verschaft met een nieuwtje, een primeur of een sterke uitspraak. Daarom komt de kijker ook bij de eerste vraag van Tim Pauwels soms pardoes uit de lucht gevallen, omdat het geen echte vraag is, maar een van tevoren afgesproken voorzet, die door de gast gewoon moet worden binnengekopt. In de hoop, uiteraard, dat de bewuste primeur of uitspraak de volgende dag alle kranten haalt.

Dat is tekortkoming nummer één, waar de hele Vlaamse Wetstraat-pers een beetje aan lijdt, maar de VRT-nieuwsdienst toch wel in het bijzonder: ze zijn niet zozeer bezig met journalistiek, die politici genadeloos wil controleren - nee, ze zijn vooral bezig met het maken van programma's en schakelen politici in als leveranciers van inhoud.

Puur genot

De leverancier van een sterke quote wordt automatisch vrijgesteld van kritische vragen. Zo vroeg Cools maandag in Terzake niet aan Crombez of hij van plan was om dinsdag van mening te veranderen, zoals dat na zijn vorige getelefoneerde interview, toen in De zevende dag, was gebeurd. Dat zou interessant geweest zijn: eens vragen wat Crombez ondertussen van het plan-Samsom denkt. En of hij alles nu wél had afgecheckt met de partij, zodat hij niet opnieuw op gênante wijze zou moeten worden teruggefloten. Dat genoegen was de kijker niet gegund. Het enige wat Cools deed, was Crombez aanzetten tot zo somber mogelijke uitspraken over de toekomst van de Europese Unie. Wat hij van tevoren aan de telefoon had gezegd, moest hij in de studio wel herhalen, natuurlijk.

"Heb ik u goed begrepen? Tegen mei zal Europa niet meer bestaan?"

"Dus u zegt eigenlijk dat Europa implodeert?"

"Mag ik u zeggen dat u wel heel ver gaat met uw pessimisme?"

"U zegt: dit is het einde van Europa. Zo ver gaat toch geen enkele politicus?"

En toen moest die tweede simpele vraag nog komen. De vraag die recht naar het hart van de nieuwsdienst gaat. De vraag waarop maar één antwoord past: natuurlijk niet.

De vraag viel pas op het einde. Nadat ze hem eerst tot een zo diep mogelijke somberheid had gedwongen, zei Cools ineens tegen Crombez: "Dat klinkt wel heel somber. Moet een politicus de mensen geen vertrouwen geven in de toekomst?"

Ziedaar tekortkoming nummer twee: in het wereldbeeld waarvan de VRT-nieuwsdienst al een tijd doordrenkt is, moet de burger blijkbaar worden gepamperd en gerustgesteld. Het is een missie die men ook aan de politieke linkerzijde weleens expliciet formuleert: dat mensen moeten worden beschermd tegen rechtse bangmakerij - qua vluchtelingen, tenminste, want als het aan links ligt, moeten wij natuurlijk wel hartstikke bang zijn voor rechtse politici, het op hol geslagen klimaat en kernenergie.

Dat verlangen om de kijker stevig aan het hart te drukken en geruststellend over de bol te aaien, is een symptoom van de constructieve journalistiek zoals die aan de Reyerslaan door hoofdredacteur Luc Rademakers en nieuwsbaas Björn Soenens wordt beleden. "Journalisten hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid", zei Rademakers ooit in Knack. "De vierde macht vertrekt vanuit een missie: dat het op alle vlakken goed gaat met de samenleving. Journalisten en politici moeten elkaars sparringpartner zijn, zodat ze elkaar beter maken." Soenens voegde daar onlangs in deze krant aan toe: "Ik wil niet dat onze kijkers zenuwachtiger en opgefokter worden, dat ze onrustig of bang zijn. Je moet kennis aanbieden en hen de dingen wat klaarder helpen zien. Het gevoel dat je krijgt als je iets begrijpt, is een gevoel van puur genot."

Dartele danspas

De visie van Rademakers deugt niet, om het genuanceerd uit te drukken: politici en journalisten moeten helemaal geen sparringpartners zijn, want dan krijg je net van die getelefoneerde toneelstukjes, ongevaarlijke bokswedstrijden waarin niemand ooit écht een linkse hoek of uppercut uitdeelt. De visie van Soenens heeft wél een verdienstelijke kant. Als hij zegt dat journalisten boven de waan van de dag moeten uitstijgen en inzicht moeten verschaffen in de wereld om ons heen, dan heeft hij natuurlijk gelijk. Alleen is het een gek idee van Soenens dat inzicht ons geruststelt. Misschien maakt meer inzicht in de wereld ons alleen maar banger. En er bestaan weinig mensen die aan het begrijpen van IS "een gevoel van puur genot" overhouden - of het moesten psychopaten zijn.

Een tekenende anekdote in dat verband: eind juni 2014 lanceerde de VRT-nieuwsdienst een jolig filmpje waarin ankers en redacteuren een dartel danspasje pleegden op de tonen van 'Happy' van Pharrell Williams. Een constructieve knuffel van de nieuwsdienst bij het begin van wat een mooie zomer beloofde te worden. Twee maanden later stuurde IS zijn eerste, iets minder dartele, onthoofdingsvideo de wereld in.

Grossieren in onheilstijdingen is niet ernstig, maar het genot van de kijker nastreven is dat evenmin. In het offensieve midden, waar de simpele waarheidsvinding plaatsgrijpt: dáár moet de journalist zich bevinden.

De bocht van Bracke

Als hij dit stuk leest, zal Kamervoorzitter en

N-VA-kopstuk Siegfried Bracke tot dusver alleen maar goedkeurend hebben geknikt. Hij is zelf jarenlang VRT-journalist geweest en toont zich altijd een scherp criticus van Rademakers en Soenens. "Journalisten moeten de wereld niet proberen te verbeteren", zei hij onlangs nog tijdens een debat. "Dat moeten politici doen. Journalisten moeten de wereld beschrijven."

En dat is waar. Alleen heeft Bracke ooit zelf ferm gezondigd tegen dat devies. Omdat het Vlaams Blok in de jaren 90 almaar groter werd, nam hij iets na de eeuwwisseling een legendarische bocht: hij besloot om de racistische partij te "normaliseren", zoals dat heette. Het VB mocht volgens de Bracke-doctrine niet meer worden gebasht, maar moest worden behandeld als een normale partij. In de hoop dat de partij op die manier minder stemmen zou halen. Bracke was met andere woorden een journalist die ons stemgedrag wilde beïnvloeden. Mochten Rademakers en Soenens dat vandaag expliciet nastreven, dan zou Bracke hen nog harder weghonen dan hij nu al doet.

Om maar te zeggen: dat de VRT-nieuwsdienst zich, als grootste en belangrijkste redactie van Vlaanderen, grondig moet bezinnen en herbronnen, is niet nieuw, wel integendeel. Misschien moet de nieuwe CEO daar binnenkort eindelijk eens werk van maken.