Direct naar artikelinhoud

Criminelen steken wat op van misdaadseries

Federale politie: 'Er zijn types die hun portefeuille nog achterlaten op de plaats van de misdaad'

Brussel

Eigen berichtgeving

Door naar populaire misdaadseries als Silent Witness en CSI: Crime Scene Investigation te kijken, waarin forensische experts zich van de modernste onderzoekstechnieken bedienen, worden criminelen steeds beter in het uitwissen van hun sporen. In Amerika nemen de politie en het openbaar ministerie dit 'CSI-effect' alvast ernstig.

Joshua Marquis, een openbare aanklager in de Amerikaanse staat Oregon, zegt in de Britse krant The Guardian dat vrijwel alle verkrachters tegenwoordig een flesje bleekmiddel op zak hebben om hun sporen op de plaats van het delict uit te wissen. Marquis 'won' vorig jaar een moordzaak waarin twee vrouwen terechtstonden die een bejaarde dame die ze moesten verzorgen, lieten sterven. Het lichaam dumpten ze in een ravijn. De vrouwen dachten dat ze slim waren geweest door naar CSI te kijken, maar dat draaide anders uit. "Ze zaten constant op te scheppen tegenover vrienden dat de politie nooit zou kunnen bewijzen dat ze het slachtoffer met medicijnen hadden gedrogeerd, omdat het lichaam al twee weken in een ravijn lag", aldus Marquis. "Wel, ze hadden het fout."

Dat misdaadseries wel degelijk bijdragen tot verhoogde waakzaamheid bij criminelen, bevestigt ook Ray Peavy, kapitein bij de politie van Los Angeles. "De CSI-factor bestaat echt", zei hij op de televisiezender ABC. "De criminelen leren wat ze zeker niet mogen achterlaten op de plaats van de misdaad."

In ons land vindt de federale politie het enerzijds normaal dat criminelen met een meer dan gemiddelde belangstelling naar Silent Witness en aanverwante programma's kijken. "Tenslotte moeten ze toch ook op de hoogte blijven van de nieuwigheden in hun sector." Maar de wetenschappelijke politie beschikt tegenwoordig over zodanig veel opsporings- en onderzoeksmethodes dat wanneer misdadigers zich op een aspect focussen, ze wellicht een ander verwaarlozen. "Je kunt bij wijze van spreken ervoor zorgen dat na een inbraak geen vingerafdrukken achterblijven", zegt Els Cleemput van de federale politie. "Maar tegelijk zijn er types die hun portefeuille nog achterlaten op de plaats van de misdaad."

In de staat Ohio wordt een andere CSI-fan, Jermaine McKinney, beschuldigd van de moord op een vrouw en haar dochter. Hij verbrandde de lichamen van zijn slachtoffers en gebruikte bleekmiddel om het bloed van zijn handen te wassen. Zijn auto was bedekt met een deken om zeker geen sporen van de lichamen achter te laten. Verschillende kranten schreven dat McKinney erop had gelet dat hij "zeker geen haartjes, zweet en dna" op de lichamen overdroeg. Daarom was het voor hem "noodzakelijk" geweest de lichamen te verbranden.

Maar ook juryleden worden er, dankzij diezelfde televisieprogramma's, niet dommer op. Mensen die naar misdaadseries kijken, zo beweren openbare aanklagers in The Guardian, zijn steeds vaker geneigd geen misdadigers te veroordelen zonder dat het laatste snufje forensisch bewijsmateriaal werd gebruikt. "Het is niet zo dat steeds meer schuldigen de dans ontspringen en vrij de rechtszaal verlaten", zegt aanklager Marquis. "Maar een jury verwacht wel dat in elk onderzoeksdossier dna-tests worden gebruikt, terwijl in veel zaken geen echt dna-bewijs voorhanden is." (SS)