Direct naar artikelinhoud

Tuberculose maakt weer opmars

De aanhoudende economische crisis dreigt te leiden tot meer tbc-besmettingen, zo waarschuwen experts. Vooral Brussel en Antwerpen, steden met een armoedeprobleem, moeten waakzaam blijven. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwt voor de opmars van tuberculose in Europa.

Met een ambitieus plan wil WHO de verdere verspreiding van tbc in Europa een halt toeroepen. Door onder andere een betere screening en behandeling wordt vooral de strijd tegen de resistente vorm van de longziekte opgevoerd. Dat is vooral nodig in de oostelijke regio's van Europa, waar de weinige statistieken die worden bijgehouden toch suggereren dat het aantal besmettingen er tussen 2008 en 2009 maar liefst verzesvoudigd is. Maar ook Londen doet het slecht. In geen enkele West-Europese stad worden zoveel tbc-besmettingen vastgesteld: bijna 3.500 per jaar, wat een toename betekent van 30 procent over de afgelopen tien jaar.

In ons land blijkt de situatie minder alarmerend. In 2009 kwamen er 1.020 tbc-patiënten bij. Minder dan pakweg tien jaar geleden, stabiel ten opzichte van de laatste jaren. Maar dat is nog geen reden tot euforie, waarschuwt Wouter Arrazola de Oñate, medisch directeur van de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding.

"Tuberculose is sterk gelinkt aan armoede, en de vrees bestaat dat de aanhoudende economische crisis voor verdere verarming zal zorgen, en dus een toename in het aantal patiënten met tbc", zegt Arrazola de Oñate. "Daarom roep ik de politiek op om niet te snel in de verleiding te komen om te snoeien in de budgetten voor tbc-bestrijding, want dat zou ons nog zuur kunnen opbreken." Dat bewijzen voorbeelden uit het verleden, weet de arts. "New York heeft de tbc-bestrijding in de jaren zeventig gekortwiekt. Gevolg was een enorme uitbraak van resistente tuberculose, enkele jaren later. En dat heeft de stad veel meer gekost dan de voortzetting van de programma's."

Brussel

Van immens belang is volgens Arrazola de Oñate dan ook het zogenaamde BELTA-TBnet-project, dat patiënten begeleidt die niet zijn aangesloten bij de mutualiteit of een andere vorm van dekking hebben, want net zij zijn het meest kwetsbaar voor de ziekte. Ze worden ook intens opgevolgd tijdens hun behandeling, die bij een resistente vorm kan oplopen tot twee jaar.

"Mensen in armoede of zonder papieren, daklozen, gedetineerden. Tuberculose gaat hand in hand met slechte voeding, een povere weerstand en een slecht huis waar mensen dicht op elkaar wonen. Het treft ook een groep mensen die moelijk te bereiken is, een doktersbezoek financieel niet aankan en andere prioriteiten heeft."

Niet toevallig wordt een derde van de besmettingen vastgesteld in Brussel. Een blik op de verspreiding van tbc in de hoofdstad laat de armere gemeenten zoals Sint-Joost-ten-Node en Molenbeek ook duidelijk oplichten. "We moeten er een tijdje bijsteken, de laatste twintig jaar is het aantal tbc-besmettingen er amper gedaald", vindt Arrazola de Oñate, die er overigens op wijst dat het feit dat hij er met maar liefst zes ministers moet overleggen de zaak niet altijd vooruit helpt.