Direct naar artikelinhoud

'Dertien Leonardo's vinden in Vlaanderen is moeilijk'

cultuurbeleid

patrick allegaert, voorzitter van theatercommissie, nuanceert kritiek van rudi laermans

'Wij doen niet aan kunst om de kunst. We hebben zeker ook een reflex naar het publiek.' Op die manier reageert Patrick Allegaert, voorzitter van de Beoordelingscommissie voor Nederlandstalige Dramatische Kunst, op de studie Het Vlaams Cultureel Regiem, die cultuursocioloog Rudi Laermans (KU Leuven) maakte voor het kabinet van Vlaams cultuurminister Bert Anciaux (Spirit) (DM 14/2). Niettemin vindt ook Allegaert dat het huidige subsidiesysteem voor verbetering vatbaar is en pleit hij voor meer en intenser contact met het veld.

Brussel / Eigen berichtgeving

Wilfried Eetezonne

Patrick Allegaert is verbaasd dat de studie nu pas publiek werd gemaakt. "In de sector circuleert ze al een tijdje. Dat ze nu openbaar wordt gemaakt, kan het debat alleen maar verbreden. Voor mij komt ze ook niet over als kritiek", reageert hij. In zijn doorlichting van het Vlaamse cultuurbeleid merkte de Leuvense cultuurfilosoof Rudi Laermans nochtans op dat het subsidiebeleid zoals het nu gevoerd wordt vooral oog heeft voor "vernieuwende, complexe en onconventionele" projecten. Hij schreef dat "het neoacademisme van avant-gardistische snit afbreuk doet aan de pluriformiteitsnotie".

"De situatie is ingewikkelder dan dat ze wordt voorgesteld in het artikel", zegt Allegaert, die voor de goede orde enkel over de beoordelingscommissie voor de podiumkunsten spreekt.

"Het formuleren van adviezen voor de podiumkunsten is altijd moeilijk en zit toch altijd in de sfeer van de kwaliteitsberoordeling. Hoe miniem ook, er blijft altijd een vorm van subjectiviteit meespelen. Daar zijn we ons van bewust. Maar wij zij geen kampioenen in het kiezen van enkel uitdagende producties. We hebben zeker ook een reflex naar het publiek. Als we een gezelschap als het Raamteater of De Onderneming bekijken, nemen we wel degelijk in overweging wat het publiek is van die gezelschappen."

Laermans stelde in zijn studie voor om commissies pluriformer samen te stellen "vanuit smaakoogpunt" om heterogenere oordelen te krijgen.

"Wij zijn al redelijk gevarieerd samengesteld. Niet enkel wat leeftijd betreft, maar er zijn bij ons mensen uit academische kringen, uit de pers, uit organisaties", vindt Allegaert. "Vooral die laatsten maken voor zichzelf voortdurend de afweging tussen het behoudsgezinde en het vernieuwende."

Minder doorwrochte specialisten in de commissie ziet Allegaert niet meteen mogelijk. "Zelf noemen we hen Leonardo's, mensen die op alle terreinen evengoed onderlegd zijn. Maar dertien 'Leonardo's' vinden in Vlaanderen is zeer moeilijk. Als we de weg op zouden gaan van meer 'leken' in de commissie, moeten we opletten dat we geen voortdurende bestendiging van de smaak krijgen."

Zelf pleit Allegaert voor meer contact met de sector. Ook ziet hij de aanspreekbaarheid van de commissie als een van de voordelen van het huidige systeem. "We zijn daar nu pas goed mee gestart. Met de gezelschappen hadden we altijd een vluchtig contact voor of na een voorstelling. Maar de dialoog met het veld moet intenser. We proberen nu om de gezelschappen te bezoeken, ermee rond de tafel te gaan zitten. Dit seizoen willen zo'n acht à tien bezoeken afleggen. Voor ons werkt dat ook revelerend. Ook willen we per seizoen onze bevindingen over een gezelschap kort communiceren. Daarbij kijken we niet enkel naar het artistieke, maar ook naar de publieksparticipatie of de verhouding van een gezelschap tot het stedelijke landschap. Dat vraagt meer werk en de commissie zou zeker ook beter ondersteund kunnen worden. "Ik heb zeker begrip voor de denkpiste die Laermans uitzet en aan het huidige systeem kan er een aantal zaken veranderd worden. Alleen moeten we opletten dat we de goede aspecten die er aan het huidige systeem zeker zijn, niet zomaar overboord gooien."