Direct naar artikelinhoud

'Ik moet nog altijd uitleggen waarom ik hier ben'

Als ons land morgen, op de nationale feestdag, zich een spiegel voorhoudt, laat het er dan een zijn waarin ook ons koloniaal verleden te zien is. Dat zegt Heleen Debeuckelaere, dochter van een gemengd koppel. 'Als je de geschiedenis van een mens afpakt, wat blijft er dan nog over?'

Intens. Zo omschrijft Heleen Debeuckelaere de afgelopen dagen. De reden daarvoor stond afgelopen zaterdag in De Standaard, onder kop 'Waarom ik het linkse, progressieve Gent verliet'. Het artikel is haar wake-upcall, niet alleen voor Gent, maar voor de hele natie.

De jonge vrouw, met Afrikaanse roots, verwijst naar de vragen die ze al zowat haar hele leven voorgeschoteld krijgt. 'Waarom ben je hier?' of 'Is Burundi een stad?' Het mag allemaal goedbedoeld zijn, ze komen bij haar allesbehalve goed over. "Ze tonen aan hoezeer België zijn koloniaal verleden verstopt heeft." Met alle pijnlijke gevolgen van dien. "Als je de geschiedenis van een mens afpakt, wat blijft er dan nog over? Het doet pijn om nog altijd te moeten rechtvaardigen waarom ik hier ben. Dit is en blijft immers het land dat net mijn banden met Rwanda heeft doorgeknipt."

Dat doorknippen verwijst naar haar moeder, een vrouw die weggerukt werd uit haar thuisland, nadat de koloniaal die haar verwekte, overleed. "De Belgische overheden vonden het ongehoord dat de kinderen van een blanke man opgevoed zouden worden door een alleenstaande zwarte vrouw.

"Ik heb lang nagedacht of ik het zou schrijven. Maar het voelde alsof het moest. En mijn moeder stond er achter. Ze zei: 'Op een bepaald moment is een verhaal niet meer van jezelf, maar hoort het toe tot het collectief bewustzijn.'"

Wat geeft u de indruk dat ons koloniaal verleden verborgen wordt gehouden?

Debeuckelaere: "Tal van zaken. We hebben een heel verleden in deze landen, maar daar is amper aandacht voor. Waarom is er bijvoorbeeld nog steeds geen Lumumbaplein? Waarom geeft België niet toe een aandeel in zijn dood te hebben gehad? Waarom laat Canvas op de vijftigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid zien hoe Jef Geeraerts door zwarten op handen wordt gedragen? Het toont aan in wat voor kramp België telkens schiet.

"Zwarten worden monddood gemaakt. Zelfs door iemand als Jozef De Witte (voormalig directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, FVG). Toen minister Reynders voor een optocht zijn gezicht zwart schilderde zei hij dat het geen fluit met racisme te maken had. Dat is zeggen dat elke ervaring die wij hebben irrelevant is."

U noemt het een blinde vlek, die België heeft. Hoe is die er volgens u gekomen?

"Ik denk dat veel te maken heeft met de manier waarop het Vlaams Blok in de jaren 90 aan de kant is geschoven. Wie tot die partij hoorde, was racistisch. Al de rest niet. Dat signaal klinkt tot op vandaag en maakt dat mensen amper aan introspectie doen.

"Ook in het onderwijs loopt het mis. Als je niet leert over de Belgische kolonies, over het ontstaan van rassenideologie, hoe kun je er dan inzicht in verwerven? Ik ben zelf historica van opleiding, en in mijn cursussen werd er amper bij deze thema's stilgestaan. Tot op vandaag moet ik mij bijscholen."

Welke ervaringen hebben gemaakt dat u Gent per se wilde achterlaten?

"Ik wil niet op mijn persoonlijke verhaal ingaan. Omdat mensen zich dan aangesproken gaan voelen. Dan gaan ze sowieso zeggen dat ze 'het zo niet bedoeld hadden'. Daar heb ik geen boodschap aan. Dat is weer dat monddood maken.

"Natuurlijk heb ik heel wat opmerkingen naar mijn hoofd gekregen. Echte rotopmerkingen. Maar dat is niet hetzelfde als uitgesloten, in mekaar geslagen of vermoord worden. In hun naam wil ik ook niet spreken. Ik probeer niet de fout te maken die anderen zo vaak maken."

Wat maakt Brussel voor u een betere plek?

"Het feit dat er meer gelijkgestemden zijn. De thema's waar ik mee bezig ben, kregen geen enkele voeding in Gent. Hier wel. Ik heb in korte tijd een netwerk ontmoet van mensen met dezelfde verontwaardiging en dezelfde interesse. Ik ben beland waar ik moest belanden.

"In het Vlaanderen dat ik ken, zeggen mensen 'ik ben geen racist' om dan toch iets racistisch te zeggen. Daar wordt gelachen met het achterwerk van Elodie Ouédraogo, daar wordt beweerd dat we in een postraciaal tijdperk leven. Dat is niet zo. Postraciaal, dat is enkel iets dat blanken kunnen zeggen. Ik spreek zelfs het woord postkoloniaal niet uit. Die paternalistische houding, van wij doen het beter dan jullie, die is nog steeds aanwezig."

Denkt u dat uw boodschap een verschil zal maken?

"Ik zie dat het doorsijpelt. Politici (onder meer Gents schepen Tom Balthazar, FVG) reageren. Maar ik maak mij geen illusies. Nog een paar dagen, misschien een paar weken, is hier aandacht voor. En dan is het effect weer weg, vrees ik."

Denkt u dat de blinde vlek nooit opgelost raakt?

"Ik ben hoopvol. Ik denk dat het tij stilaan begint te keren. Het lijkt er in elk geval op als ik de nieuwe, jongere generatie rondom mij zie. Dat is de generatie die in een gekleurde straat en in een gekleurde klas is opgegroeid. Ik kan het niet staven, maar ik heb de indruk dat zij veel meer bezig zijn met wie er rond hen leeft en wat er rond hen gebeurt."

Filosofe Alicja Gescinka