Direct naar artikelinhoud

De roekeloze aanpak

In zijn derde hommage aan Steve Lacy gooit saxofonist Josh Sinton alle gêne overboord. Zijn kwartet Ideal Bread trekt en sleurt aan de composities, maar vergeet onderweg nog te scoren.

Wordt Steve Lacy (1934-2004) na Thelonious Monk en Ornette Coleman de nieuwe fetisjcomponist van de huidige generatie jazzmuzikanten? Zijn oeuvre is in elk geval interessant en herkenbaar genoeg. Hoe divers ook, al zijn composities dragen de onmiskenbare en onvervreemdbare signatuur van de meester.

De basisingrediënten daarvan zijn een sobere architectuur, een lichtjes ongemakkelijke cadans en beklijvende maar ook geblutste thema's die vaak geleend zijn van de menselijke stem of van dierengeluiden. Lacy was zelf een bewonderaar en groot kenner van het werk van Thelonious Monk, zijn grootste inspiratiebron, naast de natuur zelf. Het moest er dus haast van komen dat ook zijn oeuvre postuum het statuut van Songbook zou verwerven, zeker omdat Lacy ook een begenadigd lesgever en mentor was.

Maar wat doet de huidige generatie met zijn werk? Een tijdje terug liep het flamboyante Amerikaans-Nederlandse sextet The Whammies rond Jorrit Dijkstra in de kijker met twee succulente cd's. Hun lezing van Lacy is intelligent en tegelijk respectvol en ongedwongen. The Whammies huppelen en swingen meer dan Lacy deed (hij hinkte graag achter op de maat). Daardoor klinken ze een stuk frivoler dan de meester, maar ze zorgen goed voor elk detail en ze hebben een prachtige timing. Niet toevallig heet de drummer Han Bennink.

Josh Sinton pakt het anders aan. Na twee brave cd's met getrouwe uitvoeringen kiest hij op de dubbel-cd Beating The Teens plots voor de roekeloze aanpak. Ongeveer een derde van de songs klinkt enigszins herkenbaar, maar de rest gaat door de gehaktmolen en aan het infuus, met invloeden gaande van The Ramones over Mo Def tot Henry Threadgill.

Ongein

In een 'Selfterview' in het cd-boekje doet Sinton een poging om zijn aanpak te verantwoorden, maar verder dan een 'anything goes' komt hij niet. Dat hoeft ook niet als de muziek voldoende boeit, maar dat is helaas niet altijd het geval.

Regelrechte ongein als de beide versies van 'Cryptosphere' kunnen naar de prullenmand, vrijpostig is geen excuus voor saai. Sommige nummers worden ritmisch geïmmobiliseerd ('Wish'), andere kabbelen na een veelbelovend begin lusteloos voort naar een ongeïnspireerde fade-out ('Paris Rip-Off', 'The Owl') en/of halen hun spanning uit het gebruik van overdubs ('Lapis').

Ook de botte baritonsax van Sinton en diens matige timing vallen tegen. Maar bij momenten is het schitterend, vooral dankzij het weerwerk van sparringpartner Kirk Knuffke (cornet) en de subtiele ritmiek van bassist Adam Hopkins en drummer Tomas Fujiwara in hoogtepunten zoals 'The Wane' en 'The Oil'.

Het mag dus selectiever, minder vrijblijvend en eerlijker. Benieuwd of ze dat live waarmaken.

Ideal Bread, Beating The Teens (Songs of Steve Lacy) (Cuneiform). Vrijdag 6/6 in Rijkevorsel (www.desinger.be).