Haatprediker Qatada eist nieuw huis van Britse overheid
Nauwelijks is hij door een speciaal immigratietribunaal op vrije voeten gesteld, en de haatprediker Abu Qatada heeft al een nieuwe manier gevonden om de Britten te irriteren: hij wil een nieuw huis toegewezen krijgen.
Zijn huidige woning zou te klein zijn en bovendien heeft de radicale moslimgeestelijke te veel last van nieuwsgierige fotografen die voor zijn woning bivakkeren.
De voormalige Europese afgezant van Osama bin Laden woont met zijn vrouw en vijf kinderen in de buurt Wembley, niet ver van het gelijknamige voetbalstadion. Het is een typische eengezinswoning met een grote tuin. Makelaars schatten de waarde op 400.000 pond (496.000 euro). De huur bedraagt 1.900 pond (2.350 euro) per maand, een bedrag dat hij kan opbrengen dankzij de bijstand, kinderbijslag en huursubsidie. Hij betrok het huis nadat hij eerder dit jaar op borg was vrijgelaten, alvorens opnieuw te worden gearresteerd. Zijn vorige woning had hij moeten verlaten nadat zijn huurbaas ter ore was gekomen wie de huurder was. Indertijd toonde de 52-jarige Brit van Jordaanse komaf zich ingenomen met zijn nieuwe optrekje.
Abu Qatada is toch al een dure kostganger voor de Britse overheid. De afgelopen tien jaar zijn er honderdduizenden ponden geïnvesteerd in vergeefse pogingen hem het land uit te zetten. De komende maanden, wellicht jaren blijft hij onder elektronisch toezicht staan. Politieagenten, een particulier beveiligingsbedrijf en de geheime dienst zullen Qatada in de gaten houden als hij de hort op gaat. Hij mag acht uur per dag buiten zijn, zolang hij maar geen contact zoekt met andere radicalen of een internetcafé binnenstapt. Deze surveillance kost de staat ongeveer honderdduizend euro per week.
Eerder deze week bepaalde de Special Immigration Appeals Commission (SIAC) dat Qatada geen eerlijk proces wacht in zijn land van herkomst. Bewijzen tegen hem zouden middels marteling zijn verkregen. Hiermee passeerden ze een eerder oordeel van de Law Lords, de hoogste Britse rechters. De immigratierechters hebben zich gebaseerd op een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Het Conservatieve Kamerlid Jacob Rees-Mogg roept de regering daarom op om, in navolging tot Hendrik de Achtste, het appelleren bij een gerechtshof buiten de grenzen te beschouwen als een vorm van hoogverraad.