Direct naar artikelinhoud

MARNIX PEETERS

Marnix Peeters (°1965) is auteur en De Morgen-columnist. Zijn laatste roman Niemand hield van Billie Vuist verscheen in 2015 bij Prometheus.

Ik zag, toen ik laatst nog eens in Antwerpen was, op straat een vrouw met in grote letters WHATEVER op de achterkant van haar jeansjas. Zij was van het Wibra-type, zij had gebleekte haren en rookte een filtersigaret. Naast haar stapte een wat futloos meisje van een jaar of zes met een schoolrugzakje met prinses Elsa erop.

Ik voelde me er die avond, terug thuis, nog altijd wat onbestemd over. Die vrouw koopt natuurlijk zonder nadenken zo'n jas, zei ik tegen mijn vrouw, maar je loopt daar wel met in het groot WAT KAN HET MIJ SCHELEN op je rug. En dat kind weet natuurlijk van niks, maar je zult maar zo'n schouderophalende moeder hebben, zelfs al is het louter vestimentair.

Het is allicht gewoon een modemerk, zei mijn vrouw, die mij goed kent en die weet dat ik soms melancholiek word van onbelangrijkheden.

Ik ben blij dat míjn moeder nooit WAT KAN HET MIJ SCHELEN op haar kleren had staan, ging ik dapper verder, en ik probeerde mij een foto uit mijn kindertijd voor te stellen waarop zij zoiets zou dragen, met mij op haar schoot.

Mijn vrouw zweeg, dus ging ik in de woonkamer naar de ep van Whispering Sons luisteren.

Als ze mij belde, mijn moeder, begroette ze mij altijd met dezelfde zin, zei ik toen ik klaar was. 't Zen ich mar. Ik ben het maar, maar dan in het zandtaaltje van de Limburgse Kempen. Allicht dacht ze dat ik voortdurend door allerlei belangrijke mensen werd opgebeld, en wilde ze haar plaats in het geheel aanduiden. Terwijl zíj natuurlijk de belangrijkste was.

Moeders cijferen zichzelf weg, zei mijn vrouw. Dat is eigen aan de soort.

Ja, zei ik, maar jezelf wegcijferen hoeft niet te betekenen dat je nederig wordt of dat je jezelf onbeduidend hoeft te vinden.

Misschien was het maar een manier van spreken, zei mijn vrouw. Was het Limburgs Kempens voor: als het niet past, moet je het zeggen want het is alleen maar om te vragen of je zondag komt.

Misschien had Kurt Cobain gelijk, zei ik, toen hij schreef: your parents are afraid of you. Misschien leef je als moeder in een constante latente angst - dat er je kind iets overkomt, natuurlijk, maar misschien ook... dieper. Angst om wie hij is of wordt. Of kan worden. Ik weet het niet. Het is zo'n uitspraak die me niet loslaat.

Als ouder geef je je lot uit handen, zei mijn vrouw. Je vertrouwt het toe aan iemand die je maar te vertrouwen hebt. Je bent je eigen baas niet meer, op een manier. Dat zal wel angst teweegbrengen.

Vermoedelijk, zei ik afwezig.