Direct naar artikelinhoud

'De kracht schuilt in het perspectief van de outcast'

INTERVIEW. De Boekenweek staat helemaal in het teken van Duitsland. Wie beter dan uitgever Christoph Buchwald, die in Gute Nacht, Freunde een Spaziergang door de Duitse literatuur van de voorbije 100 jaar maakt, kan als kompas fungeren? 'Duitsers hebben soms verdomd goede redenen om weg te kijken van hun verleden.'

Praten met Christoph Buchwald? Noem het maar converseren en causeren, alsof je in een sierlijk literair salon vertoeft. Een gesprek met deze bevlogen Duitse uitgever heeft veel weg van een intellectuele vitaminekuur. Gezeten in zijn rijkgevulde bibliotheek boven Uitgeverij Cossee dompelt Buchwald zijn bezoeker met zwier onder in de cultuur van onze oosterburen.

Referenties aan de complete Duitse geschiedenis vliegen je om de oren. Het lijkt alsof Thomas Mann of Günter Grass schoothondjes zijn, en Botho Strauss elk moment voor de deur kan staan. "Goede boeken moeten al je zekerheid onderuithalen. Alsof er een tapijt van onder je voeten wordt getrokken", bezweert Buchwald (64) mij meermaals in melodieus Nederlands met smakelijke Duitse klemtonen. Samen met zijn levenspartner Eva Cossee richtte hij in 2002 Uitgeverij Cossee op, dat van Duitse literatuur een van haar eremerken maakte. Met herontdekkingen als Hans Fallada en succesvertalingen van Bernhard Schlink lukte dat voorbeeldig.

Buchwald heeft dan ook ervaring zat, met meer dan veertig jaar in het uitgeversvak op de teller. Zijn grootvader was al uitgever, zelf werd hij na zijn studies kunstgeschiedenis, literatuurwetenschap en experimentele compositie redacteur bij de literaire uitgeverij Hanser. Om later als directeur/uitgever bij Unser Luchterhand en Suhrkamp aan de slag te gaan. Daar maakte hij zijn borst onder meer nat voor de Nederlandse literatuur.

Met succes: "Toen ik probeerde Harry Mulisch, Cees Nooteboom en Margriet de Moor te introduceren, was er een gapend zwart gat. In 1986 bracht ik De aanslag in Duitse vertaling uit en waren er welgeteld twee boeken uit het Nederlandse taalgebied leverbaar, kun je je dat voorstellen? Claus' Het verdriet van België en Nootebooms Rituelen, als import uit de DDR nog wel. Vreemd. Nederland had zo veel voor onze exil-auteurs, zoals Joseph Roth, gedaan en wij, Duitsers, wisten niks van hen. Uit een mengeling van schaamte en dankbaarheid moest ik wel iets terugdoen (lacht)."

Nu is hij vooral de parelvisser naar Duitse literatuur, uit het verleden én met de blik op de toekomst, zoals hij demonstreert in zijn Boekenweek-publicatie Gute Nacht, Freunde. Buchwald is een ware missionaris. Wanneer halverwege het gesprek boormachines een half uur lang doorjengelen, is hij niet uit het lood te slaan. "Ach, de buren", wuift hij weg. Onverstoorbaar verheft hij zijn stem een tiental decibels. En zegt: "Ik vind het prachtig wanneer een auteur je zover brengt dat je alle morele parameters opzijschuift. Dan is het pas goede literatuur."

Vraag de gemiddelde lezer naar de Duitse literatuur van nu, dan komen wellicht namen bovendrijven als Ferdinand von Schirach, Timur Vermes of Bernhard Schlink. Misschien ook Christian Kracht of Daniel Kehlmann. Is het landschap diffuser dan vroeger?

