Direct naar artikelinhoud

Stiptheid treinen zakt naar dieptepunt

De stiptheid op het spoor is in november nog maar eens afgenomen. Slechts 82 procent van de treinen kwam aan met minder dan 7 minuten vertraging, zo blijkt uit gegevens van de NMBS en spoornetbeheerder Infrabel. In november 2015 bedroeg de stiptheid nog 86,9 procent.

"Dit is geen goed resultaat", beaamt Infrabel-woordvoerder Thomas Baeken. Hij voegt er wel aan toe dat er eerder sprake is van een uitschieter dan van een structurele verslechtering. "Er waren in november verschillende incidenten op belangrijke spoorlijnen die bovendien de ochtend- of avondspits zwaar hebben geraakt", zegt Baeken.

Zo zorgden twee meldingen van spoorlopers op de Brusselse noord-zuidas (in Brussel-Zuid en Brussel-Congres) voor grote vertragingen, net als een storing aan de seininrichting in Brussel-Zuid. Problemen met de bovenleiding in Landegem leidden dan weer tot meer dan 5.000 minuten vertraging op 29 november.

Toch reden de treinen niet enkel in november met meer vertraging. Cijfers voor heel 2016 zijn er nog niet, maar van januari tot en met november bedroeg de stiptheid 89,2 procent. In dezelfde periode een jaar eerder was dat 90,7 procent. Het is nog niet duidelijk of de stiptheid over het hele jaar 2016 nog boven de 90 procent zal geraken. Dat was in 2015 voor het eerst in zeven jaar gelukt (90,9 procent).

Voor oppositiepartij sp.a zijn de cijfers een rechtstreeks gevolg van het beleid van de regering-Michel. "Je kunt niet ongestraft 2,1 miljard euro besparen", zegt David Geerts, volksvertegenwoordiger voor sp.a. "Bij Infrabel heeft men de laatste jaren een investeringsstop doorgevoerd en werd personeel maar sporadisch vervangen. Daardoor zijn er op koude winternachten onvoldoende werknemers om alles ijsvrij te maken. Ook bij de NMBS worden de besparingen gevoeld op het terrein."