Direct naar artikelinhoud

Personeelstekort maakt Belgische CSI vleugellam

De technische federale politie, de CSI van het Belgische politiewezen zeg maar, heeft in Charleroi zo weinig personeel dat ze geen tijd hebben om nog langer sporen te verzamelen bij misdrijven. Volgens de Federale Politieraad en het syndicaat van de Belgische politie Sypol is het personeelsbestand over het hele land catastrofaal.

Opleidingen worden met drie jaar ingekort om het tekort in te vullen, maar het is nog niet genoeg om de uitstroom van personeel naar de privésector te compenseren.

Elk lid van de technische federale politie rukte vorig jaar 331 keer uit om sporen te verzamelen op crime scenes in Charleroi. Wettelijk gezien ligt het maximum aantal tussenkomsten op 200 per jaar. In Antwerpen eenzelfde verhaal. De dienst kreeg 7.161 tussenkomsten te verwerken, te verdelen over 20 in plaats van 28 personen. In Gent daalde het aantal laboratoriumoperatoren van 14 naar 7, terwijl het aantal tussenkomsten gestegen is van 2.392 in 2005 naar 3.086 in 2009.

“Het zijn hallucinante cijfers”, zegt Eddy Lebon, secretaris van de bond Sypol. “En ze zijn slechts het topje van de ijsberg. Over het hele land is de situatie schrijnend, maar er gebeurt niets.”

Sypol heeft gisteren een stakingsmandaat, ingediend eerder dit jaar, verlengd als ultiem noodsignaal. “De politie kan nooit echt staken, we zijn verplicht om onze taken te blijven uitvoeren. Al kunnen we dat niet meer.”

De laboratoria en de centrale eenheid van de technische en wetenschappelijke politie (LTWP) bestaat uit 27 laboratoria te lande en een centrale dienst in Brussel. Zo’n 300 man werken er de klok rond om misdrijven op te lossen via DNA-analyses, vingerafdrukken en ander materiaal. “Pure CSI”, lacht Lebon, “al is het op zijn Belgisch.”

In Charleroi is één personeelslid weggevallen, in de privésector kon hij meer verdienen, met als resultaat dat de hele dienst op zijn gat ligt. “Er is al zoveel volk tekort, dat door het vertrekken van die ene mens geen sporenonderzoek ter plaatse kan worden gedaan bij misdrijven”, aldus Lebon. “Charleroi heeft er nu voor gekozen om de bestaande achterstand in al bestaande dossiers af te werken, wat betekent dat er tot december wellicht geen sporen meer verzameld zullen worden.”

Toch kan Lebon zijn ontslagnemende collega geen ongelijk geven. “Zijn verloning was dan ook magertjes”, aldus de vakbondssecretaris. “En dat heeft alles te maken met het vernieuwde systeem dat in 2003 werd ingevoerd.” De LTWP was altijd het domein van gespecialiseerde agenten. Met het verbeteren van opsporingstechnieken verhoogde de werkdruk altijd maar, wat de destijds bevoegde minister noopte tot het vrijmaken van een noodbudget waarmee 110 verse werknemers aan de slag konden. Het vers bloed - burgers, geen agenten - kreeg het statuut van administratief en logistiek personeel (loka’s). “Dat betekent dat ze wel hetzelfde werk doen als wij agenten, maar dat hun verloning bijna 500 euro lager ligt”, legt Lebon uit. “Bovendien zijn er geen doorgroeimogelijkheden, wat erg demotiverend is voor onze mensen.”

Gebrekkige kennis

Van de ongeveer 300 personeelsleden werken er meer dan 100 met het administratieve statuut, en er komen er nog steeds bij. “Ze doorlopen een opleiding van drie maanden om bij LTWP te kunnen beginnen”, aldus Lebon. “Vroeger nam die vier jaar in beslag, je kan je inbeelden hoeveel die mannen kunnen als ze in het labo beginnen.” Maar zelfs het inkorten van de opleiding is niet voldoende om de uitstroom van gedemotiveerde loka’s naar de privésector te compenseren.

“Met de huidige politieke toestand van ons land ligt een structurele oplossing niet in het verschiet”, aldus Lebon. “Maar we hopen dat minister Turtelboom beseft dat het onderzoek naar materieel bewijs niet meer gewaarborgd is zolang ze geen extra budgetten uittrekt.”

Woensdag gaan alle partijen op het kabinet van Binnenlandse Zaken rond de tafel zitten.