Direct naar artikelinhoud

Is reality-tv echt werk?

Moet een deelnemer van een reality-programma betaald worden als werknemer? De vraag is niet nieuw, maar de klacht van Claudio Dell'Anno is dat wel. De sector maakt zich voorlopig geen al te grote zorgen.

"Geen commentaar", viel te horen bij de productiehuizen die we contacteerden. Kanakna, dat Mijn restaurant produceerde, wou enkel kwijt dat ze zich volop concentreren op de finale van Mijn pop-uprestaurant. Zenuwachtigheid zullen we het niet noemen, maar alle betrokkenen - ook VTM - wachten af tot er een uitspraak komt in de zaak die Claudio Dell'Anno aanspande, als die al ontvankelijk wordt verklaard (zie hiernaast). De zender antwoordde op zijn beurt met een klacht tegen Dell'Anno en wees er op dat ex-partner Gaëlle Six een gelijkaardige rechtszaak had verloren in 2012 na het faillissement van hun restaurant. Alleen oordeelde de rechtbank toen niet ten gronde over de heikele kwestie of de overeenkomst tussen VTM en Dell'Anno een feitelijke arbeidsovereenkomst was. De advocaat van Dell'Anno wou gisteren niet reageren, ook niet op vragen of de zaak een precedentwaarde kan hebben voor andere tv-programma's of waarom men kiest voor een strafklacht en niet via de arbeidsrechtbank gaat.

Precedent

Over de precieze inhoud van contracten tussen kandidaten en makers van reality-programma's hangt al langer een schaduw van geheimzinnigheid. Alleen is het wel de eerste keer dat iemand naar de rechtbank stapt om als werknemer betaald te worden. Een bom onder de reality-tv in Vlaanderen? Die vraag werd een paar jaar geleden al eens gesteld toen in 2011 het Hof van Cassatie in Frankrijk oordeelde dat de deelnemers aan de Franse versie van Temptation Island - Ile de la tentation - wel degelijk als werknemers moeten gezien worden en niet louter als kandidaten.

Productiehuizen en zenders maakten zich hier toen weinig zorgen omdat volgens hen het Franse rechtssysteem fundamenteel verschilt van het Belgische. Hier weegt het contract tussen de verschillende partijen meer door dan in Frankrijk. Bovendien had tot dan ook geen enkele kandidaat van een Vlaams programma klacht ingediend bij een rechter omdat hij of zij vond dat hij recht had op een loon.

Nochtans zijn er grenzen aan wat kan en niet kan in een contract. Je kunt niet zomaar afstand doen van bepaalde rechten, ook al onderteken je een papier dat dit wel vraagt. Patrick Humblet, professor arbeidsrecht aan de UGent, is duidelijk: "Ook al primeert de afspraak tussen de onderlinge partijen, een rechter kan een overeenkomst altijd 'herkwalificeren'. Arbeidsrecht is dwingend recht, dat kun je niet zomaar naast je neerleggen. Als een contract in feite een arbeidsovereenkomst is, ook al staat uitdrukkelijk gestipuleerd van niet, dan zal een rechtbank oordelen dat de feiten doorwegen. Wanneer iemand onder gezag staat, duidelijke arbeid verricht in de brede betekenis van het woord, dan is hij een werknemer."

Grenzen

Op het eerste gezicht lijken heel wat reality-tv-programma's binnen die definitie te passen. Voor de camera's maandenlang een restaurant uitbaten (Mijn restaurant), een onmenselijk zware afvallingsrace ondergaan op een exotisch eiland (Expeditie Robinson) of weerstaan aan de verleidingen van aantrekkelijke vrijgezellen op een nog exotischer eiland (Temptation Island): handenarbeid kun je het niet noemen, maar de deelnemers leveren wel een prestatie waarmee het programma staat of valt.

Daar staat natuurlijk iets tegenover: een prijzenpot, gratis kost en inwoon of het deelnemen aan een unieke ervaring met de belofte op sterrenstatus. Zo mochten de winnaars van Mijn restaurant hun eigen restaurant een tijdje runnen op kosten van VTM.

Als de klacht van Dell'Anno ontvankelijk blijkt, zal het een helse klus worden om te oordelen wat precies als arbeid telt, wat als feitelijke vergoeding telt en hoezeer de kandidaat onder het gezag stond van de programmamakers.

"Ik kan mij niet inbeelden dat VTM zich niet voldoende zal ingedekt hebben in het contract, maar als de rechter toch oordeelt dat men eigenlijk een arbeidsovereenkomst met verloning had moeten afsluiten, dan kunnen vorige en toekomstige kandidaten aanspraak maken op het minimumloon in de sector", zegt Humblet.

Zelfs dan zal veel afhangen van het soort programma waaraan men deelneemt. Een restaurant maandenlang uitbaten, met alles wat er bij komt kijken, is wat anders dan één keer per week sfeervol moeten koken zoals in Komen eten. Bronnen binnen de Vlaamse tv-zenders laten alvast weten dat kandidaten van reality-programma's over hun vergoeding zelden of nooit klagen, binnenskamers noch publiekelijk. "Bovendien besteden we veel meer aandacht aan begeleiding dan vijf of zes jaar geleden. We gaan nu wel anders om met de kandidaten."

Zo moesten de kandidaten in de laatste seizoenen van Mijn restaurant veel meer letten op hun boekhouding. De deelnemers van het momenteel lopende Mijn pop-uprestaurant kregen zelfs een loon, weliswaar niet uitbetaald door VTM maar door Belgocatering, voor wie de kandidaten als tijdelijk gerant optreden. Daar komt nog de hoofdprijs van 100.000 euro bovenop als ze de wedstrijd winnen.

Heeft VTM dan toch rekening gehouden met eventuele klachten? "Dat staat daar volledig los van. VTM oordeelde dat je deelnemers moeilijk kunt verplichten om voor een paar maanden een bvba op te richten, zoals in Mijn restaurant, sust een goed ingelichte bron bij Medialaan.

Uitkering

Onduidelijkheid troef ook in Nederland, waar men een nog iets 'hardere' reputatie heeft als het aankomt op reality-tv. Momenteel loopt op de Nederlandse tv Utopia, waarin de deelnemers een jaar lang een nieuwe samenleving moeten opbouwen op een stuk grond met wat akkerland en dieren, zonder hulp van buitenaf. Die kandidaten krijgen van productiehuis Talpa wel een - belastbaar - loon, maar dat is eerder uitzondering dan regel. "De deelnemers willen zo graag in beeld komen, dat men bereid is alles te doen. Daarom dat ook in Nederland er bij mijn weten amper klachten zijn van kandidaten", zegt Wouter Hins, specialist mediarecht aan de Universiteit Leiden. Toch was er een niet onbelangrijk precedent in 2011. Een rechter oordeelde dat een deelneemster van het populaire programma De gouden kooi, waarin kandidaten werden opgesloten in een villa, recht had op een uitkering nadat ze was weggestemd. Natasia kreeg immers elke maand bruto 2.250 euro per maand van productiehuis Talpa.

De gloriedagen van de Vlaamse hyperproducties in reality liggen al een tijdje achter ons. Ook al is de casus-Dell'Anno een geval apart, een toekomstige uitspraak zal in elk geval meer duidelijkheid scheppen in deze nog steeds grijze zone.

Een parade aan realitygezichten. Over hun contracten met de programmamakers hangt vaak een schaduw van geheimzinnigheid.