Christoph Buchwald: "Toch wel. Bepaalde auteurs boeken vooral successen bij kleinere doelgroepen. Ze worden niet meer zo massaal gelezen als de tenoren van weleer. Omdat er geen echte canon meer bestaat. Vergeet niet dat oude heren als Günter Grass en Heinrich Böll in Duitsland lang op hun troon hebben gezeten. Ze maaiden het gras voor de voeten van volgende generaties. De verschijning van een nieuwe roman van Grass of Böll was telkens weer een evenement, met heftige debatten pro en contra in alle dagbladen.

"Grass, Böll en Siegfried Lenz zijn intussen overleden. Maar je hebt wél nog een aantal oude krokodillen als Hans Magnus Enzensberger en Martin Walser, die flink boven de tachtig zijn."

Weegt literatuur minder op het maatschappelijke debat in Duitsland?

"Het is beperkter. Je had het de laatste keer met Botho Strauss, die nu ook al zeventig is en steeds meer omstreden wordt vanwege zijn conservatisme. Zelfs zijn toneelstukken wekten destijds polemiek op. Meesterlijk hoe hij het onophoudelijke gebabbel, die steeds maar doorgaande retorische machine, neerzette in Paren, passanten en andere toneelstukken. Hetzelfde geldt voor Peter Handke.

"Natuurlijk zijn er fantastische schrijvers zoals Lutz Seiler, Kristine Bilkau en Ingo Schulze, maar die hebben een minder grote statuur. Ze zitten niet uitsluitend zo dicht op de huid van de tijdgeest. Bovendien mogen we de impact niet vergeten van een boekenpaus als wijlen Marcel Reich-Ranicki en zijn programma Das Literarische Quartett. Ooit was die gigantisch. Nu is er met Volker Weidermann een opvolger. Maar ik kan me niet voorstellen dat het effect even groot is.

"Zowel lezers als schrijvers zijn eclectischer, ook omdat de samenleving veel diverser is geworden. Je kunt tegenwoordig bij wijze van spreken in ecologie geïnteresseerd zijn en tegelijk naar Jimi Hendrix luisteren, met games bezig zijn en filosofie lezen. In mijn generatie had je een veel duidelijker afbakening."

Omdat de Tweede Wereldoorlog en zijn gevolgen alles overschaduwde?

"In de periode van de wederopbouw was het zwijgen van onze ouders over de oorlog oorverdovend. Zowel van de daders als van de slachtoffers. En tegelijkertijd vroeg onze generatie zich voor het eerst af: 'Vader, wat deed je eigenlijk tijdens de oorlog?' We begonnen te spitten in het lot van exil-auteurs zoals Joseph Roth. We lazen bij Heinrich Böll over de volkomen desillusie van de soldaten die van het front terugkwamen. Dat hield ons bijzonder bezig."

Wat resulteerde in een nooit geziene stroom boeken over het troebele Duitse verleden.

"Inderdaad. Al heerste aanvankelijk toch 'de grote verdringing'. Romans over de naziperiode belandden pal in een maatschappelijk vacuüm vol taboes. Je ziet het bij Wolfgang Koeppen en zijn roman De dood in Rome (1954), waarin hij 'de verborgen ziektes van de Duitse ziel' wilde blootleggen. Niemand zat daarop te wachten. Hij werd uitgekreten als een verrader van het vaderland en een nestbevuiler.

"Voor veel Duitse burgers was het moeilijk om te erkennen hoe je de oorlog had overleefd en alles voor de Führer had gedaan. Ook mijn vader was een linkse student. Toch sloot hij zich een tijdlang aan bij de nationaalsocialisten, om er later weer uit te stappen tot zijn dienstplicht. Maar de romans van Koeppen en vooral Hans Fallada hebben me veel voorzichtiger gemaakt in het oordelen en veroordelen. Het is prachtig neergezet bij Fallada en zijn roman Alleen in Berlijn. In welke situatie kijkt iemand toch liever weg als de buurman wordt opgepakt door de SS? Wanneer heeft iemand de moed om tussenbeide te komen? Fallada laat zien dat we niet als helden worden geboren. Dat wij soms begrijpelijke redenen hebben om weg te kijken."

