Direct naar artikelinhoud

Nobelprijs voor literatuur: veel blabla maar geen kassa-kassa

Klokslag 13 uur vanmiddag weten we wie Mario Vargas Llosa opvolgt op de erelijst van de Nobelprijs literatuur. Maar wat betekent zo'n prijs winnen nog voor de verkoopscijfers?

Een Nobelprijs winnen, het lijkt zoiets als een eeuwige jackpot. Voor de auteur zelf begint een dolgedraaid jaar vol verplichtingen waarin hij amper nog aan schrijven toekomt. Bij de Nederlandse uitgeverijen die een Nobelprijsauteur onder dak hebben, is het effect van een Nobelprijs aan de kassa lang niet zo groot als vermoed.

Wordt het leven van een schrijver die de Nobelprijs wint ten goede of ten kwade totaal omgegooid? Dat is niet altijd duidelijk. Akkoord, er is de geldsom van 1,1 miljoen euro die aan het winnen van de hoogste literatuuronderscheiding verbonden is. En er is het feit dat je wereldwijd plots gelezen wordt.

Maar neem nu Nobelprijswinnares literatuur 2007 Doris Lessing, die verbouwereerd op haar stoep zat toen ze het nieuws te horen kreeg. Nauwelijks een paar maanden na haar bekroning noemde de intussen negentigjarige schrijfster de prijs en alles wat errond zoemde "a bloody disaster". De massieve media-aandacht maakte haar het schrijven van een nieuwe roman zo goed als onmogelijk, zo treurde ze. Haar pen kon ze maar beter aan de wilgen hangen: "Het is gestopt, ik heb geen energie meer. Al wat ik nog doe is interviews geven en mij laten fotograferen." En ze concludeerde schamper: "Dankjewel zeggen is kennelijk niet voldoende als je de grootste literatuurprijs wint."

Vaak wordt er ook blindelings van uitgegaan dat het winnen van de Nobelprijs een godsgeschenk is voor de verkoopcijfers van de bekroonde auteurs. Mondiaal is het effect natuurlijk wel sterk merkbaar, al is het maar omdat er een resem vertalingen volgt. Maar de Nederlandse uitgeverijen die Nobelprijswinnaars in hun fonds hebben, zijn genuanceerd over wat een Nobelprijs commercieel veroorzaakt.

Uitgeverij De Geus is een goed voorbeeld. Zij hadden met de Fransman J.M.G. Le Clézio (2008) en de Duits-Roemeense Herta Müller (2009) twee jaar op rij de Nobelprijswinnaar in de rangen. "Natuurlijk geeft een Nobelprijs een groot publicitair elan en ben je als uitgeverij blij als het je te beurt valt", zegt pers- en promotieverantwoordelijke Ilonka Reytjens van De Geus. "Maar verkoopsmatig kun je eerder spreken van een kleine opleving. Het is niet zo dat boeken van Nobelprijsauteurs plots met duizenden de deur uitvliegen. Als er een nieuwe roman van een Nobelprijswinnaar is, dan speelt het wel een rol, dat geeft hem zeker een duwtje in de rug."

Volgens Reyntjens kampt de Nobelprijs enigszins met een imagoprobleem: "Er gaapt een groot gat tussen prijs en lezerspubliek." Reyntjens verwijst ook naar de Franse Prix Goncourt: "In Frankrijk is een Goncourtlaureaat goed voor ettelijke honderdduizenden exemplaren, bij ons kun je hem in vertaling soms aan de straatstrenen niet kwijt. En ook de Nobelprijs geeft dus geen verkoopsgarantie. Dat ligt wel even anders bij een AKO- of een Librisprijs. Maar daar gaat het natuurlijk om Nederlandse literatuur."

Bij uitgeverij Meulenhoff maakten ze vorig jaar een vreugdedansje toen ze hoorden dat de Peruviaan Mario Vargas Llosa de Nobelprijs wegkaapte. "We hadden het geluk dat zijn hele oeuvre goed leverbaar was. Je zag natuurlijk meteen een verhoogde interesse, maar geen gigantische groeicurve in de verkoop. Zeker is dat zijn nieuwe roman De droom van de Kelt er van geprofiteerd heeft, zeker in Vlaanderen. Maar goed, het boek ging tenslotte over Leopold II. En dat Vargas Llosa af en toe een controversiële uitspraak deed, legde ons ook geen windeieren."

Le Noble ziet trouwens ook nadelen aan een Nobelprijswinst. "Een auteur die de Nobelprijs wint, krijgt een ongelooflijk druk schema, hij is zo overvraagd. Het is Vargas Llosa nog niet gelukt om naar Nederland of Vlaanderen te komen, hoe graag hij dat ook zou willen." Publicitair zijn de Lage Landen nu eenmaal niet prioritair.

Ook uitgeverij De Arbeiderspers kon van het Nobelsucces meeproeven, toen de Turkse schrijver Orhan Pamuk in 2006 werd bekroond. "Hij was natuurlijk al een grote naam", zegt uitgever Elik Lettinga. "En als een auteur in een sterk opgaande lijn zit, dan doet de Nobelprijs daar nog een schepje bovenop, dan rendeert het echt. Het ging bij Pamuk toch wel om tienduizenden extra exemplaren. Maar die Nobelprijs blijft een vreemd verschijnsel: soms haalt hij auteurs naar boven die eigenlijk helemaal vergeten zijn. Het effect is daardoor ook soms onvoorspelbaar."

Retour naar afzender

En hoe verging het Doris Lessing in de Lage Landen, de schrijfster die al zo gauw de Nobelprijs vervloekte? Rein Janssens van Standaard Uitgeverij, die haar uitgeverij Prometheus onder de vleugels heeft: "Het jaar voor haar Nobelprijs, in 2006, verkochten we van de Nederlandse vertalingen van haar boeken gewoonweg niets meer, we kregen boeken retour. Toen ze de prijs kreeg, in 2007, hebben we full speed herdrukt. Aan het eind van dat jaar hebben we 2.800 exemplaren van haar boeken verkocht. Stilaan ebde dat effect weg, nu is het verwaarloosbaar."

Janssens herinnert zich nog een andere Nobelprijswinaar, Harold Pinter: "Daar verkochten we gewoon niks van." Heel anders lag het bij José Saramago, die ze ook nog in haar fonds had, voor Meulenhoff naar Lannoo verhuisde: "Die scheerde ongelooflijk hoge toppen. Dat moet de best lopende Nobelprijswinnaar geweest zijn. Een boek als De stad der blinden is een everseller."