Direct naar artikelinhoud

Gemeenschapsonderwijs versus Grondwet: déjà vu

Jogchum Vrielink en Johan Lievens zijn postdoctoraal en doctoraal onderzoeker aan de afdeling publiekrecht van de KU Leuven.

"Zeg, ken jij nog arresten van de Raad van State die we aan onze laars kunnen lappen?" Je zou je voor minder beginnen afvragen of er bij het gemeenschapsonderwijs (GO!) dagelijks zulke gesprekken worden gevoerd.

Niet voor het eerst stelde de Raad van State vast dat een school van het GO! de godsdienstvrijheid schendt. En niet voor het eerst gaat het om iets waarvan iedereen allang wist dat het niet mocht. En niet voor het eerst houdt het GO! koppig voet bij stuk.

Eerst de zaak van deze week: een school in Maldegem verbood een docente islamitische godsdienst om haar hoofddoek te dragen. Of liever: de dame mocht dat doen in haar leslokaal, maar daarbuiten - dus in de gangen en op de speelplaats - mocht dat niet.

In april 2013 oordeelde de Raad van State al over een quasi identieke kwestie, bij een school van de Franse Gemeenschap. De Raad stelde toen dat leerkrachten van levensbeschouwelijke vakken verschillen van leerkrachten die algemene vakken geven.

Religiedocenten worden aangeduid door de religieuze gemeenschappen zelf en hun ambt veronderstelt een persoonlijk engagement. "Dat persoonlijk engagement gaat voor bepaalde godsdienstleerkrachten gepaard met het vertoon van de uiterlijke kentekens van hun levensbeschouwing", stelt de Raad. De neutraliteitsplicht die voor leerkrachten van algemene vakken geldt, kan daarom niet worden opgelegd aan leerkrachten van levensbeschouwelijke vakken.

De Raad wees er ook op dat de taken en opdrachten van de leerkracht niet beperkt zijn tot wat zich afspeelt binnen het klaslokaal. Ook daarbuiten bestaan opvoedings- en onderwijssituaties. Een verbod voor godsdienstleerkrachten om religieuze kentekens te dragen buiten hun lesuren en klaslokalen schendt dan ook de godsdienstvrijheid.

Een ondubbelzinnig arrest dat je onmogelijk verkeerd kunt begrijpen. Zou je denken. Kennelijk slaagde men er bij het GO! in dat toch te doen. Het gevolg daarvan was het arrest van deze week, waarin de Raad van State geduldig uitlegde dat de Grondwet ook geldt voor het gemeenschapsonderwijs.

De woordvoerster van het GO! reageerde laconiek dat het algemene verbod heus niet wordt aangepast, "omdat het arrest over een enkel geval handelt in een specifieke school". Die zienswijze is juridisch volstrekt onzinnig: natuurlijk heeft het arrest van de Raad van State formeel slechts betrekking op de school van de docente die de zaak aanspande, maar de principes gelden op exact dezelfde manier voor docenten van levensbeschouwelijke vakken in alle andere GO!-scholen.

Wat vooral stoort, is het patroon dat zich aftekent: of ze kunnen bij het GO! geen rechtspraak lezen of ze doen dat bewust verkeerd.

Bij eerdere zaken, in verband met leerlingen, bleek dat namelijk ook al. Op 14 oktober 2014 oordeelde de Raad van State dat een Sint-Truidense school van het gemeenschapsonderwijs een sikhleerling niet mocht verbieden zijn tulband te dragen. Op dezelfde dag stelde de Raad dat twee andere scholengroepen hun leerlingen het dragen van hoofddoeken evenmin mochten ontzeggen.

Ook toen claimde het GO! dat deze arresten alleen implicaties hadden voor de scholen die betrokken waren bij de procedures. Ook toen was dat onzin. Voor elke jurist was het immers zonneklaar dat de Raad van State het algemeen verbod voor leerlingen ontoelaatbaar achtte. Een school die zijn verbod louter baseert op de richtlijn van het GO! schendt de godsdienstvrijheid.

Niet voor niets besloot de Raad, in harde juridische bewoordingen, dat het GO! "behoorlijk eenzijdig de concrete situatie in een tweetal onderwijsinstellingen aangrijpt", namelijk die in Antwerpen waar wel concrete problemen waren, maar dat dit geen veralgemeend verbod kon rechtvaardigen.

In 2014 was Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits zich al bewust van de gevolgen van de arresten van de Raad van State. "Bij leerlingen moet een verbod de uitzondering zijn, niet de regel", zo luidde het. Het GO! negeerde de minister en doet er nu nog een schepje bovenop. Hoelang aanvaardt men nog dat het GO! allerlei drogredenen blijft aanhalen om de Grondwet niet te respecteren? De speeltijd lijkt ons langzamerhand wel voorbij.