Ook grootheden als Günter Grass en Christa Wolf werden ingehaald door hun verleden. Grass door zijn korte SS-intermezzo en het Oost-Duitse boegbeeld Wolf omdat ze bij de Stasi actief zou zijn geweest.

"Misschien kun je over de afgronden pas boeiend schrijven als je er zelf een blik in hebt geworpen. Anderzijds, wat is daar nu precies gebeurd? Grass was zestien jaar en werd verplicht als een van de laatsten om nog een brug te verdedigen. Bij toeval wordt hij dan bij een SS-eenheid ingelijfd. Tja, wie wil er in zo'n situatie de rechter spelen?

"Christa Wolf koos als jonge vrouw duidelijk voor het socialisme. Er waren na de oorlog genoeg begrijpelijke redenen om in een utopie te geloven. Om te voorkomen dat er opnieuw op Duits grondgebied iets gebeurde zoals met de rattenvanger van Berlijn. Later stopte Wolf haar gesprekken met de Stasi in een donkere kamer en werd ze in het Westen voor de val van de Muur gewaardeerd als kritische stem, na de val van de muur geattaqueerd als Oost-Duitse partijschrijfster. Maar wat heeft zij in feite verkeerd gedaan? Ze gaf een paar nietszeggende interviews aan Stasi-officieren en heeft niemand verraden of met de vinger gewezen. Je moet dus wel een echte Farizeëer zijn om haar met de vinger te wijzen. Soms is die Duitse betweterij zo dwingend (lacht). Die 'morele 100 procent' gelijkhebberij is bijna onmenselijk."

Worden romans in Duitsland nog steeds eerst aan de morele meetlat gelegd?

"Tegenwoordig is dat gemilderd. Maar in kwesties rond het Derde Rijk en het DDR-socialisme botsten er talloze morele en ethische vragen. In totalitaire regimes is daar ook geen ontkomen aan. Stel: je buurman is een heel aardige vent. Maar dan blijkt plotseling dat hij zo'n gele ster moet dragen. Blijf je dan zijn vriend? Literatuur laat zien hoe je in historische situaties terechtkomt waarin je stelling moet nemen, of er wordt voor jou gekozen. Bondskanselier Helmuth Kohl sprak van 'de genade van de late geboorte'. Ik mag van geluk spreken dat ik niet in de nazitijd heb geleefd. Als je een beetje zelfkennis of ironie had, wist je dan zo zeker of je een antifascist zou zijn? Ik durf er geen eed op te zweren."

Is goede literatuur niet altijd ambigu?

"De beste literatuur onderzoekt de condition humaine met de middelen van de vertelling. Oordelen komt later wel. Het is ook niet aan schrijvers om dat te doen. Literatuur is geen ideologische invuloefening. Dan weet je van tevoren wat je wilt zeggen en krijg je bordkartonnen personages. Sommige boeken hebben net zo'n kracht omdat ze verteld worden vanuit het perspectief van een outcast. Je merkt dat vooral bij de grote meesterwerken, bij Oscar Matzerath in De blikken trom maar ook bij Adriaan Leverkühn in Doctor Faustus of bij De dood in Rome van Wolfgang Koeppen."

Naast WO II is de Duitse eenmaking een cruciaal thema in de Duitse literatuur. Heel wat jongere auteurs zoals Thomas Brussig en Ingo Schulze schreven over de val van de Berlijnse Muur. Hoe belangrijk is dat fenomeen in de Duitse literatuur van nu, met die economische spanning tussen oost en west in Duitsland?

"Je vindt ook een aantal van die tumultueuze tijdsbeelden en conflicten terug in romans van onder meer Maxim Leo en Lutz Seiler. Vaak heerste in Oost-Duitsland het idee dat het Westen hen een oor heeft aangenaaid. Ooit had je nochtans Ome Hans die alle rijkdommen uit het westen meebracht - van verse mandarijntjes tot ananas. En dan valt de Muur en merken de Ossi's dat die Ome Hans wel degelijk hard moest werken, veel harder dan zij. En als hij dat niet hard genoeg deed, werd hij de deur gewezen.

