Direct naar artikelinhoud

Icoon of iconische foto's?

Hij speelde in amper drie grote films en toch blijft James Dean een icoon van de naoorlogse, rebelse generatie. Was het zijn talent, of zijn tragische einde? Of toch de legendarische fotoreeks in Life Magazine, waarover Anton Corbijn zijn vierde langspeler maakte?

James Dean, lurkend aan een sigaret, wandelend over een ondergeregend Times Square in New York. Het iconische beeld is een portret van hoop. Dean als symbool van een jonge, creatieve en rebelse generatie. De Nederlandse fotograaf/cineast Anton Corbijn (60) werpt in zijn nieuwe film Life zijn licht op de totstandkoming van die legendarische fotoreportage. Fotograaf Dennis Stock (gespeeld door Robert Pattinson) zat in 1955 voor Magnum in Los Angeles en dweilde er rode lopers af. Tot hij dat nieuwe talent James Dean (Dane DeHaan) - op dat moment hoofdrolspeler in East of Eden - ontmoette. Zag Stock toen wat de wereld nog steeds ziet, namelijk een ster in wording?

"Ik denk dat zijn spirit heel overtuigend was", zegt Anton Corbijn. "James Dean gaf de generatie die opgroeide in de Tweede Wereldoorlog een stem. Hij was bovendien een gozer die er goed uitzag, die kleren droeg die revolutionair waren voor een acteur: een T-shirt en een jeans. Vanuit fotografisch oogpunt is dat ideaal."

Dean is een icoon van die nieuwe generatie, zegt ook de popcultuur. "In de naoorlogse Verenigde Staten ontstond een nieuwe jeugdcultuur", weet Stef Aupers, hoogleraar Mediacultuur (KU Leuven). "Een ontluikende, rebelse tegencultuur van jongeren die zich afzetten tegen de gevestigde orde. Als filmster vertegenwoordigde Dean die cultuur."

Toch blijft het moeilijk te zeggen of James Dean vandaag net zo'n cultfiguur zou zijn geweest, mocht hij niet zo vroeg gestorven zijn. De foto's in Life - en dus ook het verhaal van Corbijns film - dateren van zes maanden voor het tragische auto-ongeval waarin Dean het leven liet. "Het is eigen aan cultfiguren als James Dean, maar ook Elvis Presley of Marilyn Monroe, dat ze op een specifiek moment in de geschiedenis zijn opgekomen én zijn ondergegaan", zegt Aupers. "Een dramatisch gebeuren blijft langer onderdeel van het culturele geheugen, dus een vroege dood helpt altijd. Mensen blijven dan fantaseren over wat er nog allemaal mogelijk was geweest met die getalenteerde acteur. In een ander scenario was het dus perfect mogelijk geweest dat we vandaag niet meer hadden geweten wie Dean was."

Vriendschap met Stock

Corbijns film heet dan wel Life, naar het magazine waarin de iconische foto's werden gepubliceerd, toch hangt de dood er altijd overheen. We weten immers dat Dean zes maanden na die foto's is omgekomen in een tragisch auto-ongeluk. "Die kennis neemt een kijker altijd mee wanneer hij kijkt naar de film", zegt Corbijn. "Hetzelfde geldt ook voor de beelden van Stock zelf. Er komt een zwaarte over die foto's te hangen die hij er als fotograaf nooit zelf heeft ingelegd. Daar had hij later geen macht meer over."

Maar, beklemtoont de filmmaker, Life is géén biopic. "James Dean speelde in mijn leven ook helemaal geen rol", zegt Corbijn. "Ik woonde op een eiland in Nederland, mijn ouders gingen nooit naar de bioscoop. Waarschijnlijk heb ik de acteur pas als late tiener ontdekt, ergens op een poster. Voor mij was net het verhaal van fotograaf Dennis Stock interessant."

Life gaat dan ook over de vriendschap tussen de acteur en de fotograaf. Over een samenwerking van twee figuren die zichzelf wilden bewijzen, zonder te beseffen dat het resultaat hen beiden zou overleven. "De producers wilden de Times Square-scène heel groot maken, omdat het zo'n iconisch shot is geworden", zegt Corbijn. "Alsof die scène dan het magische moment zou bevatten. Mijn ervaring als fotograaf is dat je dat helemaal niet voelt. Het is iets wat pas later ontwikkelt. Ik heb de contactjes gezien bij Magnus, en Stock heeft van dat moment maar zes opnamen. Die euforie zal hij toen niet gevoeld hebben."

Na de shoot op Times Square trok het duo nog naar Fairmount in Indiana, naar de boerderij van Deans familie. De acteur speelde er bongo tussen de varkens, poseerde er voor een tractor en bezocht het plaatselijke galabal van de middelbare school. Dean zou nog in twee belangrijke films spelen: Rebel Without a Cause en Giant. Niemand die toen kon weten welke sterrenstatus hem nog te beurt zou vallen.

Marlon Brando

Als we Dean dan vergelijken met tijdgenoot Marlon Brando - ook vaak gecast in rebelse rollen - kunnen we niet anders dan vaststellen dat die laatste niet meer dezelfde status geniet. "Dean overleed, Brando bleef leven", zegt Aupers. "Brando heeft wel een volledige carrière doorlopen. Hij had dus ook een cultureel icoon kunnen worden."

Corbijn: "Marlon Brando heeft na die periode ook heel wat slechte films gemaakt. Bij Dean zullen we het nooit weten. Misschien was hij wel veel beter geworden dan we al dachten. Of bleef hij net steken, was hetgeen hij deed zijn kracht. Feit is dat je vandaag nog over straat kan lopen en mensen kan kruisen die een T-shirt van James Dean dragen. Hij blijft aanwezig, ook al kennen de mensen zijn films misschien niet meer. Maar een T-shirt van Brando, dat zie je niet."

Life, vanaf morgen in de bioscoop