"Ineens ontdekten de Ossi's dat het kapitalisme niet zomaar het paradijs was waar je uit zeven soorten chocolade kon kiezen. Ook met die westerse efficiëntie hadden ze het lastig. Vandaar die Ostalgie: het sociale stelsel in de DDR was soms heel gemoedelijk en gemakkelijk. Neem nu Lutz Seiler en zijn roman Kruso. Hij schrijft over een groep DDR-outcasts die anno 1989 werk vinden in een merkwaardige, morsige kroeg. Daar blijven toeristen rondhangen en worden aan het eind van de avond de dames onder elkaar verdeeld. Hij cultiveert de mythe van 'the free and the wild ones', de socialistische ideologie kan ons helemaal worst wezen. Als je slim was in de DDR, kon je zo'n leven leiden. Je zat dan wel in een wereld van drop-outs vol barslecht eten en goedkope drank, maar je had een relatieve vrijheid."

Hoe bekijkt u de inbreng van immigrantenauteurs zoals Ilija Trojanow, Katja Petrowskaja, Feridun Zaimoglu, Navid Kermani of Sherko Fatah? Staan zij garant voor de vernieuwing van de Duitse literatuur?

"Ik zie dat als een geweldige verrijking, tenminste als niet enkel de folkloristische clichés komen bovendrijven. Ik ben ook erg onder de indruk dat de nazaten van Turkse gastarbeiders - lange tijd de underdogs - nu in de derde generatie in Duitsland beroemde cabaratiers, filmmakers en schrijvers zijn geworden. De integratie is misschien mislukt bij hun ouders of grootouders, maar met de huidige generatie werkt het wel. En, weet je, wanneer ze tijdens hun vakantie terugkeren naar Anatolië of Izmir, voelen zij zich daar ook een buitenbeentje."

De vluchtelingenkwestie is erg acuut in Duitsland. Hoe ziet u de kloof tussen het 'Wir schaffen das' van Angela Merkel en de nieuwjaarsnacht in Keulen, met de verkrampte reacties van je landgenoten? Hoe zal dat zich literair vertalen?

"We zitten er met onze neus nog te dicht op. Toch zijn er al romans over het onderwerp, zoals van Jenny Erpenbeck. Maar ik stel vooral vast dat het maatschappelijke geheugen kort is. Kijk eens naar historische situaties. Duitsland heeft een traditie van vluchtelingenopvang, zoals de mensen uit Silezië die na de oorlog in het Ruhrgebied belandden. Ook toen was er wrevel. Ze praatten weliswaar Duits, maar ze waren zo vreemd en eenvoudig, zo anders. Het was toen een ware volksverhuizing. Toch is het gelukt om ze te integreren.

"Hetzelfde geldt voor Roemenen-Duitsers, Siebenbürgen en Banater Schwaben of mensen uit de Baltische staten. Zij zorgden mee voor onze welvaart. Natuurlijk komen er nu ook avonturiers naar hier. Maar als je de beelden van Syrië en Aleppo ziet, hoef je niet te twijfelen. Je moet hen een humanitaire hand reiken. De utopie van het solidaire Europa is moeilijk, maar mogelijk. Ik heb veel bewondering voor Angela Merkel. Het moet nu lukken, anders heeft ze een groot probleem. Ik hoop dat mijn landgenoten ten slotte toch tolerant genoeg zijn."


Van 19 tot 26 maart is het Boekenweek, 200 boekhandels in Vlaanderen doen mee. Wie voor minstens 12,50 euro boeken koopt, krijgt gratis het door Esther Gerritsen geschreven Boekenweekgeschenk Broer. Voor slechts 2,50 euro koop je het Boekenweekessay Zink van David Van Reybrouck. www.boekenweek.be